Sculpturen maken met een kettingzaag
Figuur kettingzagen, meer dan enkel zagen
Figuur kettingzagen, ofwel 'carving', is het creëren van een sculptuur uit een stuk hout, met behulp van een kettingzaag. Deze kunst ontstond in Canada, Alaska en Amerika, door mensen die actief waren in de bosbouw en overweg konden met een kettingzaag. Deze traditie waaide over naar de rest van de wereld. Onder meer via TV-beelden werden mensen aangesproken, zo is de Candese Ryan Cook een bekende inspiratiebron geworden. Ook in België zijn er een tiental professionele figuurkettingzagers, waaronder mezelf, en tal van hobby beoefenaars.
Houtselectie
Vooraleer ik effectief in het hout zaag, selecteer ik eerst mijn houtblok. Dat moet aan een aantal vereisten voldoen. Zo werk ik het liefste met oude bomen. Ik kijk rond naar rondliggende boomstammen en vraag aan mensen wat ze met hun boomstam willen doen. Vaak is het antwoord: ‘Gewoon weggooien’. Vaak zien mensen niet de waarde van een oude, verwaarloosde of zieke boom, maar wanneer ik er een sculptuur van maak, beseffen mensen de waarde van hout. Dat is ook het mooie aan houtkunst, je geeft een boom een tweede leven. Daarnaast probeer ik samen te werken met boomsnoeiers en een bosbeheerbedrijf, zij bellen me dan op wanneer ze een boom hebben liggen. Zelf in de bossen een boom omhakken mag niet, die zijn in het bezit van de overheid of van privé-eigenaars. Bovendien weegt zo’n boom te veel, het vervoer gebeurt door bosbeheerbedrijven. Zij beschikken over grote machines. Het is beter om de boom iets hoger af te zagen, dan heb je een mooi profiel. Ik werk meestal met stukken tussen de 15 cm à 1 meter groot en met doorsnedes tussen de 20 en 60 cm.
Afhankelijk van de boomsoort, kan een sculptuur goed buiten bewaard worden. Ideaal voor buiten zijn de eik en acacia. Wanneer een sculptuur goed behandeld is, kan die 10 à 15 jaar mooi buiten staan. Dennensoorten heb ik graag, maar die zijn niet optimaal voor buiten.
Zelf werk ik ook graag met lork door zijn mooie geelbruin, roze-achtig tot roodachtig-bruine kleur van binnen. Afhankelijk van het oliën van een sculptuur, kan de kleur wijzigen. Het hout moet gevoed en weerbestendig gemaakt worden. De boom mag geen water meer absorberen, daarom moet er gewerkt worden met een losse boom. Ook mag de sculptuur niet continu in de zon staan, of het zal barsten. Ook zal een eik sneller kleine barsten vertonen.
Schetsen
Nadat ik het stuk hout heb, schets ik eerst de sculptuur. Dat is een persoonlijke keuze. Mijn vader doet dat in het wilde weg, maar ik vind verhoudingen belangrijk. Ik toon de schets ook eerst aan de klant. Tijdens het zagen zelf, blijf ik ook tekenen. Ik breng telkens aan de stam zelf markeringen aan. Inzicht hebben in het 3D gebeuren is dus een belangrijke vaardigheid bij carving.
