Zandstrooien in Lommel

Zandstrooien
Door zand te strooien op een harde ondergrond creëert
men zandtapijten. Het zandstrooien zelf vergt veel technische vaardigheden en kennis. Zo moet een zandschilder een goede tekenaar zijn, de kleurenleer kennen en een vaste hand hebben. Een groot zandtapijt vereist minimaal 2 schilders en het is vrij pijnlijk, want je moet op je knieën werken. Een zandschilder heeft ook veel ruimte nodig, onder meer om alle vooraf gemaakte kleuren te stallen.

Het gebruikte materiaal is vrij eenvoudig: een geplooide bankkaart, koffie-/theeziftjes, boterpotjes, pipetjes… Verder heb je uiteraard veel zand nodig (wit en/of kwartszand) en kleurpigmenten uit mineralen of kristallen of uit natuurlijke of synthetische bronnen. Op internet staan heel wat  mogelijkheden om met zandschilderen aan de slag te gaan, zelfs in 3D of met ‘bewegende’ werken. Er is duidelijk interesse en een markt voor. Er bestaan echter nergens opleidingen voor zandschilderen, in tegenstelling met aquarellen, want dat kan je in het kunstonderwijs wel leren.

Hoe ik zandstrooien ontdekte
De eerste aanzet kreeg ik, Theo Grobben, toen ik 13 à 14 jaar oud en naar school ging in het Salvatorcollege in Hamont. In die tijd namen de leerlingen actief deel aan de processie. Ik herinner mij hoe ik mee in de stoet over een zandtapijt liep en hoe mooi ik dat vond. Sinds de jaren 1850 was het -ook buiten Limburg- de gewoonte om op straat zandtekeningen als versiering aan te brengen op feestelijke gebeurtenissen zoals een processie. Zulke tekeningen werden ook binnenshuis aangebracht, rond de kachel/haard, op de vloer… wanneer er bijzonder bezoek verwacht werd. Met gevouwen papier werden er patronen van wit zand gestrooid. Of de patronen werden na het zandstrooien met de vinger gemaakt.
De figuren waren bloemen, korenaren… en vervingen een echt tapijt omdat men daarvoor te weinig geld had. Vroeger werd wit zand in boerenhuizen en herbergen eveneens al gebruikt als schoonmaakmiddel: wit zand absorbeert immers vocht en vuil. 

De tweede aanzet kreeg ik toen ik hij de wedstrijd zandstrooien won die het Salvatorcollege organiseerde. Voor het zandstrooien moet je goed kunnen tekenen, de basisbeginselen van de kleurenleer kennen, veel geduld hebben en met vaste hand het zand gelijkmatig kunnen strooien op zo’n 2 mm dikte. Ik blonk/blinkt uit in al deze gaven. Toen ik in de lagere school zat, publiceerde Zonneland al een tekening van mij. Ik volgde overigens ook zeven jaar academie in Overpelt. 

Ontstaan wedstrijd zandstrooien in Lommel
In 1891 ontdekte men dat een gehucht van Lommel, Kattenbos, een van de fijnste zandsoorten van Europa heeft. Daardoor werd Lommel het dorp van de zandwinning. Vandaag behoort Lommel nog steeds als wereldleider in de ontginning en conditionering van de fijnste zandsoorten. Om meer aandacht te krijgen voor de bijzondere zandwinning in de stad, organiseerde ik samen met Walter in samenwerking met de toeristische dienst de allereerste zandtapijtenwedstrijd in 1981. Het evenement groeide uit tot een duizendtal zandtapijten, waarvan er helaas maar een tiental, gerestaureerd door mezelf, zijn overgebleven. Vanaf 1990 werd er jaarlijks ook een groot zandtapijt gestrooid van 60 tot 100m². In het totaal is er zowat 2000m² zandtapijt gestrooid. Sinds corona in 2019 zijn er geen grote zandtapijten meer gestrooid. Inmiddels is Walter Engelen overleden. Met heimwee denk ik terug aan de prachtige werken die de wedstrijden opleverden en is het uitermate jammer dat er bijna niets van overbleef van veertig jaar zandtapijtenwedstrijd en dertig jaar grote zandtapijten.

Verloop van de wedstrijd zandstrooien
Aanvankelijk lanceerden Walter en ik  samen met de toeristische dienst van Lommel een oproep aan de winkeliers om in hun etalages ruimte vrij te maken voor de zandtapijten. De deelnemers aan de wedstrijd werden in vier categorieën ingedeeld: kinderen, jongeren, amateurs en kunstenaars (beeldhouwers, schilders…). De participerende winkeliers konden kiezen voor welke categorie ze plaats wilden maken. Voor kinderen werden de werken beperkt tot 40x50 cm, voor de anderen was dat gemiddeld 60x80cm. De grote zandtapijten werden gestrooid in het cultuurcentrum.

Om de leerlingen voor te bereiden op het zandstrooien gaven wij demonstraties en veel uitleg. Zo bestonden de misverstanden dat zandschilderijen met een penseel worden aangebracht of dat men niet op doek kan werken. Zij zorgden ook voor harslijm en vooraf gekleurd Wicca-zand. Dat zand heeft het voordeel dat je erg proper kan werken, want als je zand zelf moet kleuren veroorzaakt dat veel stof. Bovendien kan je door de lijm het werk enigszins bewaren, iets wat de ouders en kinderen ten zeerste appreciëren. 

