Vlaamse gebarentaal (VGT)

De gebarentaal die in Vlaanderen en Brussel-Hoofdstad wordt gebruikt, heet de Vlaamse Gebarentaal of VGT. De Vlaamse Gebarentaal werd in 2006 door de Vlaamse overheid erkend als de taal van de Vlaamse dovengemeenschap - een cultureel-linguïstische minderheidsgroep waarvoor de VGT een identificerende rol speelt.


De Vlaamse Gebarentaal is sterk verwant aan de Langue des Signes de Belgique Francophone of LSFB die in Wallonië en Brussel-Hoofdstad wordt gebruikt. De Vlaamse Gebarentaal verschilt dan weer sterk van de Nederlandse Gebarentaal, de gebarentaal die in Nederland wordt gebruikt, ook al delen Vlaamse en Nederlandse dove mensen wel een gesproken (en geschreven) taal, het Nederlands.


Gebarentalen zijn dus geen “gesproken talen maar dan in of met gebaren”. Gebarentalen zijn zelfstandige talen. Ze hebben een eigen grammatica en een eigen woordenschat (of lexicon) en evolueren ook op een natuurlijke manier, net zoals gesproken talen dat doen.