UNESCO verbindt mensen en tradities over de grenzen heen: van Couscous en Pantun tot netwerken van kathedraal-werkplaatsen
22 december 2020UNESCO plaatste eind 2020 nog 32 nieuwe praktijken op de internationale Immaterieel-Erfgoedlijsten. De nieuwe erkenningen werden bekendgemaakt door het Intergouvernementele Comité van de UNESCO 2003 Conventie tijdens de 15de jaarlijkse bijeenkomst. Deze vond omwille van de coronamaatregelen voor de eerste keer online plaats van 14 tot en met 19 december.
Nog nooit waren er zoveel transnationale nominaties: tradities die over de grenzen heen leven en waar mensen en landen zich ook samen rond willen inzetten. Maar liefst 14 nominaties werden ondersteund door meerdere lidstaten. Dit getuigt van het potentieel van immaterieel erfgoed om mensen samen te brengen en internationale samenwerking te bevorderen. Zo kregen de kennis en gebruiken rond couscous uit Algerije, Mauritanië, Marokko en Tunesië een plaatsje op de lijst. maar bijvoorbeeld ook de muzikale kunst van het jachthoornblazen op Franse hoorn, ingediend door Frankrijk, België, Italië en Luxemburg; de miniatuurkunst uit Azerbeidzjan, Iran, Turkije en Oezbekistan; en Pantun vanuit Indonesië en Maleisië.
Lidstaten Finland, Malta, Paraguay en Singapore zagen dit jaar voor het eerst een praktijk uit eigen land verschijnen op de internationale immaterieel-erfgoedlijsten, namelijk de Finse saunacultuur, het Maltese plat zuurdesembrood ftira, de gebruiken en kennis rond de drank Terere uit Paraguay en de Singaporese Hawker-cultuur. De lijsten bevatten nu immaterieel-erfgoedpraktijken en borgingsacties uit 131 landen.
De Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid kreeg er in totaal 29 nieuwe praktijken bij. De 492 praktijken op deze lijst zetten de diversiteit van immaterieel erfgoed internationaal in de kijker. Enkele nieuwkomers zijn Yeondeunghoe (lantaarnfestival in Korea), Zlakusa pottenbakken (Servië), en de Budima-dans (Zambië).
Het Comité plaatste dit jaar ook drie praktijken op de Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed met Nood aan Dringende Borging en kende €81.450 ($99.239) uit het Immaterieel Cultureel Erfgoedfonds toe aan een project dat voorouderlijke muziek in Namibië borgt. Het gaat om muziek gemaakt door het Nama volk. De specifieke klank vereist het gebruik van traditionele instrumenten en het ritme leent zich tot specifieke dansen. In het verleden verbond deze muziek hele gemeenschappen, maar nu beoefenen slechts enkele ouderen de praktijk, waardoor de kennis en vaardigheden verloren dreigen te gaan.
Last but not least werd ook het Register van Goede Borgingspraktijken uitgebreid met drie nieuwe voorbeeldige praktijken rond borgen en telt nu in totaal 25 voorbeelden. Dit Register zet programma’s en methodes in de kijker die immaterieel erfgoed op een voorbeeldige manier borgen en waar anderen iets van kunnen opsteken en inspiratie uit putten. Één van de nieuwe borgingsvoorbeelden in 2020 is een programma dat de cultuur rond de yole, een type zeilboot in Martinique, borgt. Het programma draagt onder andere kennis van lokale botenbouwers over en versterkt de banden tussen jonge beoefenaars en de lokale gemeenschap. Een mooi voorbeeld is ook de ‘Polyfonie Caravaan’, een initiatief dat erin is geslaagd om het zingen van de polyfone muziek uit Epirus in de context van migratie en nieuwe stedelijke omgevingen een nieuwe adem in te blazen en bruggen te slaan tussen de stad en het platteland, en tussen generaties. Met het enthousiasme en de inzet van burgers, onderzoekers en de gelijknamige ngo Polyphonic Caravan brengt het programma mensen samen in meerstemmig zingen.
Een volledig overzicht van de nieuwe erkenningen vind je hier terug.
Beeld: Lantaarns voor het Yeondeunghoe-festival in Zuid-Korea | © The Cultural Heritage Administration and the Yeondeunghoe Safeguarding Association, Republic of Korea, 2018, gepubliceerd met toestemming van UNESCO