Handjeklap op liedjes

Zingen terwijl je op het ritme van het lied in je handen klapt is van alle tijden. Zo ook de handklapspelletjes. De spelers zingen een liedje en klappen volgens een bepaald patroon tegen de handen van de medespeler(s). Er zijn heel veel handklapliedjes, die bovendien regionaal verschillen. Elk liedje heeft zijn eigen klappatroon, pasjes en gebaren, die de spelers moeten uitvoeren. Het basisklappatroon gaat als volgt: de spelers klappen afwisselend in hun eigen handen, vervolgens diagonaal met één hand tegen de hand van de ander, op zo’n manier dat ze beurtelings elkaars linkerhand en elkaars rechterhand raken.

Bijvoorbeeld:

  • "Charlie Chaplin”

Telkens bij het zingen van ‘spijkerbroek’, schuiven de spelers op elke lettergreep hun voeten verder uit elkaar. Degene die het langst blijft rechtstaan, wint: 

Charlie Chaplin ging naar Spanje, om de meisjes te leren dansen.
Eerste was chachacha, (“vogeltjes” maken met je handen)
tweede was Amerika, (een grote cirkel maken met je armen)
derde was hoelahoep, (je heupen laten ronddraaien)
vierde was spij-ker-broek.

(verzameld bij Jana Vandesande °1999, regio Antwerpen)

  • "Poppenkraam”

Telkens bij het woord ‘poppen’ klappen ze met hun twee handen recht naar elkaar, tegelijkertijd de linkerhand van de ene tegen de rechterhand van de ander en de rechterhand van de ene tegen de linkerhand van de ander:

Ik kwam voorbij een poppenkraam 
en ik zag daar zoveel poppen staan.
Ik vroeg wat doen die poppen hier?
Die poppen drinken poppenbier,
die poppen drinken poppenwijn.
Wat zullen die poppen vrolijk zijn. (elkaars handen vasthouden, terwijl je een halve cirkel beschrijft van hoog naar laag)

(verzameld bij Anne-Sophie Delaissé °1997, Ieper)

  • “Een aapje wou eens vrolijk zijn”

Een aapje wou eens vrolijk zijn, dus hij beet in de billen van de kapitein.
De kapitein werd vreselijk boos, dus hij stopte het aapje in de poederdoos.
De poederdoos was veel te wit, dus hij stopte het aapje in de kolenkit.
De kolenkit was veel te vies, dus hij stopte het aapje in het eetservies.
Het eetservies was veel te mooi, dus hij stopte het aapje in de apenkooi.
Het deurtje stond nog open, het aapje kon gaan lopen.
Het aapje kon weer zien, vijf plus vijf is tien. (Deze laatste zin wordt soms toegevoegd. De optelsom kan verschillen, zolang de uitkomst tien is.)

(verzameld bij Mieke Dumont °1982, Poperinge; Vanessa De Geest °1984, Mechelen)

  • “Mijn papa is een buschauffeur”

Bij elk familielid uit het liedje hoort een ander gebaar dat synchroon wordt uitgevoerd en gezongen:

Mijn papa is een buschauffeur, een buschauffeur, een buschauffeur
Mijn papa is een buschauffeur en daarom doet hij zo: tuut tuut (met je hand op je neus duwen)
Mijn mama is een dierenarts, een dierenarts, een dierenarts
Mijn mama is een dierenarts en daarom doet zij zo: tuut tuut (met je hand op je neus duwen),  miauw miauw (in de lucht klauwen)

Mijn broertje wil een cowboy zijn, een cowboy zijn, een cowboy zijn
Mijn broertje wil een cowboy zijn en daarom doet hij zo: tuut tuut (met je hand op je neus duwen), miauw miauw (in de lucht klauwen), rikketikke pauw pauw (pistolen laden en schieten)

Mijn zusje is een baby, een baby, een baby
Mijn zusje is een baby en daarom doet zij zo: tuut tuut (met je hand op je neus duwen), miauw miauw (in de lucht klauwen), rikketikke pauw pauw (pistolen laden en schieten), meeeh meeeh (in de ogen wrijven)

Mijn oma is een danseres, een danseres, een danseres
Mijn oma is een danseres en daarom doet zij zo: tuut tuut (met je hand op je neus duwen), miauw miauw (in de lucht klauwen), rikketikke pauw pauw (pistolen laden en schieten), meeeh meeeh (in de ogen wrijven), woe (ronddraaien)

