Afscheid nemen van een overledene volgens de Pinkstergemeente
Levenseinde volgens de Pinkstergemeente
Leden van de Pinkstergemeente geloven, net als andere Christenen, dat er bij de dood een scheiding komt tussen lichaam en ziel. Net als alle andere Protestants-Evangelische christenen geloven zij in de gelukzaligheid van alle gelovigen in Christus. Wie Christus verwerpt, wacht het oordeel, want op Bijbelse grond beloven zij dat Christus zichtbaar zal terugkomen om de wereld te oordelen en het Koninkrijk van God voor eeuwig te bevestigen. Bij de terugkomst van Christus zullen de doden opstaan en volgt het oordeel zoals beschreven in het evangelie van Mattheus, hoofdstuk 25. Protestants-Evangelische christenen geloven niet in het bestaan van een 'vagevuur', enkel in het bestaan van hemel of hel. Als gevolg daarvan wordt er ook niet voor gestorven mensen gebeden behalve in de vorm van dankzegging voor hun leven. Daarin volgt men het schriftwoord: 'Mensen moeten eenmaal sterven en daarna volgt het oordeel.' (Brief aan de Hebreeën 9 vers 27)
Pastorale zorg
Bij een onverwacht overlijden is er geen begeleiding mogelijk, maar in andere gevallen is er pastorale zorg voor mensen die zwaar ziek of stervend zijn. We gaan op bezoek, bidden en gaan in gesprek met elkaar. Bij een gebed volgt men in de Pinksterbeweging geen vaste rituelen of gebedsteksten uit een boek, maar er wordt zoveel mogelijk spontaan gebeden. Na het overlijden en de uitvaart is er over het algemeen een vorm van pastorale zorg voor de nabestaanden, meestal in de vorm van bezoek met een gesprek.
Een dankdienst voor de overledene
Bij een begrafenis schrijft de Pinksterbeweging geen bijzondere rituelen, woorden of gebeden voor. Bovendien verschillen de rouwpraktijken niet fundamenteel met die van andere Protestantse Kerken. Wat hieronder volgt is meestal het gebruikelijke.
Er is altijd een uitvaartdienst, die in het kerkgebouw of in een andere zaal gehouden wordt, zoals het crematorium of in een zaal van een begrafenisonderneming. De kist van de overledene wordt vooraan in de zaal geplaatst. Uitzonderlijk kan de dienst ook gehouden worden zonder de kist, een aantal dagen na de crematie of de begraving. Het dient als dankdienst voor het leven van de gestorvene. In alle gevallen bestaat de dienst steeds uit een welkomstwoord, een aantal gebeden die over het algemeen eerder spontaan geuit worden en die niet afgelezen worden van gedrukte teksten. Er worden eveneens een aantal liederen gezongen. Dat laatste, de samenzang of het samen zingen van liederen, vormt een essentieel element van de geloofspraktijk van Pinksterchristenen.
Bij een rouwdienst wordt de keuze van de liederen vaak bepaald door gelovige familieleden van de overledene. Indien bekend, zingt men liederen die de overledene zelf graag zong. Deze liederen komen meestal uit de bundel ‘Opwekking’, gepubliceerd door de Stichting Opwekking in Putten, Nederland. Het aantal gezongen liederen kan variëren van 2 of 3 tot een tiental. Er is bijna altijd een lezing uit de Bijbel, niet zelden uit het boek Psalmen.
Er wordt in de dienst ook ruim de tijd gegeven voor familie en vrienden om iets te zeggen over het leven van de overledene. Dit kan ook in de vorm van een getuigenis zijn, bijvoorbeeld over hoe de overledene iemand geïnspireerd of geholpen heeft in zijn of haar geloof. Er kan ook een muzikale bijdrage zijn.
De preek wordt verkondigd door de voorganger van de geloofsgemeenschap of iemand die daartoe uitgenodigd werd en is gebaseerd op een gekozen bijbeltekst. Dat is een vast onderdeel van de dienst en vormt een bron van troost. Het bevat meestal ook een oproep tot het geloof in Christus. De dienst wordt beëindigd met een zegenbede.
De eigenlijke volgorde van de dienst is vrij flexibel, maar vaste onderdelen zijn het welkomstwoord, gebeden, getuigenissen of lofbetuigingen, gezangen, een preek en een zegenbede. Recent is het ook meer en meer gebruikelijk om op een bepaald moment gedurende de dienst een serie foto's van de overledene te projecteren op een scherm. Dat gebeurt vaak onder begeleiding van muziek, 'live' of opgenomen. Meestal is er ook een moment - naar het einde van de dienst toe - waarop alle aanwezigen een voor een naar voren komen en bij of rond de kist afscheid nemen. Vaak leggen ze daarbij een bloem op de kist.
De duur van de dienst varieert van ongeveer 40 minuten tot meer dan een uur, naargelang het aantal deelnemers, de hoeveelheid liederen en muziek en de lengte van de preek. Een preek van 20 minuten tot een half uur is niet ongebruikelijk.
Zowel teraardebestelling als crematie zijn mogelijk. Meestal zijn er bloemen op de kist. Soms wordt er een Bijbel op de kist gelegd, omdat de Bijbel zo’n centrale plaats bekleedt in het leven van Protestants-Evangelische christenen. Toch is dit geen regel en dit wordt dan ook niet door iedereen gevolgd. Na de crematie of teraardebestelling volgt normaal een koffietafel voor familie en genodigden.
*De Pinkstergemeente ‘De Kruispoort’ in Brugge behoort tot de wereldwijde Pinksterbeweging, die aan het begin van de 20e eeuw ontstaan is onder groepen evangelische christenen die vernieuwing zochten in het bestaande kerkleven. Daarin lieten zij zich inspireren door de vitaliteit van de eerste christenen die op het Pinksterfeest vervuld werden van de Heilige Geest. (Zie het verhaal in het Bijbelboek Handelingen, hoofdstuk 2). De geloofsopvattingen van christenen in de Pinksterbeweging verschillen niet in wezen van die van andere Protestants-Evangelische Kerken, want de Bijbel is de enige bron van gezag. In een Pinkstergemeente ligt de klemtoon echter wel op de werking en de gaven van de Heilige Geest in het leven van de gelovigen, en op het uitdragen van de blijde boodschap van het evangelie. Elke gemeente is autonoom, maar ‘De Kruispoort’ is samen met een 80-tal andere gemeenten in Vlaanderen en Brussel lid van het Verbond van Vlaamse Pinkstergemeenten. Via dit Verbond is de gemeenschap ook aangesloten bij de Federale Synode van Protestantse en Evangelische Kerken in België. Verder zijn er ook informele banden met soortgelijke bewegingen in andere landen en ook met 'charismatische bewegingen' in Katholieke en Protestantse Kerken. In de Pinkstergemeenten is er geen centraal gezag en er wordt in deze kerken vanaf de basis gewerkt. Iedereen krijgt maximaal de ruimte om bij te dragen aan het gemeenschapsleven.