Zagen en beitelen
Bij het zagen zelf maak ik gebruik van verschillende kettingzagen. Eerst werk ik met een grotere kettingzaag om de grote stukken af te zagen. Het afwerken gebeurt met een kleinere zaag en de punt zelf. Welke merk van kettingzaag je gebruikt maakt niet uit, het hoeft zeker niet het duurste model te zijn. Wat wel belangrijk is, is het zaagblad. Die verschilt met het ‘klassieke’ blad, de kettingzaagpunt wordt vervangen door een carvingblad. Die zijn specifiek gemaakt voor de houtkunst, maar moeilijk te verkrijgen in België. Daarnaast mag er niet gewerkt worden met een éénhandkettingzaag (tophendel), die boomsnoeiers hanteren. Deze zaag mag namelijk niet op de grond gebruikt worden, dus werken wij met een tweehandige kettingzaag. Kennis van de kettingzaag is essentieel, want het brengt gevaren met zich mee. Zo wordt er een scherpe punt gebruikt voor de afwerkingen. Door de hoge toerensnelheid van de zaag, is er het gevaar dat, wanneer je verticaal met je punt duwt tegen het blok, de zaag omhoog gehesen wordt. In vaktermen wordt dit 'kickback' genoemd.Ook zagen met een botte zaag is een no-go, een goed onderhoud van de zaag is zeer belangrijk.
Naast zagen, gebruik ik een elektrische snijmachine die aangepast is om beitels op te plaatsen, ideaal voor de beeldende kunst. Ik zelf gebruik het Koreaanse merk 'manpa', zij hebben een lijst gemaakt voor beitels die op snijmachines kunnen werken. Ook het beitelwerk is precisiewerk met de nodige risico’s.
Door de bijkomende gevaren, is veiligheidsmateriaal essentieel. Ik draag een helm voor de grotere houtstukken die ik zaag. Ook een zaagbroek en schoenen tot aan de scheen horen bij mijn werkoutfit. Tot slot bescherm ik mijn oren en draag ik een veiligheidsbril. Deze voorzorgen leren we, samen met de gevaren van de zaag zelf, in een kettingzaagcursus.
Branden en schuren, voeden en beschermen
Na het zagen en beitelen, brand ik de poriën terug dicht en schuur ik het beeld. Het branden is vrijblijvend, maar het geeft extra schakeringen op het hout en maakt de poriën dicht. Het is een vaak gebruikte techniek, die ik doe met een soort dakbrander. Wanneer de sculptuur bijna klaar is, breng ik een voedende olie aan, lijnolie of beits, een voedend en beschermend middel. Verder heb ik ook een wax soort die ik op een boomstam smeer, hiermee wordt het barsten gereduceerd met 60%. Een boom barst wanneer vocht te snel uit de boom gaat. De wax wordt gesmeerd aan het uiteinde. Wanneer ik een barst ontdek, zal ik op die plek niet het gezicht van de uil uitzagen.
Door de gassen van de zaagmachines, het afval en het stof, werk ik in een buitenatelier. Het is soms een vuil werkje want er ligt olie op de zaag die in het rond spettert. Ik werk onder een afdak, maar probeer wel rekening te houden met de buren. Zo zal ik niet heel de dag zagen en werk ik af en toe al met een elektrisch model. In het begin was ik een dag bezig met een sculptuur, van het kiezen van de stam tot het afwerken. Vandaag doe ik er een 4 à 5 uur over. Zeker in het begin was het een vermoeiend werk, want een kettingzaag weegt tussen de 3 à 4 kilo. Ik probeer daarom ook ergonomisch te werken met een bankje. Voor mijn eigen veiligheid, zal ik ook nooit zagen boven mijn hoofd.
Uil sculpturen
Carving verschilt van het beeldhouwen, omdat de beelden groter en ruwer zijn. Beeldhouwers werken verfijnder, met zeer veel verschillende soorten beitels. Zelf probeer ik wel het verfijnde te evenaren, maar voor mij draait alles om het beeld zelf, het hout.
Afhankelijk van de plaats in de wereld, verschilt het ‘carving’ ook wat van elkaar. Zo gaat men in Japan en China verfijnder te werk, terwijl men in Amerika robuuster te werk gaat. Ook de thema’s van de sculpturen verschillen, bijvoorbeeld in Amerika prefereert men beren, arenden en bosgeesten. Hier in België zien we een mix van stijlen en onderwerpen, zo is er iemand die kleine mannetjes met expressies maakt uit het hout.
