Esperanto in Vlaanderen en de internationale congressen

In 1887 werd in Oost-Europa het eerste leerboek van de plantaal Esperanto gepubliceerd door dr. L.L. Zamenhof. “Esperanto” was het pseudoniem van de auteur en werd al snel de naam van de taal. Het eerste leerboek was in het Russisch en in de daaropvolgende jaren verschenen versies in de belangrijkste andere Europese talen.

Om te leven en te evolueren moet een taal gebruikt worden. In een beginperiode kon dit alleen schriftelijk. In het begin van de twintigste eeuw ontstonden overal groepjes waar het Esperanto aangeleerd en gesproken werd; in grote steden konden dat groepen met honderden leden zijn. Er ontstonden ook organisaties waarin esperantisten uit een bepaalde beroepsgroep of met een bepaalde interessesfeer zich verenigden.

Wereldcongressen
In 1905 had het project zijn levensvatbaarheid bewezen en was de taal al voldoende ruim verspreid om een eerste internationaal congres te organiseren en zo de taal in de praktijk te testen. Dit gebeurde in het Noord-Franse Boulogne-sur-Mer met 688 deelnemers uit 20 landen. De traditie van jaarlijkse internationale congressen bestaat nog steeds en regelmatige deelname eraan wordt door veel Esperantosprekers als essentieel beschouwd om volwaardig lid van de beweging te zijn.

In de loop der jaren zijn binnen de Esperantobeweging een aantal vaste gebruiken en rituelen ontstaan. Dit is vooral merkbaar op de jaarlijkse wereldcongressen. Die vinden elke zomer plaats, telkens in een ander land en in 2024 voor het eerst in Afrika (Arusha, Tanzanië). 

Een congres duurt telkens een week, van zaterdag tot zaterdag, met vaste onderdelen (een officiële opening en sluiting, toeristische uitstappen op woensdag, een veiling van Esperanto-curiosa, een banket en een bal…).

Bij de opening (zondag) en sluiting (zaterdag) iedereen aanwezig. Bij de opening verwelkomen vooraanstaanden uit het gastland en diplomatieke vertegenwoordigers de bezoekers en wordt de laatste praktische informatie voor het congres gegeven. Bij de sluiting worden het nieuwe bestuur en de plannen voor de komende jaren voorgesteld en worden de vrijwilligers bedankt die het congres hielpen organiseren. Beide activiteiten worden afgesloten met het zingen van de Esperanto-hymne ‘La Espero’. 

Door het grotere deelnemersaantal is het mogelijk om culturele activiteiten te organiseren, die niet mogelijk zijn voor een lokale vereniging, zoals zangrecitals, opvoering van toneel, congresuniversiteit met lezingen en discussies van profs uit verschillende universiteiten, toeristische uitstappen, bijeenkomsten van vakgroepen en ook de verkiezing van het bestuur en bepaling van het beleid van de Wereld-Esperantobond. Een dag van zo'n congres bevat liefst een 50-tal programmapunten, zodat deelnemers kunnen kiezen naargelang hun interesse. 

Er zijn ook onderdelen die niet in het programma staan, maar toch elk jaar spontaan tot stand komen, zoals een congreskoor. Het congreskoor is nooit vermeld in het officiële programma, maar wordt elk jaar spontaan samengesteld. Het repeteert en treedt op in het congresgebouw of in de omgeving.

Zangrecitals
Op het programma van de wereldcongressen staan telkens twee ‘artistieke’ avonden (muziek, dans..) De ene (‘internationaal’) wordt verzorgd door deelnemers aan het congres, in principe dus amateurs, die eigen werk of tradities uit hun land presenteren. Tijdens de andere geeft een (professioneel) artiest of gezelschap uit het gastland een voorstelling. 

Congresuniversiteit
De ‘congresuniversiteit’ (Internacia Kongresa Universitato) bestaat sedert 1948. Wetenschappers uit verschillende landen geven er lezingen over hun specialiteit. De ‘rector’ is over het algemeen een wetenschapper-esperantist uit het gastland.

Infana Kongreseto
Tegelijk is er telkens ook een infana kongreseto, zodat de ouders ongestoord aan het ‘echte’ congres kunnen deelnemen. Aansluitend op de wereldcongressen zijn er elk jaar ook jongerencongressen van een week, meestal in een andere regio van hetzelfde land.

Veiling
Op een van de laatste congresdagen wordt een veiling gehouden van zeldzame of interessante Esperanto-boeken of –tijdschriften en andere curiosa die door de bezitter gratis afgestaan worden en waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat.

