De kunst van het maken van spekken
Een spek is snoepgoed dat in Vlaanderen ook nonnenbil of meiskesvlees genoemd wordt. Een andere naam ervoor is witte drop of slappe Jan. In het Engels heet het marshmallow.
Marshmallows zijn sponsachtige snoepjes die in allerlei vormen voorkomen, vaak met een roze of witte kleur. Ze worden gemaakt uit suiker of maïsstroop, geweekte gelatine, Arabische gom en smaakstoffen. Deze ingrediënten worden samen opgeklopt tot een sponzig geheel, wat de basis vormt voor de marshmallow.
De eerste marshmallow stamt uit de tijd van de Egyptenaren. Zij wisten al snoepgoed te maken van de heemst, de plant die samen met opgeklopt eiwit en honing de basis vormde voor het traditionele recept van de marshmallow. De heemst is van oorsprong een Afrikaanse plant die veel wegheeft van een stokroos. Van oudsher is de heemst een erkend geneesmiddel. De Egyptenaren en Romeinen wisten er dus ook snoep van te maken. In de naam heemst vinden we ook meteen de herkomst van de benaming ‘marshmallow': de Engelse naam voor heemst is namelijk marsh mallow!
De marshmallow die we tegenwoordig kennen is echter pas duizenden jaren later, in de loop van de negentiende eeuw ontstaan. Het spek wordt nog volledig artisanaal gemaakt volgens een traditioneel recept. Het wordt uitgegoten op tabletten en met de hand versneden.