Tuinieren in volkstuin Flora, Berchem
In volkstuin Flora, een van de vijf volkstuinen in Berchem, kunnen moestuiniers een perceel huren om er groenten, fruit en kruiden te telen. Iedere tuinier teelt op zijn/haar stukje tuin, kiest wat hij/zij zaait en plant en hoe het stuk grond bewerkt wordt. Ook de oogst is voor de huurder. Een reglement legt de afspraken vast waaraan elke huurder zich dient te houden. Dat is er altijd geweest. Ook de toezichters die controleren of de regels nageleefd worden, gaan al lang mee. Het reglement is geëvolueerd: vroeger waren er minder bepalingen omdat tuiniers op gelijkaardige wijzen teelden. Vandaag zijn er meer uiteenlopende overtuigingen en kennis. Daarom zijn er vandaag regels over onder andere het maximum aandeel bloemen in een tuin en het beperken van onkruid. Het telen van groenten moet centraal staan.
Apart, maar ook samen
Tuinieren in een volkstuin is een sociale bezigheid. Dat is het grootste verschil met tuinieren in een privémoestuin. Het sociaal contact is altijd belangrijk geweest. Bovendien konden in de loop van de 20ste eeuw steeds meer mensen het zich veroorloven groenten in de winkel te kopen. De opbrengst werd voor tuiniers minder belangrijk, de omgang en de gesprekken met andere tuiniers des te meer. Ook het uitwisselen van advies, kennis, oogst, zaden en plantjes met elkaar, staat centraal. Maar de laatste jaren ervaren tuiniers dat het delen van moestuinkennis afneemt. Zo was er bijvoorbeeld een traditie dat er voordrachten door ervaren tuiniers gegeven worden. Maar de interesse neemt af. Ook de jaarlijkse prijskamp voor de mooiste tuinen kon op steeds minder interesse rekenen. Daarom wordt de prijskamp sinds 2023 vervangen door een plantenruilbeurs en receptie. Achter de veranderende groepsdynamieken en contacten zitten langlopende en maatschappelijke evoluties. Tot begin jaren 1980 was werken in een volkstuin voor velen een familiegebeuren. Op de percelen stonden bungalows. Gezinnen overnachtten er tijdens weekends en vakanties. Families tuinierden samen en gaven zo kennis door aan de volgende generaties. Omdat vrijetijdsbesteding drukker werd en mensen buiten België op vakantie gaan, viel de gewoonte om vaak en lang te tuinieren terug. Steeds vaker hebben tuiniers minder tijd om te tuinieren.
Ruimte voor groen
De tuiniers van volkstuinpark Flora vinden de locatie en het uitzicht van de volkstuin belangrijk. Ze genieten van de openheid en het wijde zicht. Ze beheren en beschermen het voortbestaan van hun volkstuincomplex omdat ze aanvoelen dat in de stedelijke context groene en open ruimte steeds meer onder druk komt te staan. Tot enkele decennia geleden waren er in Berchem zo’n 1.000 volkstuinpercelen, nu zijn het er 278. Onder andere volkstuincomplexen aan de Gitschotellei en de Wapenstilstandlaan bij de kerk zijn verdwenen. Daardoor werd besloten om de relatief grote percelen op te delen in meer maar kleinere percelen. Zo kan het groeiend aantal geïnteresseerden een stuk grond huren.
Wat er in de volkstuintjes staat, veranderde doorheen de jaren. Vandaag zijn er meer diverse groenten. Zo is er invloed van mensen met migratieachtergrond: hun culinaire voorkeuren zorgden ervoor dat gewassen zoals tomaten en aubergines populairder werden. Sinds de jaren 1970 heeft een steeds groter aantal van de Berchemse volkstuinders migratieachtergrond. Velen van hen kwamen naar België met veel moestuinkennis en -ervaring. Zij brengen veel tijd door op hun percelen. Daarnaast was er tot enkele decennia geleden een duidelijk verschil tussen de seizoenen en dus ook tussen wintergroenten (kolen, spruiten,…) en zomergroenten (tomaten, boontjes…). De tuiniers merken dat zomer en winter dichter bij elkaar komen te liggen door de klimaatverandering. Zo lopen ook de teelten meer door elkaar. Daarnaast komen er meer variaties van gewassen op de markt zoals vroegere of latere soorten van dezelfde groente.
Van Werk van den Akker en den Haard naar Tuinhier
De percelen van Volkstuin Flora worden beheerd door Tuinhier. De huurders betalen jaarlijks aan deze organisatie. De voorloper van Tuinhier is het ‘Werk van den Akker en den Haard’. Die organisatie werd opgericht in 1896 door katholieke burgerij en priesters in Brussel om arbeiders in de steden een nuttige tijdsbesteding te voorzien en ervoor te zorgen dat ze zelf groenten kunnen telen. De vereniging werd op korte tijd de grootste volkstuinvereniging in België. Overal in België werden lokale afdelingen opgericht. In Berchem gebeurde dat in volle oorlogstijd: op 28 februari 1915. Het bestuur van Tuinhier Berchem organiseert vandaag nog steeds het reilen en zeilen in de vijf Berchemse volkstuincomplexen.
*Deze tekst kwam tot stand in het kader van het project ‘MOES-tuin’ dat Centrum Agrarische Geschiedenis met heel wat partners uitvoerde. Meer info: www.moes-tuin.be