Afscheid nemen van een overledene volgens het Hindoeïsme

Levenseinde in het hindoeïsme, het geloof in reïncarnatie
Hindoes geloven in reïncarnatie: wanneer iemand sterft, gaat de ziel over naar een ander lichaam. Dat geloof in reïncarnatie hangt nauw samen met het kastensysteem in het hindoeïsme. De ziel is onsterfelijk en wordt telkens herboren. Wie goed en volgens de regels van zijn eigen kaste leeft, komt in een beter leven terecht. Wie dat niet doet, herleeft in een lagere kaste of wordt in zijn leven gestraft met ziekte en lijden. Het uiteindelijke streven is de verlossing uit de cyclus van hergeboorte.

In Nepal is een afscheidsceremonie heel uitgebreid en complex. Elke kaste kent eigen priesters en eigen tradities en gebruiken. Hier in België is de gemeenschap nog vrij jong, we hebben nog maar weinig sterfgevallen meegemaakt. Het kastensysteem leeft hier veel minder. We vormen één gemeenschap. Er is een stevig netwerk van verenigingen en contacten in heel België, zodat we altijd snel op de hoogte zijn en op zoek kunnen gaan naar een priester of iemand om te helpen bij een overlijden. Alle regels en tradities van het thuisland naleven is onmogelijk, maar we doen ons best om de overledene zo goed mogelijk naar het volgende leven te begeleiden.

Bidden
De familie bidt uit het hindoe-gebedenboek en probeert de stervende gerust te stellen. Sterven is Gods wil en niet iets om bang of verdrietig om te zijn. Door te bidden proberen we ook al het slechte te verdrijven.

Na het overlijden is het belangrijk dat niemand het dode lichaam nog aanraakt, behalve één man. Liefst de zoon, in tweede instantie iemand uit de dichte familie en anders iemand met dezelfde familienaam, mag het dode lichaam aanraken en wassen. In aanwezigheid van de familie wordt het lichaam besprenkeld met water of met een mengsel van boter, melk, yoghurt en honing, om het te zuiveren. Dode mannen krijgen witte kledij, vrouwen rode. Het is de gewoonte dat iedereen die dat wil de overledene bezoekt, meestal in het funerarium. Er wordt gebeden in stilte, met eigen woorden en recht uit het hart.

Begraven
In Nepal verbranden we het lichaam zo snel mogelijk. Ook in België kiezen we voor crematie en liefst zo snel mogelijk. Zo kan de ziel gemakkelijk het lichaam verlaten. Meestal is er voor de crematie een hindoe-priester aanwezig. Als er geen priester beschikbaar is, gaat een familielid of vriend, altijd een man, voor in gebed. We bidden bij de kist en leggen er bloemen of rijst op. Voor een afscheidsdienst dragen wij meestal witte kledij. Het is belangrijk dat er veel mensen aanwezig zijn, maar dat lukt niet altijd. In dat geval gaan we nadien op bezoek bij de familie. Soms wordt het dode lichaam gerepatrieerd. Vaak geven we de as van de overledene met familie mee naar Nepal. Daar houden ze dan een meer uitgebreide afscheidsceremonie, met een priester en in aanwezigheid van de familie in het thuisland. Ook wordt de rouwperiode daar opnieuw en volledig volgens de regels beleefd. In België strooien we de as meestal op zee uit.

Rouwen
De vaste rouwperiode duurt dertien dagen. Het huis van de overledene wordt volledig gepoetst. De familie neemt verlof en gaat niet naar buiten. Ze geven alle vlees en eieren weg en gaan vasten: geen vlees, geen alcohol, geen zout. Zout staat symbool voor wat een lichaam nodig heeft om te leven. In de rouwperiode proberen we vooral goed te bidden. We eten boter, gember en rijst. De dichte familie slaapt in die periode op een matras op de grond. Na het sterven van een echtgenoot, draagt de weduwe dertien dagen witte kledij. Als ze dat wil, kan dat ook langer. Bij zonsop- en zonsondergang bidden familie en vrienden. In de periode na een overlijden komen heel veel mensen op bezoek om de nabestaanden te troosten. Vaak kiest dichte familie ervoor om tot een jaar na de sterfdatum te blijven vasten en sober te leven. Elk jaar organiseert de zoon van de overledene voor de familie een herdenkingsceremonie op de sterfdatum. Dan komt iedereen bijeen om de dode te herdenken, te bidden en te vasten.

Tijden veranderen 
In Nepal is de tempel een centrale plek. Mensen hebben er veel tijd om elkaar te ontmoeten, leven meer samen en veel meer op straat. In België verloopt het anders. We hebben hier geen tempel en veel minder tijd. We zijn niet zo flexibel. Afscheidsceremonies zijn in Nepal ook veel uitgebreider. Doden worden er verbrand en meegegeven met de rivier. Priesters begeleiden het hele gebeuren, van het sterven tot en met de rouwperiode. Er zijn ook veel meer tradities en regels die nageleefd worden. Het is niet te vergelijken met wat we hier (kunnen) doen.

*Het hindoeïsme is een eeuwenoude combinatie van verschillende godsdiensten, tradities en verhalen. Het geloof kent vele geschriften, waarvan de oudste de Veda’s zijn. Die geschriften groeien nog steeds. Er is dus niet één waarheid. Er is ook niet één god, al zijn alle goden ontstaan uit één goddelijkheid, Brahma. Verschillende mensen met Nepalese roots zijn hindoe.

*Deze tekst kwam tot stand met dank aan het project 'Tijd voor afscheid' | Een project van Dienst Diversiteit en de Erfgoedcel van de Stad Brugge, FMDO, Vormingplus regio Brugge, Stedelijke Academie Brugge en huisvandeMens.

Ganesha, de hindoegod met het olifantenhoofd (onder het stolpje), tweemaal Boeddha en rechts achteraan de hindoegodin Lakshmi. | © Joost Goethals