Bharatanatyam: Een klassieke Indische dansstijl
Bharatanatyam is een van de negen klassieke Indische dansstijlen. De dans kent een lange en complexe geschiedenis, waarin zowel de dansvorm, het repertoire als de dansers verschillende transformaties hebben gekend. Oorspronkelijk werd Bharatanatyam beoefend door dansers uit kunstenfamilies, waarin de dans en de bijbehorende Karnatische muziek (Zuid-Indiase klassieke muziek) van generatie op generatie werden doorgegeven.
De naam Bharatanatyam werd geïntroduceerd na de Indiase onafhankelijkheid, toen de stijl werd geformaliseerd en het repertoire werd aangepast. Enkele prominente dansers uit deze periode reisden de wereld rond om Bharatanatyam internationaal bekend te maken. Samen met de groei van de Indiase diaspora leidde dit tot een steeds grotere groep leerlingen die deze kunstvorm over de hele wereld beoefenen.
Het leertraject
Het beheersen van Bharatanatyam vereist jarenlange intensieve training, waarbij zowel techniek, storytelling, als theoretische kennis een belangrijke rol spelen. De dans kent een uitgebreid arsenaal aan fysiek veeleisende bewegingen. Zo begint men met de basishouding, een constante plié-beweging waarbij de armen horizontaal gestrektuitgestrekt blijven. Hieraan worden ritmisch voetenwerk en handgebaren toegevoegd.
Een bijzonder kenmerk van Bharatanatyam – en andere Indische dansstijlen – is de expressie via de ogen. De ogen begeleiden het publiek en helpen de emotie over te brengen die de danser wil uitdrukken. Dit principe wordt mooi samengevat in een deze vertaling uit een belangrijke tekst over Indische dans:
"Where the hands go, there the eyes should be;
wherever the eyes are, the mind will follow;
where the mind is involved, expression grows;
and when expression is born, pure joy is experienced."
(Bharata, Nāṭyaśāstra)
Storytelling
Naast de technische elementen speelt storytelling een even grote rol. Een Bharatanatyam-danser gebruikt het hele lichaam – inclusief kostuum en sieraden – om verhalen en emoties uit te beelden. Een goede danser onderscheidt zich door het publiek mee te kunnen nemen in het verhaal. Dit vereist niet alleen een perfecte controle over het lichaam en de nuances van emotie, maar ook kennis van de vele verhalen die worden uitgebeeld. Het merendeel van deze verhalen is afkomstig uit de hindoeïstische mythologie. Voor niet-Indiase dansers vormt dit een extra uitdaging, omdat veel van deze verhalen zijn geschreven in Indiase talen, boven op de overige theoretische kennis die zij moeten beheersen.
Wanneer een leerling de techniek en theorie goed beheerst, kan hij of zij beginnen met het instuderen van repertoirestukken waarin ook storytelling aan bod zal komen. Het leertraject wordt afgesloten met een eerste officiële optreden voor een groot publiek, de Arangetram (ook wel Rangpravesham genoemd). Dit is een symbolisch moment, waarin de leerling wordt geïntroduceerd als beginnend artiest in de danswereld.
Overdracht van kennis
Het leerproces in Bharatanatyam volgt de guru-shishya traditie, een systeem waarin de danspraktijk wordt overgedragen van leraar (guru) op leerling (shishya). De leerling wordt dus deel van een grotere traditie van eerdere gurus en wordt ook verwacht bij verdere optredens te vernoemen onder welke gurus men heeft les gekregen. In de meest traditionele vorm woonde de leerling in bij de leraar om dagelijks intensieve lessen te volgen.
Tegenwoordig worden lessen meestal gegeven in dansscholen, maar de holistische aanpak blijft behouden. Bharatanatyam, Zuid-Indische muziek en yoga zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, en een toegewijde leerling wordt dus in alle drie de disciplines onderricht.
*Deze inzending kwam tot stand dankzij CEMPER, het Centrum voor Muziek- en Podiumerfgoed.