Het hoeden van schapen met aandacht voor de Ardense Voskop

Het hoeden van schapen is een levende erfgoedpraktijk met sterke wortels in het landelijk erfgoed. Ze omvat niet alleen het ambacht van het herderen en het gebruik van specifieke hulpmiddelen en herdershonden, maar draagt ook bij aan natuurbeheer, biodiversiteit en het behoud van zeldzame schapenrassen zoals de Ardense Voskop. 

In Vlaanderen is deze praktijk opnieuw in opmars en wordt ze ondersteund door een kleine maar toegewijde gemeenschap van herders. Daarbij is een kudde een bijkomende troef voor lokale natuurbeleving en cultuurtoerisme.

Schapen hoeden
De praktijk van het schapen hoeden omvat verschillende erfgoedelementen: het ambacht van het herderen, het gebruik van specifieke rassen zoals de Ardense Voskop, het inzetten van herdershonden, traditionele werktuigen zoals de herdersstaf, en seizoensgebonden activiteiten zoals het scheren van de schapen.

De Ardense Voskop
De Ardense Voskop is een van meerdere Belgische basisrassen en heeft zijn oorsprong in de Ardennen. Het ras staat bekend om zijn vosbruine kleur en zijn vermogen zich aan te passen aan ruwe, schrale omstandigheden. Ooit bijna uitgestorven door de opkomst van meer rendabele vlees- en melkrassen, komt de Ardense Voskop opnieuw vaker voor. Lokale herders in Klein-Brabant hebben het fokken van de Voskop aangehouden voor Paaslammeren en inmiddels is het ras weer goed verspreid doorheen Vlaanderen. Deze dieren leveren een waardevolle bijdrage aan het ecologisch beheer van natuurgebieden en het behoud van biodiversiteit.

Begrazing met schapen vervangt in toenemende mate het machinaal maaien van terreinen. De dieren helpen om het landschap op een natuurlijke manier open te houden, stimuleren de groei van lokale plantensoorten, en zorgen voor minder CO2 uitstoot omdat er niet met zware machines gewerkt wordt. De nutriënten stikstof en fosfor nemen de schapen op door het begrazen en zorgen op deze manier voor het verschralen van de graslanden wat uiteindelijk leidt tot bloemenrijke graslanden.

Herderen gebeurt traditioneel met de hulp van speciaal opgeleide honden, zoals border collies. Deze honden reageren op stemcommando’s en fluitsignalen om de kudde te begeleiden en te drijven. Herders gebruiken hierbij een klein driehoekig fluitje dat in de mond past, zodat ze hun handen vrij hebben. De herdersstaf, vaak van hazelaarhout en voorzien van een gebogen uiteinde dat gebruikt kan worden om schapen bij de nek of poten te grijpen. Het punt van de boog is traditioneel gebogen in een haak voor het dragen van een lantaarn. Aan het andere punt van de staf zit gewoonlijk een soort lepeltje dat kan dienen om een aardkluit op te scheppen. De lange stok kan gebruikt worden om dicht struikgewas te doorbreken, ter verdediging bij roofdieren, of om tekens te geven aan de herdershond. De staf helpt bovendien voor het bewaren van evenwicht en op te leunen. De herder dient namelijk steeds recht te blijven staan om overzicht over de kudde te bewaren.

In het hedendaagse herderen zijn herders vaak verantwoordelijk voor meerdere kuddes, die ze dagelijks controleren. Ze verplaatsen de kudde regelmatig met behulp van tijdelijke omheiningen. De verplaatsing naar nieuwe graaszones gebeurt te voet of per trailer. Opdrachtgevers zijn onder meer steden, natuurorganisaties en overheidsdiensten. 

Jaarlijks worden de schapen in de late lente of vroege zomer geschoren. De wol kan onder andere dienen als mulch in de tuinbouw, al wordt ze vandaag vaak als afval beschouwd vanwege de lage economische waarde.

Situering en context
De praktijk vindt plaats op uiteenlopende locaties in Vlaanderen, vooral in natuurgebieden, openbare groenzones en landbouwpercelen. De Ardense Voskop wordt ingezet op terreinen waar het beheer gericht is op biodiversiteit en natuurbehoud.

Wie is er betrokken?
Bij het hoeden van schapen zijn verschillende partijen betrokken die samen de praktijk levend houden. De herders, vaak zelfstandigen of verbonden aan natuurorganisaties, staan centraal in het dagelijkse beheer van de kuddes en werken nauw samen met opgeleide herdershonden zoals border collies. Schapenscheerders spelen een rol tijdens het jaarlijkse scheerseizoen, waarbij sommige herders zelf scheren en anderen een vakman inschakelen. Opdrachtgevers zoals lokale besturen, natuurverenigingen en overheidsdiensten voorzien terreinen voor begrazing en zorgen voor structurele ondersteuning. Daarnaast dragen ook landbouwers, geïnteresseerde burgers, cursisten in herderstechnieken en vrijwilligers bij aan het versterken en doorgeven van de kennis. Fokkers en liefhebbers van de Ardense Voskop zijn op hun beurt actief betrokken bij het behoud van dit waardevolle lokale ras. Samen vormen zij een hechte gemeenschap rond het hoeden van schapen en het duurzame beheer van landschap en erfgoed.

Bedreigingen en uitdagingen
Hoewel het hoeden van schapen aan belang wint, blijft de praktijk kwetsbaar. De economische rendabiliteit is beperkt: begrazingsopdrachten leveren vaak te weinig op om het beroep aantrekkelijk te maken, wat instroom van nieuwe herders bemoeilijkt. Ook de wol, vroeger een waardevol product, heeft vandaag amper marktwaarde en wordt vaak als afval beschouwd. Daarnaast is er een risico op kennisverlies, omdat veel vakkennis informeel wordt doorgegeven en niet altijd wordt overgedragen bij het stoppen van ervaren herders. Ten slotte dreigt de praktijk verdrongen te worden door machinale alternatieven, ondanks de duidelijke ecologische meerwaarde van begrazing.

Doorgeven en leren
Er bestaan vandaag opleidingen en cursussen voor herders, waarin het gedrag van schapen, het trainen van honden, terreinbeheer en rasbehoud aan bod komen. Daarnaast blijft het vak in grote mate gestoeld op praktijkervaring, kennisdeling en informele overdracht binnen de herdersgemeenschap.

*Luister hier naar herder Ward in de podcast Heilige Boontjes van erfgoedcel Denerdland!

Ardense Voskop | © Kaat Engelen