De suisse, Zwitserse wacht of ‘pikman’ van de basiliek van Tongeren
Tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw was er in bijna elke parochiekerk een suisse in dienst. Een suisse, ook wel kerkbaljuw genoemd, dient als ordebewaker de Rooms-Katholieke Kerk en vervult vandaag voornamelijk een ceremoniële functie. Het aantal suissen veranderde na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-'65). Wanneer een suisse met pensioen ging of ander werk vond, was er zelden een opvolger. Vandaag zijn er in België nog maar enkele suisses. Een van hen is Tony Achtergaal, hij is suisse in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren.
Suisse van Tongeren
Al 40 jaar ben ik hier suisse, ofwel door de Tongenaren zelf ‘pikman’ genoemd. In Het Belang van Limburg stond een artikel dat mijn voorganger, Lambert, stopte. Dan ben ik bij deken Van Dale zaliger gegaan om uitleg te vragen. De vorige suisse is van de ene dag op de andere dag gestopt. Ik kreeg van hem een kistje met de sleutels. Oude sleutels zoals die vroeger nog gebruikt werden, en hij was weg. Ik heb zelf moeten uitzoeken welke sleutel bij welke deur hoorde.
In mijn contract staan de werkuren van negen tot twaalf en van half twee tot vijf. Maar ik doe al meer dan 20 jaar de kerk open om acht uur ’s morgens. Bij bepaalde gelegenheden, zoals tijdens de Goede Week, word ik ook ‘s avonds in de kerk verwacht. Het aantal uren vind ik niet zo belangrijk. Veel gebeurt in overleg met de deken, en elke deken heeft hierin zijn eigen stijl. Ik heb altijd veel respect gehad voor de verschillende dekens die hier in de parochie geweest zijn. Dat is wederzijds, je voelt ook dat jezelf veel respect terugkrijgt.
De eerste vijf jaren waren er veel problemen met de jeugd. Tegenwoordig zijn het eerder de mensen tussen 60 en 65 die ik moet aanspreken, meestal toeristen. Soms komen ze binnen met een hamburger. En nee, je moet niet altijd zeggen: ‘Het zijn de jongeren weer’. Toeristen zijn welkom, maar het is hier in de eerste plaats een gebedsruimte. Er vinden hier op zondag twee gebedsdiensten plaats ,met nog altijd 250 à 300 kerkgangers per dienst.
Mijn taken zijn het onderhoud van de kerk, bloemen verzorgen, bewaking enzovoort. In de zondagsmis, bij huwelijken, begrafenissen en bij speciale gelegenheden is dat in uniform. Met de processie stap ik mee en zorg ik ervoor dat alles voor de processie klaarstaat. Verder zijn er ook nog de schoolvieringen of speciale vragen. Zo is er een Orthodox gebruik om met Pasen een korf met paaseieren te laten zegenen. Sommige mensen willen wijwater voor thuis. Die komen dan langs met een lege colafles of zo. Er waren ook wel moeilijke momenten, met inbrekers, wanneer de politie erbij geroepen moest worden.
Andere, aparte functies in de parochie zijn de hoofdorganist, een tweede organist, de dirigent en de koster. Er is natuurlijk ook een deken, vier pastoors en enkele diakens in dienst. Misdienaars zijn er redelijk veel met vooral veel nieuwe kandidaten na de kroningsfeesten. Het poetsen van de basiliek is een heel werk: de stoelen moeten aan de kant, stofzuigen, dweilen, het stof afnemen, koper poetsen etc. Dat heb ik jarenlang alleen gedaan, zeven dagen op zeven. Wie gaat dat na mij doen? Welke jonge gast wil dat vandaag nog doen?
Er zijn twee processies in de parochie. In september, met Tongeren kermis, gaat het sacrament en het beeld van Onze-Lieve-Vrouw mee. Maar het echte beeld mag van Brussel alleen om de zeven jaar met de kroningsfeesten mee. Bij de gewone processies gebruiken wij een kopie.
Volgend jaar met de kroningsfeesten hebben wij een massa werk, maar het is wel een fijne periode. We zijn dan één grote familie en dat voel je al bij de voorbereidingen. Zo zijn wij enkele weken geleden samengekomen voor een algemene vergadering van de kroningsgroepen. Maar als de kroningsfeesten een maand voorbij zijn, wandelen diezelfde mensen soms zomaar aan je voorbij. Dan denk ik dikwijls: 'Allé hoe kan dat nu?'
Nieuw uniform
Om de zeven jaar, bij de kroningsfeesten, krijg ik een nieuw uniform. Ik mag zelf kiezen waar ik dat laat maken. De kleur is donkerblauw en het uniform bevat een jas, een steek die op het hoofd wordt geplaatst, een sabel en een hellebaard. Verder zijn er geen bepaalde voorschriften. Vroeger was de steek, de correcte naam voor het hoofddeksel, gemaakt van vilt. Het uniform ziet er imposant uit waardoor sommige mensen schrik van mij krijgen. Toeristen voelen zich dan weer aangespoord om foto’s te nemen van mij.
Zwitserse wachten in Rome
In 1996 ben ik via de Droomfabriek van de BRT in contact gekomen met de pauselijke wachten in Rome, die opgericht zijn in het jaar 1506. Dat driedaags bezoek opende de deur naar veel nieuwe contacten. Wij werden ontvangen door kardinaal Schotte uit Gent en konden dankzij hem plaatsen in het Vaticaan bezoeken die niet voor het grote publiek toegankelijk zijn. Daarnaast werden we ook ontvangen op de Belgische ambassade in het Vaticaan. Er zijn toen banden gelegd die zijn gebleven met de diplomatieke vertegenwoordiger van de Heilige Stoel in Rome.
Wanneer je veertig jaar dient als suisse is het de gewoonte om dat te vieren in Rome op 6 mei. Op die dag leggen de nieuwe Zwisterse wachten ook de eed af.
*Gebaseerd op een interview door Guido Bunkens en Pieter Neirinckx met Tony Achtergaal (20 april 2022).
*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.