Merklappen borduren

In vele kasten ligt er nog wel een tafelkleed of een zakdoek die de bomma geborduurd heeft. Merklappen of tekendoeken zijn grotere lappen stof waarop patronen geborduurd zijn, die als voorbeeld dienden om linnengoed of kleding te versieren. De Engelsen verwoorden het mooi als 'sampler'. Deze manier van patronen bewaren dateert al van voor de boekdrukkunst.

Een oude merklap kon meerdere functies hebben. Jonge meisjes leerden ermee naaien en borduren. De lap was een oefendoek waarop verschillende borduur- en naaisteken uitgeprobeerd werden. De meeste bewaarde merklappen betekenen echter veel meer. Net als een schooldiploma geven ze weer welke vaardigheden de maakster onder de knie heeft. Heel vaak staan er alfabetten op de lap, de maakster is dus geletterd. Ze is niet alleen in staat om haar huishoudlinnen met geborduurde letters te merken, maar kan ook lezen en waarschijnlijk schrijven. Naast letters komen er meestal allerlei (religieuze) motieven op voor. Dat is niet merkwaardig aangezien de schoolse opvoeding vroeger bijna volledig in handen was van kloosterorden. Of de meisjes ook de diepere betekenis kenden die schuilgaat achter de bloemen, voorwerpen en dieren die vaak terugkeren, valt moeilijk te achterhalen. Typisch Vlaams zijn planten, bloempotten en vruchtenmanden. Vaak voegden de maaksters hun naam en het jaartal toe. Zo draagt de oudste bekende gedateerde merklap het jaartal 1598.

Na 1850 veranderde er veel op educatief vlak en werd de minimum leerstof op school nauwkeurig vastgelegd. Er ging minder aandacht naar handwerken. De kruissteek behield wel zijn belang voor het merken van linnen en kledij. Kruissteekmotieven werden minder belangrijk. Zelfs de godsdienstige symbolen verdwenen grotendeels. De typische lappen van die periode bevatten vooral naai oefeningen. Naarmate er meer tijd beschikbaar was voor handwerk, werden er allerlei handwerktechnieken toegevoegd. In de loop van de 20e eeuw verdween de merklap als schooloefening.

Gelukkig is de merklap niet totaal verdwenen. Volwassenen hebben de merklap (her)ontdekt. Aan het einde van de jaren '80 besteedde het Nederlandse tijdschrift Ariadne aandacht aan merklappen. Ik was meteen verkocht vanwege de combinatie van borduren en geschiedenis. Ook het feit dat oude merklappen meestal door kinderen gemaakt werden, en merklappen zowat het enige door vrouwen gemaakte erfgoed is, fascineerde mij. Ik raakte bevriend met Mariëtte Verheggen, die een grote collectie merklappen heeft in haar privémuseum in Dieteren (Susteren, NL). Zo ging de merklappentrein aan het rollen. De zoektocht naar merklappen en hun achtergrond werd een passie. Ik nam deel aan bijeenkomsten in Engeland en vond contacten over de hele wereld. Uit boeken leerde ik speciale borduursteken en slaagde ik erin patronen te tekenen van oude merklappen, onder meer eentje uit Hasselt.

Merklappen borduren is een tijdsintensieve hobby. Een gewoon rood merklapje vraagt een tiental werkuren. Zelf borduurde ik al meer dan 70 merklappen, aan sommigen werkte ik meer dan honderd uur. Samen met een dertigtal andere bewonderaarsters van oude merklappen 'de lapzussen', vorm ik een vereniging die sinds 2004 elke eerste dinsdag van de maand samenkomt in het Museum voor Heem-en Oudheidkunde in te Kontich. Dat museum bezit een van de belangrijkste verzamelingen merklappen in Europa. Dan wisselen we info en kennis over merklappen met elkaar uit en bewonderen we elkaars creaties. Als 'opperlapzus' onderhoud ik ook goede contacten met liefhebbers en museumconservators in binnen- en buitenland, onder meer met Frieda Sorber, die de historische collectie van het ModeMuseum in Antwerpen samenstelde.

Tot grote spijt zijn er in Limburg weinig merklappen bewaard. Ik droom ervan ooit een studie over Vlaamse merklappen te maken. Er zijn weinig beoefenaars van dit kunstambacht, maar wel bewonderaars. Op dit ogenblik houden jongere vrouwen zich meer bezig met breien en naaien. Het basismateriaal voor merklappen is beschikbaar in goede handwerkwinkels. Materiaal om historische merklappen na te borduren zoals patronen, geschikte stof en garens is te vinden op het internet. 

*Gebaseerd op een interview met Erica Uten door Patricia Peters, met aanvullingen van Luk Indesteege.

*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.

Een replica gemaakt door Erica | © Erica Uten