Zelf creëer ik het liefst uilen, omdat deze dicht bij de natuur aanleunen. Wanneer je door een bos wandelt en een uil-sculptuur ziet, of bv. een eekhoorn, dan is dat veel mooier dan wanneer je een mens-sculptuur zou plaatsen. Mensen zijn namelijk op zoek naar iets anders in het bos. Ook zijn uilen gegeerd op de markt, ze zijn een teken van wijsheid. Bovendien hoef je een uil niet te kleuren na het zagen, het hout blijft zichtbaar en de figuur herkenbaar. Bij andere dieren zoals een kraai is het soms moeilijker om deze te herkennen wanneer deze beelden niet (zwart) gekleurd zijn.
De passie voor carving
In België zijn we officieel met een tiental professionele figuurkettingzagers. We delen onze kennis met elkaar en werken ook soms samen. Iedereen heeft zijn eigen specialiteit. Naast professionals, beoefenen veel mensen carving als hobby. Zelf word ik soms door hen benaderd, zij willen meer leren over de houtsoorten, de technieken en de kettingzaag. Toch sta ik soms versteld van wat zij allemaal maken zonder veel technische kennis. Het zijn voornamelijk ouderen die ermee bezig zijn in de regio’s van Gent, Antwerpen en West-Vlaanderen. In Limburg leeft het carving minder. Toch neemt het toe aan populariteit, dat uit zich in een groeiende vraag naar kettingzagen. De kleine handelaars voegen aangepaste onderdelen voor het figuur kettingzagen toe aan hun gamma, al blijft het moeilijk om materiaal te vinden. En al blijft het materiaal een investering.
Het zijn zeker niet enkel mannen die aan carving doen, meer en meer vrouwen tonen interesse. Zo is carving niet met zware motorische machines en wordt er veel aandacht besteed aan details. Naar mijn gevoel werken vrouwen gedetailleerder. Voor kinderen is het te gevaarlijk. Zij kunnen wel de waarde van hout leren kennen via een zakmes. De passie begint vaak door met een zakmes inkepingen te maken en bosgeesten ontwerpen.
Mijn passie voor het hout begon met het maken van houten tasjes en lepels. Samen met mijn vader, die al eerder aan figuur kettingzagen deed, ging ik naar ambacht beurzen. Van mijn vader leerde ik carving. Zo’n twintig jaar geleden leerde mijn vader carving kennen via YouTube filmpjes. Hij begon zelf te oefenen met een kettingzaag in het bos en startte met uil-sculpturen. Vandaag maakt hij ook andere sculpturen, ik specialiseer mij liever in uilen. Naast mijn vader als leermeester, volgde ik ook een kettingzaagcursus. Om aan carving te doen hoef je geen cursus te volgen, al raad ik die wel aan omdat je daar ook leert hoe je veilig omgaat met het materiaal. Na vijf jaar aan carving te doen, merkte ik dat er blijvende vraag was naar mijn beelden. Daarom besloot ik om van mijn passie mijn beroep te maken, met mijn bedrijfje Noctua Carving. Verder deel ik mijn passie onder andere op demodagen, landbouw-en ambachtbeurzen of op wedstrijden.
De toekomst
De toekomst van figuur kunstzagen ziet er rooskleurig uit. De kunst wordt alsmaar perfectionistischer en de markt is er, de passie voor hout groeit en het (beschikbare) materiaal neemt ook toe. Door de klimaatverandering zijn er bijvoorbeeld meer omgewaaide bomen, die wij een tweede leven kunnen geven.
*André S. uit Schoonbeek is één van de liefhebbers van carving. Door Sander, een Nederlandse collega van Koen, liet hij zijn dode eikenboom omtoveren tot een figuurzaag kunstwerk. Luk Indesteege trok in het kader van het project Beleving richting Schoonbeek om te luisteren naar het verhaal van André, over de transformatie van zijn boom.
*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.