Manden vlechten met wilg

Mandenvlechten is één van de oudste ambachten die er zijn. Al in de prehistorie maakte men gevlochten vormen om voorraden op te bergen of te vervoeren. Later bedekte men die dan met klei.

Wilg
Manden worden gevlochten met de
eenjarige twijgen van wilg, wissen, een inlands materiaal. De twijgen worden in de winter afgeknipt, gesorteerd op lengte en gedroogd. Uit die gedroogde bussels worden de wissen gesorteerd die men nodig heeft om een mand te maken en vervolgens worden die een aantal dagen, volgens dikte en soort, geweekt in water. Voor elk onderdeel van een mand zijn er verschillende lengten en dikten nodig. Er zijn een paar soorten wilg die men gebruikt om te vlechten. Elke soort heeft zijn eigen kleur. Door het gebruik van verschillende soorten vlechtwilg, krijgt iedere mand een eigen uniek uitzicht. Wilg is sterk, buigzaam, licht en duurzaam. Het werken met een natuurlijk materiaal geeft je een gevoel van meer verbondenheid met de natuur.

Proces
Om een mand te maken heb je enkel
je handen nodig, een mes, een mandenmakerspriem, een klopijzer, een snoeischaar en een bundel twijgen. De twijgen weef je door elkaar op een bepaalde manier, zoals bij weven met draad, zodat het een stevig geheel wordt. 

Je kan diverse manieren van weven gebruiken, zo verkrijg je manden met iedere keer een ander uitzicht en die toch stevig zijn. De duur van het maakproces hangt af van de grootte en vorm van de mand en gaat van zowat 3 uur tot 7,8,9 uur of meer.

Een mand begin je steeds met een bodem. Hierin worden lange twijgen of staken gestoken of aangemaakt en naar boven gebogen, zodat je de zijkant kunt vlechten. Eerst maak je een boordje met een paar twijgen als versteviging en vervolgens vlecht je de staken vol tot de hoogte die de mand moet hebben. Daar komt nog een verstevigingsboordje bovenop. Vervolgens wordt  het eind van de staken dat overblijft rond en door mekaar gevlochten tot een stevige boord. Dit zijn basistechnieken die elke keer weer opnieuw terugkomen in de meeste manden. Op deze manier zal je altijd een kwalitatief hoog product bekomen.

Deze technieken die gebruikt worden voor het vlechten zijn door de jaren heen van vlechter aan vlechter doorgegeven, vroeger veelal in gilden of in vlechtscholen. In Frankrijk en Duitsland is er nog een nationale vlechtschool, in België is die er helaas niet meer

Leren
Creatief bezig zijn was altijd al aanwezig in mijn leven. Na 6 jaar weven en textiele kunsten aan de Leuvense academie, kwam ik begin jaren '90 in contact met het materiaal op een workshop 'vlechten met natuurlijke materialen'. En leerde ik Anne Hermans kennen. Op dat ogenblik was zij net terug van de school in Frankrijk en zette het ambacht hier in België terug op de kaart. Daar leerde ik, net als vele anderen, ongeveer alles wat er over het traditionele vlechten te leren valt en ook over hoe je wilg teelt. Ondertussen blijf ik nog steeds nieuwe technieken - of manieren van de twijgen in mekaar te vlechten - bijleren op workshops in binnen- en buitenland. Elk land, soms elke regio, heeft zo zijn eigen manier om een mand in mekaar te vlechten. Die verschillende manieren geven telkens een ander uitzicht aan de mand.

Oeroud en up-to-date
Vlechten wordt tegenwoordig nog al eens als oubollig beschouwd. Het tegendeel is echter waar, want waar men het vroeger enkel uit noodzaak ging gebruiken heeft het nu vaak ook een decoratieve functie.

Tegenwoordig wordt er ook graag gebruik van gemaakt door ontwerpers, designers en kunstenaars.

Met mijn hedendaagse manden wil ik de mensen meer inzicht geven in wat er nog mogelijk is met de technieken en het materiaal. Er is niet enkel het traditionele en functionele aspect maar ook het decoratieve, het brengen van schoonheid. Het verweven van je ziel in het werken met natuurlijk materiaal en het anders omgaan met de traditionele technieken.

Mandenmakerij Cattelant
In 2002 werd dan Mandenmakerij Cattelant geboren. Onder die naam maak ik traditionele en hedendaagse manden en heb ik de erkenning van Ambachtsvrouw. Ik demonstreer het vlechten in het Openluchtmuseum Bokrijk en laat mensen ook kennis maken met mijn manden op tentoonstellingen, beurzen en opendeurdagen.

De basistechnieken zullen altijd nodig blijven en daarom geef ik cursussen aan geïnteresseerden en hoop zo het ambacht mee verder te geven en een zaadje te planten naar de toekomst.

met wilg een mand vlechten rond een mal | © eigen foto