Lattenklieven

Het klieven van bomen tot latten bestaat al heel lang. Aan het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw groeide het lattenklieven in en rond Sint-Joris (Beernem) uit tot een bloeiende nijverheid. Dit ambacht bestond erin om boomstammen te splijten en steeds verder te klieven tot dunne latjes van eik of den. De latten werden tot de Tweede Wereldoorlog hoofdzakelijk gebruikt voor het plafonneren of bezetten van binnenmuren.

Doordat het pleisterwerk zich in de ruimte tussen de latten bij droging opspande, hechtte de pleister zich goed. Na de Tweede Wereldoorlog ging het bergaf met de lattenklieverij. Het lattenklieven als ambacht stierf uit in de jaren 1960. Sindsdien werd massaal gipsplaat gebruikt in de woningbouw. Om dit ambacht levend te houden organiseerde Centrum Agrarische Geschiedenis begin 2019 een cursus lattenklieven in samenwerking met verschillende lokale partners. Gekliefde latten in kastanje of eik kan je nog steeds gebruiken. Je kan er bijvoorbeeld afsluitingen mee maken.