Drinkceremonie van de Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde in Diest
De Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde uit Diest werd in 1388 gesticht als een schuttersgilde uitgerust met een grote handboog. In het begin van haar bestaan was de Sint-Sebastiaansgilde verantwoordelijk voor de verdediging van de stad en had zij dus een zuivere paramilitaire rol. Vanaf de 19de eeuw is de Sint-Sebastiaansgilde geëvolueerd naar een socio-culturele vereniging waarbij er vooral aandacht wordt geschonken aan het feestelijke. Sinds eind jaren tachtig van vorige eeuw werd echter de boog terug ter hand genomen, louter ter ontspanning.
De drinkceremonie of ‘beker drinken’
Rond de naamdag van Sint-Sebastiaan, 20 januari, viert de Sint-Sebastiaansgilde al eeuwen haar teerfeesten. Bij deze gelegenheid werden en worden nieuwe leden ingezworen, trouwe leden gevierd en nieuwe bestuursleden aangesteld. Dit gebeurt volgens een strikt geregisseerde drinkceremonie die vermoedelijk al sinds de 18de eeuw ongewijzigd is. Deze drinkceremonie wordt binnen de Sint-Sebastiaansgilde het “beker drinken” genoemd.
Het drinken van de beker is een voorrecht. De strikte ceremonie met de eeuwenoude gilde-attributen vindt plaats in de historische Sint-Joriszaal van het stadhuis in Diest. De kandidaten worden voorafgegaan door het Gildebestuur in stoet en onder luid belgerinkel naar de Sint-Joriszaal geleid. Voor al de aanwezige gildeleden en hun genodigden is dit belgerinkel het sein om zich ook naar de Sint-Joriszaal te begeven waar zij zich in een halve boog opstellen.
De zilveren gildebeker wordt gedragen door de Hoofdman. De Hoofdman wordt voor een periode van 4 jaar verkozen door en binnen het Gildebestuur en leidt in die periode de St-Sebastiaansgilde. De Hoofdman is tevens het aanspreekpunt zowel binnen als buiten de St-Sebastiaansgilde, leidt de verschillende ceremoniën en wordt bij de uitoefening van zijn taak bijgestaan door het Gildebestuur.
De gildebeker zelf dateert uit 1714 van de hand van de zilversmid Gaspard Lanoy, speelt hier de hoofdrol. Deze gildebeker is één van de pronkstukken van het patrimonium van de Sint-Sebastiaansgilde en werd op 21 juni 2023 door de Vlaamse overheid erkend als Vlaams topstuk. Deze zilveren gildebeker heeft een inhoud van een fles wijn en wordt gevuld met een donker bier van hoge gisting. Naar aanleiding van het 800-jarige bestaan van Diest in 2029 zal dit gildebier opnieuw gebrouwen worden.
Elk kandidaat-lid die verkozen werd tijdens de algemene vergadering, dient tijdens de plechtige drinkceremonie de gildebeker te ledigen. De beker dient zonder stoppen uitgedronken te worden in één vloeiende beweging, steunend op slechts de rechtervoet en zich met één hand vasthoudend aan de gildelantaarn. Dit alles liefst onder de opzwepende tonen van een steeds sneller spelend muzikaal deuntje. Na het ledigen van de gildebeker legt het nieuwe gildelid de eed van trouw af in de handen van de hoofdman en tegenover het Sint-Sebastiaansbeeldje dat op het deksel van de gildebeker is gestileerd. Vervolgens wordt het gildeboek ondertekend en zijn ze van nu af aan volwaardig gildelid.
Hun naam wordt na het voltooien van de drinkceremonie dan ook vermeld op het gildetableau in de drinkzaal van het stadhuis van Diest. Dit tableau van de Sint-Sebastiaansgilde herneemt alle huidige gildeleden met naam en jaar van lidmaatschap. De Gildeleden worden hierop gerangschikt in volgorde van anciënniteit. Bij de Gildeleden die schutterskoning geweest zijn wordt een bijkomend symbool achter hun naam geplaatst. De andere “bekerdrinkers” dienen uiteraard de eed niet opnieuw af te leggen maar ondertekenen wel het gildeboek.
Ook de gildeleden, man of vrouw, die 35 of 50 jaar lid zijn krijgen de eer om opnieuw hun gildebeker te nuttigen. Zij worden na de beker dan ook gehuldigd met een zilveren of gouden papegaai, het symbool van de schuttersgildes, met daaraan een gegraveerd schildje met hun naam en de betrokken periode. Ook komen er steeds meer gildeleden die 60 jaar lid zijn. Zelfs zij staan erop, binnen de mate van hun mogelijkheden, om nogmaals de gildebeker aan hun lippen te zetten. Tenslotte dient, desgevallend, de nieuw verkozen hoofdman of een nieuw bestuurslid de beker te drinken evenals de schutterskoning en de winnaar van de blazoenschieting.
Het “beker drinken” heeft dan ook voor het gildewezen in het algemeen en de Sint-Sebastiaansgilde van Diest in het bijzonder een traditionele betekenis: de overlevering wil immers dat wijsheid en kennis zich verenigen binnen een rijp, veredeld vocht zoals wijn of bier. De Nederlandse taal spreekt immers over het “geestrijke vocht” en de “wijsheid in de kan”. Het ledigen van de gildebeker symboliseert dan ook het al drinkend verwerven van de geconcentreerde neerslag van kennis, maturiteit en wijsheid, welke nodig is om een echt goed gildelid te worden. Maar zolang je de beker niet geledigd hebt en nog op één been staat, blijf je maar een wankel, onvolmaakt iemand. Pas als je de beker ledigde, ben je volwaardig en mag je met je beide voeten op de grond staan. Alvast binnen de Sint-Sebastiaansgilde.
De Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde telt zo'n 150 leden, en er komen nog elk jaar nieuwe leden bij. Dit zijn vaak de kinderen van bestaande leden, maar ook buitenstaanders vinden hun weg naar de gilde. Jaarlijks worden er zo’n tien oefenschietingen georganiseerd, die meestal starten in het najaar en eindigen met het gildebal. De eeuwenoude tradities van de Sint-Sebastiaansgilde worden dus enthousiast verdergezet.
*Gebaseerd op de tekst van Steve Hamels en Lore Derboven