Doop door onderdompeling in een pinkstergemeente
In pinkstergemeenten, maar ook in veel andere protestants-evangelische kerkgemeenten, worden personen gedoopt door onderdompeling. Dit was gebruikelijk in de vroege kerk, maar verdween stelselmatig in de vroege middeleeuwen. In de zestiende eeuw werd deze praktijk opnieuw geïntroduceerd door een groepering die van mening was dat de doop enkel bediend mocht worden aan mensen die daartoe zelf beslist hadden. In de praktijk waren dat enkel volwassenen. Tegenwoordig wordt vaak 12 jaar als minimumleeftijd gehanteerd, maar dat kan van plaats tot plaats verschillen. De persoon wordt ondergedompeld omdat dit de letterlijke betekenis is van het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament voor dopen wordt gebruikt.
In ons kerkgebouw is een doopbad onder het podium ingebouwd. Het wordt enkel voor doopdiensten opengelegd. Op eenvoudige vraag van de dopeling kan het ritueel ook buiten het kerkgebouw worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in de zee of in een opblaasbaar zwembad in een tuin bij mensen thuis. Hiermee wil de persoon in kwestie de doop zo laagdrempelig maken voor belangstellenden zonder kerkelijke achtergrond. De doophandeling wordt doorgaans uitgevoerd door twee personen van het kerkbestuur, bijvoorbeeld de voorganger en een oudste. Ook andere personen mogen de handeling uitvoeren, bijvoorbeeld goede vrienden of een ouder.
Er zijn geen vaste data waarop de doop wordt bediend. Iemand die gedoopt wil worden, maakt dit kenbaar aan de pastorale leiding van de kerkgemeente. Soms wordt gewacht tot er meerdere personen zijn die gedoopt willen worden om een datum vast te leggen.
Voordat de doop wordt bediend, moet de kandidaat een korte cursus volgen. Hierin wordt de betekenis van de doop vanuit de Bijbel uitvoerig besproken en wordt gekeken of de persoon de betekenis en het belang van de doop goed heeft begrepen. Met de doop geeft de persoon aan dat hij/zij persoonlijk de keuze heeft gemaakt om een volgeling van Jezus te zijn. De doop is een symbolische begrafenis van het 'oude leven' zonder God en de verrijzenis in een 'nieuw leven' als gelovige.
De kandidaten worden gedoopt in witte kleren, symbool van de zuiverheid van het nieuwe leven. Voordat de doophandeling wordt uitgevoerd, vertelt de persoon in kwestie in eigen woorden waarom hij/zij gekozen heeft om gedoopt te worden. Daarna zegt één van de personen die de doop uitvoert de volgende zin: "[naam], ik doop je op grond van je eigen getuigenis in de naam van de Vader, in de naam van Zoon en in de naam van de Heilige Geest, Amen.”
Onmiddellijk na de doop wordt door de geloofsgemeenschap een christelijk lied gezongen dat de dopeling zelf heeft uitgekozen. Daarna kleedt de gedoopte persoon zich snel om, waarna hij/zij uit handen van degene die hem/haar gedoopt heeft, een handgeschreven doopattest ontvangt met daarop een Bijbeltekst die speciaal voor hem/haar is uitgekozen. Na afloop van de eredienst is er een receptie waarop iedereen de gedoopte persoon feliciteert. Het is niet ongebruikelijk dat hij/zij hierbij van familie, vrienden of kennissen cadeaus krijgt.