Haagleiden

Haagleiden is een eeuwenoude vorm van landschapsbeheer om hagen rond akkers, graslanden, boomgaarden en erven ondoordringbaar te maken of om vee te geleiden in driftwegen. Tegenwoordig worden hagen vooral gewaardeerd om hun ecologische waarde, als leefgebied voor flora en fauna en hun rol in gewasbestuiving.

Technieken en stijlen
Het vakmanschap, vaak beschreven met ‘leiden en verdichten van hagen’, omvat veel technieken en stijlen. Afhankelijk van regio, stijl en techniek circuleren verschillende benamingen: haagleiden, haagdichten, haag- of heggenvlechten, heggen leggen… Haagleiden is het manipuleren van takken en/of stammen in hun groei met als doel een verdichting van de haagstructuur. Dit gebeurt na aanplant of in functie van verjonging van de haag. Haagdichten bestaat eruit om takken en/of stammen naargelang de gewenste functie te leiden in richtingen waar ze van nature niet groeien. Hierbij worden uiteenlopende technieken toegepast, afhankelijk van de soort(en), de ouderdom van de haag, de standplaatscondities en invloeden van buitenaf.

Binnen haagleiden/haagdichten onderscheiden we 2 groepen technieken: extensieve technieken (met beperkte wondvorming) zoals buigen, leiden, vlechten, kruisen, twijnen en afleggen, en invasieve technieken (via zagen of breken) zoals knikken en leggen. Tijdens het verdichten worden werktuigen zoals kapmes, bosbijl, handzaag en snoeischaar gebruikt.

Het resultaat is een levend traliewerk van geleide horizontale en/of diagonale takken samen met nieuwe verticale loten die ontspruiten op de geleide takken of vanuit de basis waar de stam werd verwond. Nazorg omvat zowel het regulier knippen, snoeien of seizoenmatig laten begrazen van de haag om een dichte structuur te behouden, als het opnieuw dichten van ontstane gaten vanaf 1 of 2 jaar na de eerste ingreep.

Regionale trends ontwikkelden tot een waaier aan vlechtstijlen, elk met hun eigen handelingen en technieken. Doorgaans werden hagen in de Lage Landen zonder een specifieke stijlvorm verdicht en spreken we daarom wel eens van ‘de boerenstijl’. Daarnaast werden in Vlaanderen wel de kruishaag en de plakhaag als specifieke stijl teruggevonden.

Elke techniek en stijl vereiste kennis en handvaardigheid, waardoor haagleiden uitgroeide tot vakmanschap.

De geschiedenis van haagleiden
Hagen zijn een integraal deel van traditionele landbouwlandschappen. Doorheen de eeuwen verschoof hun functie van veekering of begrenzing, naar gebruik als voederloof, brand- en geriefhout of louter ornamenteel bij kasteel- en kloosterdomeinen, tot een ecologisch waardevol landschapselement.

Vanaf WO I maakten hagen plaats voor de minder arbeidsintensieve prikkeldraad. Na WO II volgde de genadeslag: schaalvergroting en mechanisering in de landbouw vereisten grotere akkers, een proces dat door ruilverkavelingen in de jaren 1990 werd versneld. Daarnaast zorgden plagen in boomgaarden, zoals bacterievuur, en rooipremies voor hoogstamboomgaarden ervoor dat veel hagen verdwenen. Achterstallig beheer gaf aanleiding tot het doorgroeien van struiken en bomen in de haag, wat vaak samen met overbegrazing resulteerde in te open hagen, een sterk verminderde vitaliteit en uiteindelijk bomenrijen.

Vlaanderen is sinds de jaren 1960 60 à 70% van haar kleine landschapselementen verloren. Tot op vandaag verdwijnen jaarlijks nog hagen, houtkanten en bomenrijen zonder compensatie. De groene dooradering van het landschap raakt zo steeds verder versnipperd, met een nadelige impact op de streekidentiteit en de biodiversiteit.

Herwaardering en toekomst
Haagleiden kreeg de laatste decennia opnieuw aandacht. Erfgoeddragers zoals Arnout Zwaenepoel, Valentijn De Cock (Inverde) of particuliere bedrijven zoals TreeHive en Zeis en Bijl brengen het weer in de praktijk en geven het vakmanschap door.Regionale Landschappen zetten projectmatig in op onderzoek of draagvlakverbreding.

De praktijk van het haagleiden werd 25 jaar terug weer opgepikt in Nederland, geïnspireerd door Engelse stijlen met staken en binders (hedge laying), dat vervolgens verder werd gecultiveerd in Vlaanderen vanaf ca. 2015. Dankzij historisch-ecologisch onderzoek werden de voor onze contreien traditionele technieken qua haagleiden en haagdichten ook opnieuw in de kijker gesteld.

Hoewel het haagleiden haar oorspronkelijke functie in de landbouw verloren heeft blijft de techniek vandaag belangrijk voor het behoud van streekidentiteit en biodiversiteit. Ze draagt bij aan de ecologische waarde van het landschap door kleur, geur en structuur toe te voegen, en de hagen zijn belangrijke ecologische corridors voor dieren en planten. Haagleiden helpt om hagen te verjongen en te verdichten, zodat ze een levend en waardevol element van het landschap blijven.

Het vakmanschap van haagleiden heeft ook culturele betekenis. Haagleiders en -dichters voelen zich sterk verbonden met het erfgoedlandschap en zijn trots op hun werk. Ze dragen bij aan het behoud van een levend cultuurlandschap dat zowel ecologisch als esthetisch waardevol is.

Geleide haag in Kortrijk | © Valentijn De Cock