Recente wereldcongressen
Het laatste wereldcongres vond plaats in Brno (Tsjechië) van 26 juni tot 2 augustus 2025 met eindelijk 1132 deelnemers uit 63 landen, het aansluitende jongerencongres in Cisarua, Bogor (Indonesië) van 9 tot 16 augustus. Het volgende wereldcongres is gepland voor 1-8 augustus 2026 in Graz (Oostenrijk). 

Daarnaast kan je op een internationale kalender (“Eventa Servo”, www.eventaservo.org) een lijst en details vinden van tientallen bijeenkomsten voor jongeren, kinderen, vakgroepen, kleinere bijeenkomsten, plaatselijke activiteiten, cursussen enz. in de wereld. Het succes van deze ontmoetingen, die in aantal groeien, zit hem in diversiteit, vriendschappelijke sfeer en respect voor elkaar. 

Vlaanderen
In Vlaanderen is er een gelijkaardige traditie, maar met een afwijkende evolutie. Er waren tot aan de Tweede Wereldoorlog ook jaarlijkse congressen (vanaf 1930 zelfs twee, van twee rivaliserende verenigingen) met een optocht door de stad, een groepsfoto voor een monument, een ontvangst op het stadhuis met toespraken… Na de oorlog groeiden de verenigingen naar elkaar toe en werd er slechts één congres georganiseerd, soms samen met Nederland. Begin jaren 1960 was alles gereed om weer tot één Belgische vereniging te komen, maar een decennium later kwam de eerste staatshervorming, waardoor culturele verenigingen verplicht werden zich terug op te splitsen. De nieuwe Vlaamse Esperantobond werd opgericht in 1978 en het eerste Vlaams Congres vond plaats in 1983 in Leuven. Na een aantal jaren onderbreking werd herstart in 2010 in Antwerpen, ditmaal meteen als Benelux-congres. 

Een vaste waarde in België is de Zamenhof-tago rond 15 december, Zamenhof’s geboortedag. Elk jaar nodigt een een stad de Belgische Esperantosprekers uit voor een bijeenkomst. Andere regelmatige, niet noodzakelijk jaarlijkse bijeenkomsten zijn de Limburga Tago en de serĉpromenado (wandelzoektocht) in Gent.

De  laatste wereldcongressen in België vonden plaats in Brussel in 1960 en in Antwerpen en Leuven (jongerencongres) in 1982. Een Europese Unie-congres vond plaats in Oostende in 2000. Landelijke congressen en congressen van vakverenigingen tellen enkele honderden deelnemers en duren over het algemeen enkele dagen, maar hebben, op veel kleinere schaal, vergelijkbare tradities. 

Wikipedia
Meerdere Vlamingen werken mee aan de Esperanto-versie van Wikipedia (https://eo.wikipedia.org/). Kort na de lancering van de Engelstalige Wikipedia ontstond in november 2001 ook de Esperanto-versie (‘Vikipedio’). Met 373.000 artikels behoort die tot de middelgrote taalversies (37ste). Ter vergelijking: de Engelstalige heeft er 7 miljoen, de Nederlandstalige (6de) 2,2 miljoen. Vlaamse Esperantosprekers dragen bij door eigen artikels en door vertaling van Nederlandstalige artikels naar het Esperanto.

Gemeenschap
De Esperantogemeenschap
heeft zo een eeuw bestaan, met periodes van bloei en periodes van stagnatie. De komst van het internet heeft een ommekeer teweeggebracht. Nu zijn de sprekers niet meer afhankelijk van dure reizen of trage correspondentie voor hun internationale contacten; alles kan onmiddellijk en met te verwaarlozen kosten. De keerzijde van de medaille is dat het nu niet meer nodig is om lid te zijn van een vereniging om Esperanto te leren en te spreken. De verenigingen passen zich aan door hun traditionele bijeenkomsten geleidelijk te vervangen door grensoverschrijdende videoconferenties.

De idee om de taal wereldwijd in de leerprogramma’s van de scholen op te nemen en op die manier het gebruik ervan vanzelfsprekend te maken, werd nooit gerealiseerd. Wel is de taalgemeenschap  geëvolueerd van een kleine groep welstellende Europese intellectuelen tot een wereldwijd netwerk met sprekers uit alle bevolkingsklassen. In principe staat niets de snelle realisatie van de begindoelstellingen in de weg.

Esperanto-Archief
Speciaal voor Vlaanderen is het bestaan van een eigen archief (www.iespa.eu), onderdeel van een internationaal netwerk, dat instaat voor de bewaring en het toegankelijk maken van het Esperanto-erfgoed, met onder meer tienduizenden boeken en tijdschriften. Ook op die manier wordt de taal levend gehouden.

Wereldcongres in Brussel in 1960 | © Internationaal Esperanto Archief (IEspA)