3 x Strandbloemen als immaterieel erfgoed in het zonnetje !
26 augustus 2021De zomervakantie komt op haar einde en de zee verdwijnt in de achteruitkijkspiegel. Onze stevige kuiten verraden de stevige strandwandelingen die we hebben afgelegd en enkele verloren schelpjes reizen als verstekelingen nog mee in de handtas van mama. Daar waar het zand heet onder de voeten brandt, zijn de schelpjes als munten. Het enige ruilmiddel voor een bijzonder koopwaar: strandbloemen.
De Grootste Bloemenzee
Dit jaar transformeerde het strand van Oostende in een ware bloemenzee. Ketnet en Theater aan Zee (TAZ) sloegen de handen in elkaar en riepen alle kinderen, (groot)ouders, familie en vrienden, jeugdbewegingen, speelpleinen op om zoveel mogelijk kleurrijke papieren strandbloemen te knutselen. Honderdduizend om precies te zijn. Het project beoogde zorgeloosheid, verbondenheid en verwondering naar boven te brengen. En ze droegen zo ook weer een beetje bij aan het doen en beleven en doorgeven van die prachtige traditie van papieren bloemen maken aan zee!
De Grootste Bloemenzee werd een nauwe samenwerking tussen de cultureel-erfgoedsector, media, het bedrijfsleven, toerisme en de podiumkunstensector.
Erkend immaterieel erfgoed
Het strandbloemenspel wordt van generatie op generatie doorgegeven en verbindt toeristen met bewoners van de kust. Kinderen maken bloemen uit crêpepapier en houten stokjes die ze verkopen in winkeltjes op het strand. Voor een dubbel handjevol schelpjes, vroeger poignéé genoemd (Frans voor ‘een handvol’), kun je een knutselwerkje mee naar huis nemen. In de meeste kuststeden worden verschillende soorten schelpjes aanvaardt. Vakantiegangers in Knokke kennen schelpengeld met zaagjes, couteautjes in de volksmond.
Sinds het interbellum en de opkomst van toerisme stimuleert deze immaterieel-erfgoedpraktijk de creativiteit en het contact tussen de lokale kinderen en vakantiegangertjes uit binnen- en buitenland.
In januari 2021 erkende de Vlaamse minister van Cultuur het verkopen van strandbloemen als Immaterieel Cultureel Erfgoed.
Toeristische kusttradite
In het tijdschrift Volkskunde, editie 2020/4, reflecteert historica Manon Dekien in haar essay Toerisme en cultureel erfgoed aan de kust: a match made in heaven over hoe toerisme ook aan de basis kan liggen van nieuwe vormen van immaterieel erfgoed. Kusttradities zoals het maken van strandbloemen, of ook het eten van ijsjes en het rijden met de “billenkar” zijn sinds de vorige eeuw gegroeid in een context van vakantiebelevenissen. Inmiddels zijn ze zelf ook vormen van immaterieel erfgoed geworden.
Deze immaterieel-erfgoedpraktijken zijn ontstaan in het kielzog van het kusttoerisme. Cultureel-erfgoedpraktijken die gepaard gaan met kusttoerisme worden niet bedreigd door toeristen; eerder integendeel, de praktijken zouden ‘zonder’ toeristen niet bestaan, vermits het de toeristen zijn die de praktijken beleven en in stand houden.
Wanneer erfgoedorganisaties samenwerken met de toeristische sector ontstaat er een mooie kans voor verdieping en verbreding van een immaterieel-erfgoedpraktijk zoals het verkopen van strandbloemen. Erfgoedbewustzijn en erfgoedzorg gaan hand in hand met beleving.
Beeld: omslagfoto met papieren strandbloemen | © erfgoedcel Kusterfgoed, Instagram met #degrootstebloemenzee, familie aan de kust | © Kusterfgoed