Islamitische uitvaartrituelen

Islamitische uitvaartrituelen
Er zijn twee soorten overlijdens, die ik tegekome als begrafenisondernemer, een natuurlijk overlijden en een niet-natuurlijk overlijden. Een niet-natuurlijk overlijden is bijvoorbeeld een auto-ongeluk, werkongeval, zelfmoord, een (familie)drama… dan komt de politie of het parket erbij en volgt er een heel eigen procedure. Bij een natuurlijk overlijden is dat niet zo. Mijn eerste taak als begrafenisondernemer is het luisteren naar de noden en wensen van de naaste familie. Wat willen ze graag bij een uitvaart? Als een eerste-generatie moslim sterft (vaak mensen van oudere leeftijd), wil de familie een repatriëring naar het thuisland, het geboorteland, zoals Turkije, Bulgarije, een Afrikaans land … het kan allemaal. Dat weet ik graag op voorhand, want dan kan ik de nodige documenten in orde brengen. De hele administratieve afhandeling gebeurt op de eerste dag.

Op de tweede (of derde) dag komen de rituelen aan bod. Dan volgt het wassen van het lichaam en het uitvaartgebed.

Bij het wassen van het lichaam mag ik als man geen vrouwelijke overledene wassen. Dat moet uitsluitend gebeuren door een vrouw (of enkele vrouwen). Ook de echtgenoot van een overleden vrouw is niet toegelaten bij de wassing van het lichaam. Een moslima wast het lichaam en citeert koranverzen. Vaak zijn ook andere familieleden aanwezig bij het wassen van het lichaam, vaak de zus(sen) of dochter(s) van de overledene. Dat is het laatste fysieke contact van de familie met het overleden lichaam. In de islam wordt deze rituele wassing gezien als het laatste mooie gebaar dat je voor een overleden familielid kan brengen. Niet elk familielid is hiertoe in staat, rekening houdend met het rouwproces. Daarom is het niet verplicht, maar wordt wel vaak gedaan. 

Na het wassen krijgt het overleden lichaam een lijkwade. Dit is voor moslims heel belangrijk, omdat je jezelf op die manier zal presenteren aan Allah. Het is het belangrijkste en het laatste ‘kostuum’ dat je zal dragen naar de Schepper. De lijkwade is volledig wit en gemaakt van katoen. Dames krijgen ook een hoofddoek bij de lijkwade. Na de wassing leggen we het lichaam in een kist. Enkel het gezicht blijft zichtbaar. Dan krijgen mensen de kans om de overledene te groeten. Mensen worden aangespoord om het overleden lichaam niet meer aan te raken om het in ere te houden. Enkel voor kinderen maken we hierop een uitzondering.

Bij deze laatste begroeting wordt enkel de naaste familie toegelaten. Het is niet gebruikelijk dat verre vrienden of verre familie het lichaam komen groeten. Vervolgens gaat de kist toe. De kwaliteit van de kist, bijvoorbeeld de houtsoort, is niet belangrijk in de islam. Daarom wordt het lichaam in een eenvoudige houten kist gelegd. De wassing en de lijkwade zijn belangrijker dan de kist. 

Dan volgt het uitvaartgebed. Dit gebeurt altijd buiten de moskee, niet in de moskee en in alle weersomstandigheden. Behalve in grote steden die kampen met plaatsgebrek. Daar mag het uitvaartgebed wel in de moskee plaatsvinden. Dit doen we altijd al staande. Het uitvaartgebed duurt meestal een tiental minuten. De imam begeleidt het uitvaartgebed en gaat voor de kist staan. Iedereen neemt plaats achter de imam. Dan volgt iets heel belangrijk, namelijk de laatste ‘uitwisseling’. De imam vraagt wie ‘te geven of te krijgen heeft van de overledene’. Als de overledene een gunst had verleend aan iemand, bijvoorbeeld een som geld geleend, is het gebruikelijk dat die persoon dat tijdens het uitvaartgebed uitspreekt. Vaak volgt dan een afspraak over deze onderlinge regeling tussen de familie van de overledene en de begunstigde. Omgekeerd geldt ook dat als de overledene een som geld heeft geleend van iemand, deze persoon dat uitspreekt tijdens het uitvaartgebed. Ook dan volgen afspraken van de familie van de overledene met degene die het geld heeft uitgeleend aan de overledene. Het moet niet altijd materieel of financieel zijn. Als je bijvoorbeeld een conflict hebt gehad met de overledene, kan je om verzoening of vergiffenis vragen tijdens het uitvaartgebed. Dit gebeurt vaak en wordt geapprecieerd door de naasten, maar het blijft iets heel moeilijks.

Toch vind ik dat een heel mooie traditie, een bijzonder moment tijdens het uitvaartgebed. Soms wordt het niet publiekelijk uitgesproken, maar wordt het achteraf besproken met de familie van de overledene. Met andere woorden; een letterlijke of figuurlijke 'schuld' wordt vereffend met de overledene en zo kom je in het reine met jezelf. Het uitvaartgebed is hét moment om deze laatste ‘uitwisseling’ te doen. Daarna volgt de repatriëring naar het geboorteland of de ter aarde lating op een kerkhof in België.

