Paardenprocessie van Kester (Heilige Drievuldigheidsprocessie van Kester)

De paardenprocessie in Kester, in de volksmond ook kortweg "de Kesterweg" genoemd, is een eeuwenoude traditionele tocht in de gemeenten Kester, Oetingen en Herfelingen op de eerste zondag na Pinksteren. Deze ommegang in het hart van het Pajottenland, is gewijd aan de Heilige Drievuldigheid en wordt daarom ook wel de Heilige Drievuldigheidsprocessie genoemd. De processie wordt getypeerd door de grote aanwezigheid van ruiters te paard, koetsen en fanfares en is één van de drie grote paardenprocessies in Vlaanderen.

In haar huidige vorm bestaat de processie sinds 1864. Maar de ommegang zelf gaat terug tot de 13de eeuw. De processie verbindt van oudsher de (deel)gemeentes (en parochies) Kester, Oetingen en Herfelingen en is een belangrijke factor in de gemeenschapsvorming van de dorpen.

Meer dan 300 figuranten en 100 ruiters nemen jaarlijks deel aan de ommegang. De processie wordt ieder jaar ingericht op initiatief van de Gilde (1871), wiens stichtingsgeschiedenis onlosmakelijk verbonden is met de traditie. Samen met de kerkfabrieken, parochies en fanfares van Kester, Oetingen en Herfelingen, maar ook de dorpsschool en de Chiro zorgen ze ervoor dat de processie sinds 1864 jaarlijks uitgaat.

Kleine en grote processie

De “grote” processie vanuit de Sint-Maartenskerk in Kester langs de Sint-Pieterskerk in Herfelingen naar het Ursmarus-bedeoord in Oetingen start om 6 uur ’s morgens in het centrum van Kester. De fanfare van Kester zorgt voor de muzikale begeleiding, de bedevaarders en de ruiters verzamelen in groep om de tocht aan te vatten. Voor de middag vervoegen de kinderen van de school van Kester de terugkerende bedevaarders voor een kleine ommegang in het dorp: met traditionele processiekledij worden heiligenfiguren uitgebeeld rond het sacrament dat door de priester onder het baldakijn wordt rondgedragen. De plechtigheid wordt rond 12 uur afgerond aan de Sint-Jozefskapel waarna de traditionele kermis op gang wordt getrokken.

Voor 1865 stond de parochiekerk van Oetingen nog op de Oude Plaats en werd er een grotere processielus gevolgd vanuit gehucht Gracht over de Heerbaan naar het vroegere centrum. De ommegang werd trouwens ook buiten het weekend na Pinksteren gedaan door mensen die de weg vaak ’s nachts aflegden voor de ‘bloem' op de ogen of voor het zieke vee.

De processie verbindt verschillende generaties aan de hand van een eeuwenoude traditie, de inzet van de dorpsschool, de jeugdverenigingen zijn hiervan het best bewijs. Bovendien vormt de processie (via de school) een belangrijke opstap naar het landelijke gemeenschapsleven voor nieuwe inwoners van de dorpen.

Sint-Martinus met de bedelaar en de vlaggendragers, met op de achtergrond de ruiters in de Kesterweg. | © Rudy Boon