DE FIRTEL VAN ZULTE
De Firtel van Zulte is een plezante stoet die jaarlijks de eerste zondag van oktober (vroeger op de daarop volgende dinsdag) door de gemeente trekt.
De stoet wordt vooraf gegaan door de lokale reuzen (ononderbroken sinds 1907), de firtelbok (sinds 1957 symbool van de firtel), de lokale harmonie en één of meer uitgenodigde muziekmaatschappijen. Daarna volgt de eigenlijke firtel met wagens en groepen die op een achttal plaatsen langs het parcours een voorstelling brengen van een tiental minuten. De gekozen onderwerpen kunnen heel divers zijn, maar tegenwoordig komen lokale politiek en recente gebeurtenissen het meest aan bod. Vroeger ging de aandacht meer naar internationale gebeurtenissen, uitvindingen, sport, oude nijverheden. Waren het vroeger vooral de wijken en buurten die met een wagen of groep deelnamen, tegenwoordig zorgen de jeugdbewegingen voor de opvolging: KSA en oud-KSA, Chiro, Open Jeugdwerk.
Woordkundig zou firtel/fitel/fiertel voortkomen van het Latijnse ‘feretrum’, iets dat rondgedragen wordt. De ommegangen met een relikwiekast noemde men oorspronkelijk ‘fierter’, later verbasterd tot ‘fiertel’. Zo gebeurt het nog in Ronse. Daar wordt op Drievuldigheidszondag de relikwie van Sint-Hermes in ommegang meegedragen. Maar in Zulte is geen enkel spoor terug te vinden van een religieuze oorsprong.
Wanneer de Zultse Firtel ontstond, daarover bestaat geen zekerheid. In 1928 verstrekte oud-notaris Pieter-Hendrik Martens, geboren in Zulte in 1846 en vanaf 1868 gedurende 30 jaar gemeentesecretaris in Zulte, gegevens nopens de beginjaren. Die info lijkt geloofwaardig gezien zijn geboortedatum en functie. Notaris Martens wist te vertellen dat er voor 1800 in Zulte reeds een firtel uitging en het firtel(fiertel)liedje toen gewoonlijk werd geschreven door dichter Pieter Joost de Borchgrave (1758-1819) uit het naburige Wakken. Over deze liedjes is nochtans niets terug te vinden. Van hem is wel een gedicht bekend dat hij schreef naar aanleiding van de overhandiging van het vaandel aan de Zultse Patriottinnen in 1790. Tijdens de armoede van de jaren 1840 viel de stoet uit de gebruiken.
Het was rond 1860 dat schoenmaker Clement Verplaetse (later veldwachter), Leo Lefever en leurder in konijnenvellen Jan Standaert, een staartje maakten aan de tweedaagse kermis van begin oktober. Verkleed, met een hondenkar, trokken ze al zingend en springend door het dorp, tot plezier van de dorpsgenoten. Aangemoedigd door de bijval gingen ze zich vertonen op het kasteel, waar ze van baron Limnander een kan bier en een dubbele frank drinkgeld kregen.
Het volgende jaar werd besloten meer te doen en zo gebeurde ook. De firtel was herboren. De stoet gaat sindsdien jaarlijks uit, enkele uitzonderingen niet te na gesproken: de oorlogsjaren 1914-1918, 1939-1944 en het coronajaar 2020.
In de gemeenterekeningen is aanvankelijk weinig terug te vinden over bijdragen aan de firtel. Tot 1890 wordt steeds gesproken over een toelage, zonder details, aan de septemberfeesten. Daarmee werden de Kermis ten Dale van augustus en de kermis van oktober samen bedoeld. In 1890 spreekt een gemeentedocument van ‘prijzen gegeven aen de inrichter van den koddigen stoet’, in 1893 ‘voor den praalstoet genaemd fitel’. In de ‘Gazette van Deynze’ in 1896 staat een aankondiging voor de ‘intrede van den aloudgekende stoet door de Fietelvrienden van Zulte’. In elk geval, in 1957 werd op luisterrijke wijze ‘100 jaar Zulte Firtel’ gevierd en van dan af werd ‘de firtelbok’ het symboom van de stoet. In 2007 werd anderhalve eeuw gevierd en een firtelmonument onthuld.
Zulte is niet de enige gemeente waar een koddige firtel/fitel/fietel/fiertel uitgaat. Ook Eine, Mater en Volkegem kennen dergelijke traditie. Ooit bestond ook zo een uitgang in Wannegem, Lede(Wannegem), Etikhove, Nukerke, Sint-Kornelis-Horebeke, Bevere (Oudenaarde), Nederename, Heurne, Welden en Asper. Merkwaardig allemaal te situeren in de Oost-Vlaamse Scheldestreek rond Oudenaarde, met uitzondering van Zulte aan de Leie.
De schrijfwijze van het woord verschilt onderling. In Zulte is het sinds 1919 ‘firtel’, ervoor fietel en fitel. In Eine: fitel of fietel. In Mater: fietel en fiertel. In Volkegem: fiertel. Ze hebben onderling als gemeenschappelijke kenmerken: ze gaan uit in de nazomer (augustus-oktober), hebben eigen reuzen en er worden grappige voorstellingen gegeven op verschillende plaatsen.
*Beschikbare bronnen:
-boek: ‘Zulte Firtel – Stoet van leute en plezier’, André De Poorter, 2007, 96 pagina’s
-copie affiche 1898 (origineel Stadsarchief Deinze)
-privé-archief André De Poorter: firtelliedjes vanaf 1891, programma’s, persknipsels, scans gemeentedocumenten, ontelbare foto’s