Immaterieel erfgoed in crisis: de sector spreekt

13 mei 2020

De lente is traditioneel gezien een periode van (jaar)markten, feesten, opvoeringen, processies, stoeten, optochten, rituelen, kermissen, circussen,... die de pleinen en straten van onze steden en gemeenten bevolken. Tal van erfgoedgemeenschappen zijn genoodzaakt hun activiteit of ritueel uit te stellen of af te gelasten. Voor deze initiatieven vormt een publieksmoment de manier bij uitstek om hun erfgoed levend te houden en over te dragen. Dit gegeven valt (voor vermoedelijk haast heel 2020) nu weg. Voor een segment van deze initiatieven gaat het bovendien om een beroepsinkomen - een inkomen dat vaak ook nog eens seizoensafhankelijk is van  lente en zomer- dat hiermee volledig komt te vervallen (denk aan kermissen, circussen e.a.). De impact op immaterieel erfgoed en de mensen en organisaties erachter valt dan ook niet te onderschatten.

 

Precaire situatie kermiswezen en circussen

De meest prangende situatie stellen we vast in het kermiswezen en bij de nomadische circussen. Beide groepen zien hun voorstellingen en voorjaars-en zomerkermissen geannuleerd. Ondanks het feit dat foorkramers inkomsten genereren voor de gemeenten waar zij neerstrijken, genieten zij bv. zelden van lokale steunmaatregelen. De economische realiteit van de circusgemeenschap is dan weer in gewone omstandigheden al precair te noemen en wordt in deze uitzonderlijke tijden ronduit dramatisch. Geen shows betekent geen inkomsten.

 

Geen voorbereiding, geen fondsen

Publieksevenementen die buiten de semi-lockdown vallen, kunnen vaak evenmin later in 2020 plaatsvinden, omdat de lockdownregeling de nodige (en vaak langdurige) voorbereidingswerken onmogelijk maakt.

De meeste verenigingen geven aan voor uitstel te kiezen en daarbij geen al te grote verliezen te lijden, vermits ze ook minder uitgeven -  al is dit relatief, 2.500 euro inkomsten verliezen kan bijvoorbeeld een stoet in het volgende kalenderjaar toch in gevaar brengen, zeker als er al vele kosten werden gemaakt. Immers, ook fondsenwervende activiteiten die een erfgoedactiviteit later op het jaar financieren, kunnen niet plaatsvinden. Sponsoring vanwege lokale kleinhandel wordt stopgezet, omdat die zaken zelf in moeilijke papieren zitten. Er wordt meermaals gevraagd naar een soort vaste compensatiepremie voor lokale verenigingen.

 

De mensen achter de praktijk

Artisanale makers kunnen momenteel geen klanten ontvangen, noch afgewerkte zaken vlot aan de man brengen. Bepaalde ambachtslui zien bestellingen en leveringen van de nodige grondstoffen geannuleerd worden. Freelance-medewerkers vallen zonder inkomen en hebben geen vangnet. Denk hierbij aan gidsen in bezoekerscentra, lokale verenigingen en musea.
Veel immaterieel erfgoed wordt in leven gehouden door vrijwilligers. Alle vrijwilligerswerkingen - want niet zelden behoren vrijwilligers tot de risicogroep - worden door de Coronacrisis opgeschort. Musea - die vaak ook een immaterieel- erfgoedwerking hebben - zijn gesloten tot nader order. Het inkomstenverlies in groot, gaande van schattingen tussen € 25.000 tot  € 250.000 omzetverlies in 2020. De musea proberen dit deels op te vangen met systemen van tijdelijke werkloosheid.

We konden ook enkele positieve aspecten in de antwoorden terugvinden. Enkele ambachtslieden gaven aan net meer tijd te vinden voor hun ambacht. De lockdown-periode biedt sommige organisaties dan weer de kans om de werking achter de schermen in deze tussentijd even op punt te zetten: nazicht inventarissen, afwerken producten, update communicatieve tools …  Bepaalde organisaties gaven ook aan dat huurgelden worden weggescholden (bvb door de gemeente) 

 

Voorstellen en oplossingen

We stellen voor om vanuit het Noodfonds ondersteuning te bieden aan het erfgoed dat op de Inventaris Vlaanderen van het immaterieel cultureel erfgoed erkend werd door de Vlaamse overheid, en waarvan vandaag de praktijk en haar erfgoedgemeenschappen in precaire omstandigheden verkeren - in de hoedanigheid van immaterieel erfgoed in nood.  De Vlaamse Gemeenschap staat in Vlaanderen, als ratificerende lidstaat, in voor de uitvoering van de UNESCO 2003 Conventie voor het borgen van immaterieel erfgoed. Voor immaterieel erfgoed in nood gaat dat gepaard met de nodige zorg voor het erkende immaterieel erfgoed op het eigen grondgebied wanneer de levensvatbaarheid onder druk komt. Dit kan in een uitzonderlijk geval aanleiding zijn om ‘dringende borgingsacties’ uit te zetten, in overleg met de betrokkenen. 

Specifiek voor de kermiscultuur - erkend immaterieel erfgoed in Vlaanderen dat actueel zwaar getroffen wordt - lijkt Vlaamse noodondersteuning in deze fase zeker aan de orde. Echter, ook bij immaterieel erfgoed dat in aanloop naar erkenning is, zijn er momenteel schrijnende situaties die we niet uit het oog mogen verliezen. Zo wijzen we met nadruk op de noodsituatie bij de traditionele circussen in Vlaanderen.

We hopen verder dat de oproep gericht aan de lokale besturen, gelanceerd op 28 april 2020 door De Federatie en onderschreven door Werkplaats immaterieel erfgoed  e.a., alvast ook een start maakt met de vraag naar flexibiliteit en compensatie vanuit de lokale overheden.

Het Overleg Cultureel Erfgoed formuleerde hier enkele concrete beleidsaanbevelingen naar aanleiding van de bevraging in de cultureel erfgoedsector.

 

Veerkracht en hoop

Er is nood aan duwtjes in de rug om deze periode goed door te komen. Maar het immaterieel erfgoed betoont zich ondertussen ook veerkrachtig en adaptief. Het levendige veld bleef de voorbije maanden niet bij de pakken neerzitten. Nieuwe praktijken ontstonden, bestaande vonden zichzelf opnieuw uit. Werkplaats immaterieel erfgoed volgt ook deze evoluties op de voet in een artikelreeks.

UNESCO wijdt eveneens een groeiende reeks artikelen aan immaterieel erfgoed tijdens de Covid 19-pandemie, ‘Living heritage experience and the covid19 pandemic’. Werkplaats immaterieel erfgoed schreef mee.

 

 

Foto header © Jana Kerremans