Sint-Veroonmars Lembeek

De eeuwenoude Sint-Veroonmars in Lembeek (Halle) gaat jaarlijks door op Paasmaandag ter ere van patroonheilige Sint-Veroon. Vijf groepen, waarvan twee te paard, begeleiden het zilveren reliekschrijn van Sint-Veroon tijdens een 18 km lange dagtocht. De vier soldatengroepen zijn uitgedost in fraaie militaire uniformen, geïnspireerd op de Belgische uniformen uit de Belle Epoque. De vijfde groep wordt gevormd door de Kasdragers van Sint-Veroon, zij torsen het zilveren reliekschrijn tijdens de dagtocht op hun schouders. De mars telt ca. 500 deelnemers maar in het zog van het reliekschrijn stapt een nog veel grotere groep van bedevaarders en wandelaars mee op.



Op Paasmaandag is het al zeer vroeg verzamelen geblazen. Van in de vroege uurtjes wordt door de soldatengroepen (wij noemen ze Paassoldaten) in de verschillende wijken van de gemeente de “reveille” geblazen. De Paassoldaten verzamelen aan het oud-gemeentehuis van Lembeek voor het uitreiken van de vaandels en medailles aan verdienstelijke leden, waarna de verschillende groepen aan hun dagtocht beginnen.



Opmerkelijk is dat elke groep weliswaar zijn eigen traject volgt maar dat de groepen elkaar op bepaalde plaatsen van het traject ontmoeten. Op het traject bevinden zich diverse kapelletjes die toegewijd zijn aan Sint-Veroon. Op talrijke plaatsen worden de deelnemers en bedevaarders door de buurtbewoners vergast op een natje en een droogje. Het zorgt voor een unieke sfeer.Het hoogtepunt van de dag is ongetwijfeld de intrede van de stoet om 18u. in het centrum van Lembeek. Het geheel wordt vervolledigd door de geestelijkheid, de beelddragers, het stadsbestuur en de kerkelijke processie. Na afloop wordt het zilveren reliekschrijn onder militaire begeleiding terug de parochiekerk ingedragen. In het centrum van Lembeek is het ondertussen op de koppen lopen, zeker wanneer de zon van de partij is. Tot in de vroege uurtjes wordt er gefeest. Maar daarmee zijn de feestelijkheden nog niet achter de rug. Op Paasdinsdag is er de plechtige Soldatenmis, gevolgd door een militair defilé aan de pastorie. Vandaar vertrekken de Paassoldaten voor de “militaire oefeningen”. Om 18 u. wordt aan het oud gemeentehuis van Lembeek de soldij uitbetaald. Na een laatste rondedans door de Paassoldaten weerklinkt het lied “En ’t Goensjtoogs va Poske, dèn es alles verbaa” waarmee de Paasfeesten in Lembeek officieel beëindigd worden.



De Sint-Veroonmars vormt het sociale cement van de dorpsgemeenschap in Lembeek. De mars vormt het jaarlijkse hoogtepunt maar brengt ook heel wat andere activiteiten met zich mee. Zoals de jaarlijkse Sint-Veroonmis (laatste zondag van januari), de jaarlijkse voorstelling van de Paasaffiche, repetities, eetkermissen, enz. Gedurende het ganse jaar brengt de Sint-Veroonmars zo de inwoners van Lembeek samen.



De Sint-Veroonmars is de enige militaire mars in zijn soort in Vlaanderen envertoont gelijkenissen met de populaire marsen in Wallonië. Wat de mars ook uniek maakt, is het gegeven dat deze traditie zowel in Vlaanderen als Wallonië doorgaat. Een groot gedeelte van het parcours van de mars ligt op het grondgebied van Wallonië waardoor ook deze gemeenschap betrokken wordt.



De oudste sporen gaan terug tot de vroege 15de eeuw maar de traditie is ongetwijfeld veel ouder. Reeds in het midden van de 17de eeuw schreef de toenmalige pastoor van Lembeek dat de traditie al meer dan 300 jaar oud was. Centraal gegeven was het relikwieschrijn dat processiegewijs rondgedragen werd. Het schrijn werd begeleid door de plaatselijke gezagsdragers en de schuttersgilden van Tubize en Halle, zoals blijkt uit oude reglementen. Vanaf de 17de eeuw vinden we de eerste gedocumenteerde sporen terug van de jeunesse (te vertalen als “jonkheid”) die het schrijn in militair plunje begeleidde. Er is sprake van muzikanten en timbalen, onderweg werd buskruit verschoten en de groep stond onder bevel van een capitaine. Deze jeunesse kende dus een militaire rangorde met officieren, muzikanten en gewone soldaten. Het zijn de verre voorlopers van de huidige soldatengroeperingen.



De processie op Paasmaandag is enkel toegewijd aan Sint-Veroon, patroonheilige van de gemeente, en kan daarom in rechtstreeks verband gebracht worden met de kerkwijding. Daarenboven was en is Paasmaandag in Lembeek de dag van de jaarlijkse kermis, van oorsprong een religieus feest dat in verband werd gebracht met de kerkwijding. Sommigen menen dat de processie ontstond om Lembeek van de pest te vrijwaren, maar deze stelling is weinig waarschijnlijk.



De oudste historische bron over Sint-Veroon is de Vita Veronis, geschreven omstreeks 1020 door Olbertus, de abt van Gemblours. Olbertus schreef dit werk in het begin van de 11de eeuw in opdracht van Renier IV, de graaf van Henegouwen en hij beschreef daarin de ontdekking van het graf van Sint-Veroon in 1004, de overbrenging van zijn relieken van Lembeek naar Bergen ca. 1012 in opdracht van dezelfde graaf en tenslotte de talrijke mirakelen op voorspraak van Sint-Veroon. Wat betreft de afkomst en het leven van Sint-Veroon zijn we aangewezen op de anonieme legende van Sint-Verona die van recentere datum is dan de Vita van Olbertus. In deze legende wordt Verona voorgesteld als de tweelingzuster van Veroon, beiden kinderen van Lodewijk de Duitser en daardoor achterkleinkinderen van Karel de Grote. De legende verhaalt over de vrome prins die op 16-jarige leeftijd het paleis ontvluchtte om zich in deemoed en nederigheid ten dienste van zijn medemensen te stellen. Na een lange omzwerving belandde hij in Lembeek waar hij als eenvoudige boerenknecht aan de slag ging op de hoeve van Perregate. Volgens diezelfde legende overleed Veroon in 863 en werd hij omwille van zijn grote verdiensten in de parochiekerk begraven.