De repatriëring en het begraven
Een repatriëring vergt veel administratie, maar dat is normaal. Ook worden alle metalen verwijderd uit het lichaam. Het lichaam van de overledene wordt dan naar de begraafplaats gebracht waar het in het bijzijn van de lokale imam ter aarde wordt gelaten. Het lichaam moet met het hoofd richting Mekka wijzen en moet minstens 1,5 meter diep worden begraven. Bij het ter aarde laten op de begraafplaats mogen er naasten aanwezig zijn. Bij geëmotioneerde reacties wordt er vaak terughoudendheid gevraagd. De gemeenschap of iedereen die een band had met de overledene, mag aarde in het graf gooien. Meestal tien tot vijftien scheppen aarde. Op die manier gaat het redelijk vlot. Dat mogen ook niet-moslims zijn. Iedereen die een band had met de overledene mag zijn/haar steentje bijdragen aan het begraafritueel. 

Het is een misverstand dat het lichaam van de overledene snel begraven moet worden volgens de islamitische begraaftradities. Het moet niet snel gaan. Een uitvaart moet vooral deftig gebeuren en met de nodige verzorging. Het vooroordeel dat het snel moet gaan, stamt nog uit de tijd van de profeet Mohammed. Toen waren er geen mortuaria en koelcellen waardoor het lichaam snel begraven moest worden. Er dient ook tijd te zijn voor de naasten om zich naar de uitvaart te begeven. Als naasten van ver moeten komen, duurt het een tijdje eer de uitvaartrituelen kunnen starten. De islam geeft voorrang aan sereniteit, niet aan snelheid. Daarnaast zijn er ook de omstandigheden in onze Belgische samenleving. Wanneer een moslim sterft op kerstmis hebben ambtenaren verlof. Het is dan ook logisch dat de familie geduld moet oefenen om een repatriëring in orde te krijgen. 

Het is  soms moeilijk om begrip te vragen aan een rouwende familie die graag alles snel geregeld wilt zien. Vooral verre familieleden weten het soms ‘beter’ en willen allerlei zaken snel regelen. Aan hen vraag ik om even afstand te nemen, want mijn aandacht gaat in de eerste plaats naar de rouwende familie. Het is ook makkelijker om met drie personen te praten dan met 30. Kalmte is aangewezen. Gelukkig heb ik empathie en ben ik van nature koelbloedig. Dat is nodig, want elke uitvaart heeft zijn eigen verhaal. Zeker bij niet-natuurlijke overlijdens. De gevestigde instanties, bijvoorbeeld het parket en de politie, kan je niet overhalen om snel werk te maken van een procedure.

Uitvaartcentrum Hizir
Vóór mijn carrière als begrafenisondernemer heb ik gewerkt in de nijverheid. Vanuit een mooie ervaring heb ik besloten om begrafenisondernemer te worden. Ik volgde hiervoor een opleiding en  daarna ben ik gestart met mijn zaak 'Uitvaartcentrum Hizir'. In België wonen 1,2 miljoen moslims en België telt 7 moslim-begrafenisondernemers, vijf van Marokkaanse origine en twee van Turkse origine. Dat is zeker weinig, maar een islamitische uitvaart is niet voor iedereen weggelegd. Dit heeft te maken met de islamitische wetten, normen en tradities. Bovendien is het werk van begrafenisondernemers zeker niet voor iedereen weggelegd. Eerst en vooral heb je een sterke maag nodig, maar ook psychologisch moet je sterk in je schoenen staan. 

Met mijn opleiding kan ik alle uitvaarten doen en kan ik dus ook niet-islamitische uitvaarten begeleiden. Omgekeerd mag het niet. Met andere woorden: mijn Vlaamse collega’s kunnen geen islamitische uitvaarten begeleiden, omdat ze niet moslim zijn. Daarom schakelen mijn Vlaamse collega’s mij in, of een imam, als een moslim sterft. Zo wordt er bij het wassen van het lichaam koranverzen opgezegd. Deze moeten opgezegd worden door een moslim. 

Jaarlijks begeleid ik tussen de 140 à 150 uitvaarten, al varieert dat. Gemiddeld zijn er twee uitvaarten per week. Soms zijn het er meer, soms zijn het er minder. Elke uitvaart neemt minimum twee dagen in beslag. Ik verzorg vooral uitvaarten in en rond Genk en Gent. Er is bijna geen verschil tussen een Turkse en een Marokkaanse uitvaart, beide worden begeleid en verzorgd volgens de islamitische traditie. Een uitvaart kost tussen de 3000 en 4000 euro. Dat is minder dan een gemiddelde Belgische uitvaart, die gemiddeld 6000 euro kost. 

De naam van mijn zaak, 'Hizir', verwijst naar de naam van een islamitische heilige. Net zoals de christelijke traditie heeft de islamitische traditie ook heilige personen. De heilige Hizir helpt mensen in nood, in mijn geval zijn rouwende families in nood. Ik probeer hen te helpen door een waardige uitvaart te verzorgen voor hun overleden familielid. Op mijn kaartje staat enkel een wit paard, geen persoon. Enerzijds omdat de heilige Hizir altijd op een wit paard kwam, anderzijds omdat in de islam heilige personen niet mogen worden afgebeeld.

*Gebaseerd op een interview door Sam Stefani, vormingswerker Avansa Limburg met Tayfun Veli Arslan’o.

*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg. 

Tayfun in de moskee van Kolderbos | © Sam Stefani