De Garnaalvisserij te paard in Oostduinkerke
De garnaalvisserij te paard is een ambacht waarbij met behulp van een Brabants/Belgisch trekpaard op garnalen gevist wordt.
De vissers gaan een paar keer per week met paard en net de zee in, behalve in de wintermaanden. Het vissen duurt zo’n drie uur: anderhalf uur voor tot anderhalf uur na laagtij. Het paard stapt tot aan de borst door het water, parallel met de kust. Men gebruikt een trechtervormig net (7 x 10 meter) dat door twee zijdelingse planken wordt opengehouden. Gezien dit net een enorme trekkracht vergt, worden hiervoor Brabantse trekpaarden ingezet. Een ketting sleept over het zand en veroorzaakt schokgolven waardoor de garnalen opspringen en in het net terechtkomen. Om het half uur wordt het vissen onderbroken om terug naar het strand te gaan, het net te legen en de vangst te zeven. De garnaaltjes komen terecht in de korven die langs weerzijden van het paard hangen. Na het vissen worden de garnalen gekookt in zoet water.
De garnaalvisserij te paard is een ambachtelijke vaardigheid die nauw verbonden is met de natuur: een goede kennis van de zee, de zandstrook en een groot vertrouwen in en respect voor het paard zijn onontbeerlijk. Het is een sprekend voorbeeld van een dynamische en duurzame omgang met natuur en cultuur die wordt doorgegeven van generatie op generatie. Twaalf families (en 15 erkende garnaalvissers te paard) in Oostduinkerke zijn actief in de garnaalvisserij. Dit immaterieel erfgoed is echter van belang voor de hele gemeenschap van Oostduinkerke en Koksijde, die de garnaalvisserij te paard als belangrijk voor hun identiteit beschouwen.
De Garnaalvisserij te paard in Oostduinkerke werd in 2013 toegevoegd aan de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van UNESCO.