Maria-Ommegang Poperinge

De Maria-Ommegang gaat terug naar het mirakel van 1479. Een kindje kwam op 11 maart doodgeboren ter wereld en werd in allerijl in de tuin begraven. Drie dagen baden de moeder en de buurvrouw tot Onze-Lieve-Vrouw van Sint-Jan. Aan hun gebed was een belofte verbonden. Op aandringen van de buurvrouw werd het kind op 14 maart – drie dagen na de doodgeboorte – opgegraven. Het kindje vertoonde tekenen van leven en werd terstond naar de Sint-Janskerk gebracht tot voor het altaar van Maria. Het kindje werd daar al even snel door de kapelaan gedoopt en kreeg de naam Jakobus. Kort na het doopsel overleed hij echter, maar kon nu wel in gewijde grond begraven worden.

Nadat dit mirakel werd onderzocht en in 1481 werd erkend via een pauselijke oorkonde, ontstond de belofte om ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Sint-Jan jaarlijks een processie, een ommegang te houden. En dit dus intussen al meer dan 540 jaar!

De processie verbeeldt drie grote delen: 1. de geschiedenis van Poperinge; 2. Maria in het leven van Jezus; 3. de hedendaagse verering van Maria.
Aan de processie zelf nemen 800 à 1000 figuranten deel en nog eens 80 vrijwilligers zijn actief op de achtergrond; 40 vrijwilligers trekken of duwen dertien grote en ook kleinere wagens doorheen de straten – geen enkele wagen wordt mechanisch voortgestuwd. Daarnaast zijn er ook heel wat paarden en een schaapskudde te zien.

We gaan er ook prat op dat, naast de Maria-wagen, ook de andere wagens versierd worden met verse bloemen - deze krijgen na de Ommegang een plaatsje in de Sint-Janskerk tijdens de noveen die hierop volgt ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Sint-Jan.

Dit maria-beeld staat in de st-Janskerk te Poperinge en gaat ieder jaar mee in de processie | © In eigen beheer van FV Maria-Ommegang