Samenzang in de protestants-evangelische eredienst
Het gezamenlijk zingen van een flink aantal liederen uit een specifiek repertorium behoort tot de eigenheden van het protestantisme. Tot op de dag van vandaag wordt door groepen van 20 à 300-400 mensen elke zondag tijdens de eredienst of viering samen vijf à tien of zelfs meer liederen gezongen uit verschillende zangbundels of via online platforms zoals YouTube.
Van bij het begin van de Reformatie was de eis dat dergelijke liederen goed zingbaar zouden zijn voor de hele gemeenschap, jong en oud, mannen en vrouwen. In de Evangelisch-Lutherse Kerk en de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB) wordt hoofdzakelijk met klavierbegeleiding, waar mogelijk door een pijporgel, gezongen uit het Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk (2013). In het Leger des Heils gebruikt men de liedbundel Liederen van het Leger des Heils en wordt de muzikale begeleiding ook wel verzorgd door blaasinstrumenten.
De samenzang in evangelische en pinkstergemeenschappen (sinds enkele decennia het merendeel van de protestants-evangelische geloofsgemeenschappen in Vlaanderen en Brussel) werd eerst begeleid door een harmonium, later door een elektronisch orgel of piano. Vanaf de jaren 1970 volgde de overstap naar keyboard, gitaar, drum et cetera. De muzikanten zijn vrijwel allemaal vrijwilligers. Een deel is autodidact, anderen hebben vorming genoten aan een muziekschool.
Het repertoire in deze gemeenschappen kwam voor een groot deel van de 20e eeuw uit de Zangbundel Johannes de Heer en Glorieklokken. Midden jaren 1980 werd dit aangevuld met de bundel Opwekkingsliederen, die jaarlijks een aanvulling kent met een twintigtal liederen. Doordat zowel de melodieën als teksten meer aansluiten bij een hedendaagse geloofsbeleving en ook enkele populaire liederen uit Johannes de Heer en Glorieklokken hertaald en met een modern arrangement werden opgenomen, heeft de bundel Opwekkingsliederen geruisloos de beide andere bundels verdrongen. Dat brengt ook met zich mee dat het repertoire in het overgrote deel van de protestants-evangelische gemeenschappen voortdurend aan vernieuwing onderhevig is. Ook is het niet ongebruikelijk dat lokale geloofsgemeenschappen in aanvulling op de bundel Opwekkingsliederen enkele andere liederen toevoegen aan het repertoire. In de jaren 1980-1990 gebruikte men hiervoor een overheadprojector. Tegenwoordig werkt men met een beamer en kunnen deze liederen via de bestaande software makkelijk worden toegevoegd aan de officiële liedbundel.
Dat er gezongen wordt, is een feit. Wat er gezongen wordt, daarin tonen de evangelische kringen zich flexibel. Als men zich op lokaal vlak niet helemaal kan vinden in de bewoording of vertaling van een lied, past men dit eigenhandig aan naar eigen voorkeur.
De bundels Johannes de Heer, Glorieklokken en Opwekkingsliederen hebben gemeenschappelijk dat traditionele (professionele) kerkmusici ze muzikaal en tekstueel weinig verrassend en kwalitatief niet hoogstaand vinden. Zeker in de begintijd was de kwaliteit van de vertaling van anderstalige liederen voor verbetering vatbaar. De meeste kerkgangers hebben er evenwel weinig problemen mee.
Naast de Nederlandstalige geloofsgemeenschappen zijn er in de afgelopen paar decennia letterlijk honderden anderstalige geloofsgemeenschappen bijgekomen in Vlaanderen. Meestal zingen zij in hun eigen taal, begeleid door een klein orkest en vaak ondersteund door een zangkoortje, soms met typische koorkleden.
In interculturele, meertalige geloofsgemeenschappen is het niet ongebruikelijk dat bij de keuze van het repertoire gekeken wordt of de liederen in de verschillende talen beschikbaar zijn. Zodoende kan iedereen uit volle borst in zijn of haar voorkeurstaal meezingen.