Spelen van klassieke muziek op orgel in Roeselare
Een orgel is een muziekinstrument dat bestaat uit buizen (orgelpijpen) van verschillende groottes, vormen en materialen. De speeltafel van het instrument heeft een of meer klavieren (de manualen) en meestal ook een voetenklavier (het pedaal). De organist bespeelt deze respectievelijk met de vingers en de voeten.
Wanneer een toets ingedrukt wordt, zorgt een mechaniek ervoor dat er lucht door een of meer pijpen stroomt. De klank die daardoor wordt voortgebracht is afhankelijk van de grootte, vorm en materiaal waaruit de pijp bestaat. Grote orgels hebben daarom verschillende registers (reeksen van pijpen met dezelfde klankkleur) die opengetrokken kunnen worden, waardoor de organist uit verschillende klankkleuren kan kiezen.
Orgel leren spelen kan je in het DKO bij vele muziekacademies en bij de meeste conservatoria in Vlaanderen. Het is een proces van vele jaren, het vergt doorzettingsvermogen, een doorgedreven studie en het verwerven van muzikaal-analytische kennis, vergelijkbaar met topsport. Om de polyvalentie van dit instrumentarium te leren appreciëren is bovendien geregeld bezoek aan concerten van groot belang.
Van gebruik tijdens banketten tot gebruik in kerken en concertzalen
De oudste bronvermelding van een orgel dateert uit ongeveer 246 voor Christus: de Griek Ktesibios van Alexandrië maakte een hydraulos, een instrument met pijpen waarbij de druk geregeld werd door water, zo kon men tonen onafgebroken aanhouden. In de Romeinse periode was het instrument verspreid van Gallië tot Afrika en werd het onder meer gebruikt om banketten op te luisteren (Cicero).
Het instrument en het gebruik ervan is doorheen de eeuwen geëvolueerd. In de middeleeuwen werd het geïntroduceerd in de kerk om op vastgelegde momenten in de liturgie muziekstukken te laten horen. In de 16de– en 17de-eeuwse Nederlanden werd het kerkorgel enkel nog gebruikt voor concerten en niet-religieuze evenementen. Uiteindelijk werd het hoofddoel van het kerkorgel om gezangen tijdens kerkdiensten te begeleiden.
Naast kerkorgels bestaan er verschillende soorten orgels, zoals het kleinere huisorgel dat gebruikt wordt als studie-instrument en het concertorgel dat zich in concertzalen bevindt.
Spelen van klassieke muziek op orgel
Het orgel heeft een lange geschiedenis waarin het zowel voor religieuze als niet-religieuze doeleinden gebruikt werd. Ook vandaag worden orgelconcerten georganiseerd en maakt het orgel soms deel uit van een orkest.
Vele componisten hebben muziekstukken geschreven waar een orgel deel van uitmaakt. Zo componeerde Georg Friedrich Händel een twintigtal orgelconcerti; en Johann Sebastian Bach schreef het Weihnachtsoratorium voor de periode van Kerstmis 1734 tot en met Driekoningen 1735.
Naast stukken die speciaal voor orgel gecomponeerd zijn, kan muziek getranscribeerd worden voor orgel. Dat betekent dat een muziekstuk voor orkest (bijvoorbeeld Dukas zijn L'Apprenti sorcier) zo uitgeschreven wordt dat het alleen door een orgel gespeeld kan worden. Door met verschillende registers te werken, kan je het orgel immers laten klinken als een orkest.
De Franse componist César Franck zei ooit: “l’orgue, c’est mon orchestre” (het orgel, dat is mijn orkest).
Orgel in Roeselare
Roeselare en zijn deelgemeenten tellen negen kerkorgels. Twee daarvan bevinden zich in de Sint-Michielskerk: het orgel Sint-Michielskerk en het Adriaen Willaertorgel (overgebracht van de ontwijde Sint-Amandskerk). Dat tweede orgel werd vernoemd naar de Roeselaarse componist en kapelmeester Adriaen Willaert (ca. 1490-1562). Ook de orgelkring Adriaen Willaert werd naar deze componist vernoemd.
Orgelkring Adriaen Willaert ontstond in de jaren ‘80 en heeft als doel om klassieke orgelmuziek toegankelijk te maken voor een breed publiek. Sindsdien organiseert de orgelkring concerten, een jaarlijks festival en orgeltrips. Het jaarlijks festival bestaat uit twee delen: het internationaal festival waarbij buitenlandse organisten uitgenodigd worden en die dus hun eigen repertoire meenemen, en het stadsorgelfestival waarbij een tiental gratis miniconcerten gegeven worden op verschillende locaties.
Om orgelconcerten toegankelijk te maken, werkt de orgelkring rond bepaalde thema’s. Zo gaan bij het Remembrance Concert beelden en verhalen rond de wereldoorlogen gepaard met orgelmuziek. Op deze manier proberen ze een publiek naar de concerten te trekken die anders misschien niet in aanraking zouden komen met orgelmuziek.