De tentoonstelling van de ingezonden werken liep in de zomermaanden; op dat moment bekeek de jury alle deelnemende handelszaken.

De voorzitter van de jury was o.a. Theo Joosten, nadien opgevolgd door mezelf. Andere juryleden waren kunstenaars, iemand van de toeristische dienst van Lommel en iemand van SIBELCO. Een honderdtal mensen woonden de prijsuitreiking bij, waaronder alle deelnemers en de ouders en grootouders van de kinderen. Prijzen waren cadeaucheques van de toeristische dienst of kristal van Val St Lambert. 

In latere edities werden de zandtapijten voor de wedstrijd tentoongesteld in het cultuurcentrum. Vanaf 1985 liep de wedstrijd volgens een bepaald thema, enkele voorbeelden zijn het jaar van de jeugd (1985), Lommel 1000 jaar jong (1990), 150 jaar Kempens kanaal (1993) en Kermis in Lommel (2002). De toeristische dienst startte ook met een “Dag van het Zand”, met als één van de talrijke activiteiten: het strooien van een zandtapijtje, dat ik samen met andere vrijwilligers afwerkte met lijm.

Evolutie van de kunst van het zandstrooien
Ook al worden er nog wat werken (vooral van kinderen) in Lommelse huizen bewaard, toch is er veel verloren gegaan. Daarom heb ik heeft Theo naarstig gezocht naar een middel om een zandtapijt vast te leggen. Pogingen met haarlak, vernis en houtlijm lukten niet. Via ACB (Lummen) en SIDEC (Mol), kwam ik op het idee om het werk te benevelen met lijm uit een spuitpistool en… dat lukte wel! 

Ik kreeg wel negatieve kritiek op zijn pogingen om werken te ‘verlijmen’. Men vond het niet eerlijk omdat die werken rechtop gezet en opgehangen kunnen worden. Toch vind ik deze kritiek onterecht: indien ze de vroegere werken hadden kunnen bewaren, dan zouden we ze nog altijd kunnen bewonderen en dan zou het makkelijker zijn om de geschiedenis van het zandstrooien te reconstrueren. Ik zie namelijk evolutie waarbij mijn eigen werken abstracter werden.

Ik experimenteerde met en introduceerde ook nieuwe technieken, onder andere om oude werken te restaureren. Ik begon in 2006 ook met kwartszand van SIBELCO te schilderen. Wit zand ontstaat door kwartszand te verhitten tot ongeveer 1500°C en nadien te filteren. Voor grote werken gebruik ik kwartszand en wit zand. Het wit zand wordt gezift op 0,3 mm. Zo ontwikkelde ik een zeer bijzondere techniek die alleen ik beheers. Het werk dat ik op deze manier maak, noem ik 'kwartserel' (naar analogie met aquarel). In 2007 liet ik er zelfs een speciale ijzeren mal voor maken en in het Glazen Huis werd daarin hierin glas gegoten. Zo ontstonden mijn “kwartsminiaturen” op glas. De kleinste kwartsminiaturen meten 3x4cm en ik verwerkte die onder meer in sleutelhangers. 

Ik bleef zoeken naar verbeterde bewaartechnieken. Zo ontdekte ik ontdekte dat bewaren erg goed lukt met UV-lijm en UV-stralen van een gezichtsbruiner! Daardoor slaagde ik erin om kwartserellen zo te maken dat ze buitenshuis (zelfs in een park of tuin) opgehangen kunnen worden zonder iets van hun kwaliteit te verliezen, ondanks regen en wind.

Zandschilderen: uitdovend of volop levend?
Ondanks dat er geen opleidingen voor zandschilderen bestaan, hoop ik mijn kennis en ervaring met het ‘kwartserellen’ en het zandschilderen nog te kunnen delen en door te geven. Ik slaagde erin om naam te verwerven met mijn zandtekeningen, zelfs tot ver buiten Lommel. Ik maakte onder meer in 2019 nog zandtapijten in Blankenberge naar aanleiding van 75 jaar Suske en Wiske en een 3D zandtapijt in het Kursaal van Oostende. Zo heb ik overduidelijk iets zeer unieks ontwikkeld en wil ik dat graag nalaten aan de volgende generaties. Ik ben fier dat ik iets kan maken met het zand dat de Maas ooit heeft aangebracht, ik heb grenzen verlegd en kan mensen verwonderen met deze kunst. Voor mezelf brengt zandschilderen rust; het doet mij alle zorgen vergeten.

Toerisme Lommel wil de wedstrijd zandstrooien nieuw leven inblazen en dat doet mij veel plezier. Want de unieke zandwinning in Lommel verdient alle aandacht, niet alleen op economisch vlak maar ook in de kunst. Ik hoop dat er weer jaarlijks nieuwe mensen zullen ontdekken wat je met dit bijzondere zand van Lommel kan, en dit zowel in kleine als grote zandtapijten, kwartserellen en kwartsminiaturen. 

Wie mijn kunstwerken wil bekijken, kan ze na afspraak zien bij mij thuis, Zilleweg 21 in Lommel. Mijn grootste werk is het 'Sahara project' uit 2005. Het omvat 8 panelen van 2x1m (totaal 16m²), geschilderd met kwartszand. Het bevindt zich in de kelder van de kunstacademie in Lommel.

*Gebaseerd op een interview door Renilde Reynders met Theo Grobben (8 mei 2024).

*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.

Lommelse Sahara | © Theo Grobben