Het handmatig selecteren van het verbeterd Kempens kieken als allesdagslegger

Het Kempens hoen was vroeger tot ver over de grenzen gekend en beroemd. De Engelsen noemden het de Everyday Layer en de Fransen plaatsten dit bescheiden ras ooit op dezelfde hoogte als hun befaamde poule de Bresse. Kempische boeren kweekten deze kippen om met de eieren een centje bij te verdienen. Jonge hanen werden op basis van onder andere grijze Brabantse zandboekweit en karnemelk vetgemest volgens de 'méthode de la Campine'. Totdat de eerste Wereldoorlog, over-export en concurrentie van industriële rassen dit streekras de das omdeed.

Honderd jaar later zijn enkele Kempenaars die met Campines, overzeese nazaten van het oude Kempische kieken, dit stukje verleden weer op de kaart zetten. Een open organisatie waarbij iedereen kan bijdragen aan wat typisch is of was voor de Kempen, van het beheer van de gemene gronden van weleer tot de collectieve inzet om dit gemene goed op een duurzame manier opnieuw te verankeren in de regio. Van hobbytelers en landbouwscholen over bioboeren tot chefkoks, iedereen draagt zijn of haar steentje bij.
De nieuwe vzw genaamd 'Kempens Hoen' focust in de eerste plaats op de productiviteit van dit ras. Zo worden infosessies en workshops georganiseerd waarbij de nadruk ligt op de leg van het dier. Er worden geen prijzen uitgereikt voor het mooiste dier, maar de deelnemers wisselen tips en advies uit om samen aan een betere kip te werken. Het ambacht van de kweekselectie wordt zo overgedragen op vaak beginnende pluimveehouders.

Wat is er zoal belangrijk om te weten voor wie met Campines aan de slag wil?

  • Het selecteren van het juiste en productieve fokmateriaal gebeurt handmatig.
  • De hanen worden gekozen op viriliteit, gewicht en bouw, alsook op vriendelijk karakter.
  • Tweejarige kippen genieten de voorkeur als moederdieren. Van deze dieren weet men het beste of ze een groot, constant legvermogen hebben, plus een korte rui kennen.
  • De leg van de kip wordt gecontroleerd door de bouw van de kip te keuren. De breedte tussen de legbeentjes wordt gemeten en mag niet kleiner zijn dan twee vingerdiktes. De afstand tussen het borstbeen en de legbeentjes bedraagt liefst vier vingerdiktes. Het borstbeen moet recht zijn en niet krom.
  • De eieren worden geschouwd. Om te beginnen worden enkel kalkwitte broedeieren met volle schaal gebruikt. Vale of rozige eieren of eieren met een gebrekkige, poreuze of oneven schaal worden niet ingelegd.
  • De broedeieren worden gewogen. Ze wegen minstens 50 gram en niet meer dan 56 gram.
  • Het broedseizoen volgt het natuurlijke ritme en de toename van daglicht. Pas zodra een toom kippen een legcapaciteit van 80% hebben bereikt, start het uitbroeden van de eerste kuikens. Dit betekent dat een toom van vijf kippen op zeven dagen tijd minstens 28 eieren moeten leggen. (5 x 7 x 0,8 = 28)
  • Later dan begin juli worden geen broedeieren meer ingelegd.
  • Kuikens die bij uitkomst minder dan 32 gram wegen of niet actief zijn, worden gemeden in het verdere selectieproces.
  • Voor het overige wordt de 'standaard van de Campines' (een rasbeschrijving volgens dewelke exemplaren gekeurd worden) gebruikt als leidraad bij het kiezen van de beste fokdieren. Hierin worden alle onderdelen van kam over verenkleed tot loopbeen besproken.

De hanen worden op een gemeenschappelijk moment geslacht. Kwekers komen samen om hun overschat aan hanen samen te slachten, te plukken en te kuisen. Het is een moment van ontmoeting.

Ook wordt jaarlijks een Kempische cateraar uitgedaagd om een nieuw menu te maken met het teveel aan hanen. Zo staat het Kempens hoen als streekproduct opnieuw op menukaarten van bijzondere feestelijkheden, net als 100 jaar geleden.
Op termijn wil Kempens Hoen vzw ook de Brabantse grijze zandboekweit van de ondergang redden en opnieuw gebruiken om jonge dieren af te mesten. Een oud verhaal dus, dat nog lang niet af is.

Op halfjaarlijkse bijeenkomsten van Campinekwekers houdt keurmeester Frans Smets de mogelijke fokdieren voor het nieuwe jaar tegen het licht. | © Maarten Jacobs