Clownerie
Clownerie is niet alleen mensen laten lachen door onhandigheden. Het is een vorm van poëzie. Met een lach of een traan wil de clown zijn publiek raken. Een clown is open en kwetsbaar. Door zijn universele taal kan de toeschouwer – ongeacht leeftijd of herkomst - zichzelf herkennen in dit personage.
Een clown moet van verschillende markten thuis zijn: hij is acrobaat, kan jongleren en muziekspelen. Want om alles in de war te sturen, moet er een goede technische beheersing zijn van verschillende circustechnieken. Traditioneel begint en eindigt een clown nummer met muziek.
De traditionele clown
De traditionele clown heeft een wit gezicht, een uitgesproken zwarte wenkbrauw die uniek is voor elke clown en rode oren. Hij heeft een statige autoriteit in de circuspiste en wordt niet voor niks de ‘prins van het circus’ genoemd. Het kostuum van deze clown weerspiegelt zijn aanzien. Het blinkt van de diamanten en pailletten. De bekendste producent van dergelijke kostuums is het Huis Vicaire in Parijs. Ze maken er kostuums met een grote verscheidenheid in afbeeldingen die worden opgenaaid met pailletten (bv. muziekinstrumenten of pauwen).
Dergelijk kostuum staat in schril contrast met het kostuum van de ‘august’. Dat is traditioneel de partner of tegenspeler van de clown en staat bekend voor zijn onhandigheid, rode neus en te grote kleren. Hij is meestal het mikpunt van de grappen; degene die op zijn achterste wordt getrapt of wiens gezicht nat wordt van een spuitende bloem.
Naast de clown en de august heb je nog de Amerikaanse ‘tramp clown’, de mime, de nar, de pierrot en meer. Ze hebben elk hun eigen kenmerken. Zo is de tramp clown een weerspiegeling van een bedelaar en draagt hij versleten kledij. Hij kent zijn ontstaan tijdens de grote depressie in Amerika en is een schoolvoorbeeld van hoe clownerie de maatschappij een spiegel voor houdt.
De schmink en kledij zijn uiterlijke kenmerken van clowns, maar ze hoeven niet altijd meer visueel herkenbaar te zijn als ‘witte clown’ of ‘august’. Echte clowns worden vooral herkend aan wat ze doen. Tegenwoordig hebben vele augusten geen rode neus meer en wordt de taak van de clown veelal overgenomen door de spreekstalmeester of presentator. Je bent een clown, of je bent het niet.
Clownentrees en -reprises
In de beginjaren van het circus draaide alles rond de paardennummers. Het was dan ook de taak van de clowns om tussen de paardennummers tijd te rekken om zo de dieren de nodige rust te geven. Ze stonden ook paraat wanneer er iets mis liep. Met hun instrumenten of excentrieke voorkomen konden ze de aandacht van het publiek wegleiden van de problemen. Ook nu treden clowns op tussen de nummers van een circusvoorstelling en staan ze paraat wanneer er zich problemen voordoen.
De bekendste clowns werkten in trio. Denk maar aan de Fratellinis, Dario, Bario en Mimille, trio Pauwels … Maar er zijn ook grote clowns die solo werkten zoals Grock, Oleg Popov, en Dimitri.
Er zijn twee soorten clownnummers: entrees en reprises. Clown entrees zijn korte nummertjes die elk hun eigen verhaal hebben. Er bestaan verschillende traditionele entrees, zoals:
• het spookkasteel: een verhaal waarin een august beet wordt genomen door een spookkast;
• William Tell: waar een appel van het hoofd van de august wordt geschoten;
• de spiegelentree: waarin de august een spiegel breekt, waardoor hij genoodzaakt is om zelf voor spiegelbeeld te spelen;
• de boksentree: waarbij twee clowns fel overdreven met elkaar vechten;
• ...
Deze entrees worden nog steeds door traditionele clowns gebracht, maar iedereen brengt ze op hun eigen manier.
Reprises bespotten voorafgaande acts, zoals een nummer aan de trapeze of een nummer van de dompteur (dierentemmer).
Clownnummers zijn doorheen de jaren geëvolueerd. Vroeger werd er bijvoorbeeld veel meer gesproken. Vandaag verlies je de aandacht van het publiek als er te veel gesproken wordt. We zijn gewend aan de flitsende beelden van series en films. Daarom gebruiken clowns vandaag meer fysieke humor, zoals de typische ‘cascades’ (de kunst van het vallen). Het kloppend hart van de clown blijft echter dezelfde: een weerspiegeling van de maatschappij in al zijn geuren en kleuren.
Van vader op zoon
Clownerie werd traditioneel doorgegeven van vader op zoon, of van moeder op dochter. Maar de laatste jaren steken er steeds meer volwaardige clown opleidingen (bv. Le Samovar in Parijs) de kop op. Maar clown zijn moet vooral in je zitten.
*Clown Bram De Laere ontving in 2019 een beurs voor het doorgeven van vakmanschap in een meester-leerlingtraject. Samen met zijn meester Marquis Pauwels dook hij in 250 jaar circusgeschiedenis. Zo leerde hij onder andere over de geschiedenis van de clown, stijlelementen en traditionele clownentrees. Na het onderzoek, selecteerde Bram een aantal traditionele entrees die hij reconstrueerde naar een hedendaagse voorstelling.