Mijn opa is een moordenaar, een moordenaar, een moordenaar
Mijn opa is een moordenaar en daarom doet hij zo: tuut tuut (met je hand op je neus duwen), miauw miauw (in de lucht klauwen), rikketikke pauw pauw (pistolen laden en schieten), meeeh meeeh (in de ogen wrijven), woe (ronddraaien), kssh (hoofd afsnijden)

(verzameld bij Anne-Sophie Delaissé °1997, Ieper)

  • “Dobbe dobbe die die”

Bij elke klank klap je de handen op een andere manier. Bij ‘dobbe’ maak je een vuist, bij ‘die’ klap je met de achterkant van je handen, bij ‘da’ met je handpalmen tegen die van de ander:

Dobbe dobbe die die, dobbe dobbe da da
Dobbe die, dobbe da,
Dobbe dobbe die da

(verzameld bij Lore Lievens °1993, Meulebeke)

  • "Liefje”

Lila is mode, beige modern 
Wit is de onschuld, jongens vaarwel
Rood is de liefde, groen is de hoop
Zwart is de rouw en blauw is de trouw.

Ik heb wel een oogje maar niet op jou
Op een mooie jongen waar ik zo van hou

Blauw zijn zijn ogen, blond is zijn haar
En hij is geloof ik pas 18 jaar.

Hij is mijn vrijer, hij brengt mij thuis
Hij mag me kussen vlak voor ons huis
Hij mag naar binnen tot in de gang

Hollandse jongens zijn zo gemeen,
Als ze je vragen, zeg dan maar neen.

Ik heb een oogje maar niet op jou
Op een mooie jongen waar ik zo van hou.

(verzameld bij Elina Honsia °1985, Mechelen)

  • "007”

Twee spelers zitten tegenover elkaar en klappen telkens tweemaal tegen elkaars handen. Tegelijk met het klappen zeggen ze luidop nul, nul, zeven en bij zeven, volgt een andere handeling:
-Met twee wijsvingers wijzen naar je eigen hoofd = je pistolen herladen.
-Met twee wijsvingers wijzen naar de andere speler = schieten met je pistolen.
-Armen over je borst kruisen = jezelf beschermen met een schild.

Schiet je terwijl de ander zich beschermt met een schild, ben je je kogels kwijt. Je moet dus voortdurend herladen en inschatten of de ander zal herladen, schieten of een schild gebruiken.
Er zijn varianten waarbij je meerdere levens hebt, of vijf kogels opspaart voor een bom die niet kan tegengehouden worden door een schild. Wanneer je pistolen geladen zijn en je de ander kan neerschieten terwijl die zelf herlaadt, win je het spel. De andere geheim agent is dan neergeschoten.

(verzameld bij Baldwin Verhoeven °1997, regio Antwerpen)

  • “Er werd een vrouw vermoord”

Dit handklapliedje kent zijn oorsprong in het lied voor volwassenen, genaamd ‘De Moord van Raamsdonk’. In dit Nederlands dorpje heeft een boer rond 1860 zijn vrouw vermoord, maar het is niet zeker dat dat de inspiratie voor het lied was. In de 19de eeuw werden moordliederen op de markt en kermissen gezongen als een soort nieuwsbericht. Doorheen de tijd ontstonden meerdere versies en parodieën. Complete teksten met variaties vind je op cubra.nl. Het lied is een eigen leven gaan leiden en werd zo een klapliedje voor kinderen.
opm. Het patroon van de klapbewegingen varieert sterk.

Er werd een vrouw vermoord
Met een gordijnenkoord
Ik heb het zelf gezien
Het was op nummer 10
Het bloed liep langs de trap
Het leek net tomatensap
Ik nam er een likje van
Ik werd er misselijk van
Ik belde de politie op
Ik zei mijn naam hardop
Mijn naam is Eja Thea
Dikke, dikke Thea
Olle bolle whisky
E-la-stiek!

(uit Ketnet Complete Speelplaatsboek, 2016, p.17)

*deze inzending kwam tot stand binnen het project ‘Iedereen Speelt!’ van Speelgoedmuseum Mechelen.

Meisjes spelen handjeklap | © Speelgoedmuseum Mechelen