Hanenzingen in Wintershoven (Kortessem)

'Hanenzingen'
Hanenzingen’ is een oud volksspel. Men spreekt ook van ‘kraaihanenwedstrijd’, ‘hanenzetting’ en ’hanenkraaiing’. Het spel werd reeds beoefend eind 19de eeuw. Sinds 2011 is het erkend op Inventaris Vlaanderen. Op sommige plaatsen (in Oost- en West-Vlaanderen) is de winnaar de eigenaar van de haan die het meest kraait. In Limburg gok je vooraf op het aantal keren dat je haan zal kraaien, met andere woorden ‘hoeveel slagen je haan zal zingen’ binnen een bepaalde tijdspanne. Duurt het spel één uur, dan gok je vanaf 40 slagen, duurt het een half uur, dan gok je vanaf 20 slagen. In beide gevallen kan je dit aantal verhogen per 10 slagen. Men kan ook raden hoeveel keren de haan meer of minder zal kraaien dan het opgegeven aantal. Dat noemt men dan onderslag of bovenslag. De winnaar is de speler wiens haan dit gokcijfer het best benadert. 

In Wintershoven wordt het 'hanenzingen' sinds 1997 gespeeld. Vroeger gebeurde dit op vrijdagavond, in een schuur achter Café Welkom. Vanaf 2002 speelt men buiten, waar 168 hokken of 'loches' zijn voorzien. Aanvankelijk werd er gespeeld op donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag. Sinds 2018 wordt er enkel nog op zondagvoormiddag gespeeld. De spelers komen niet alleen uit Kortessem, maar ook uit Wellen, Borgloon, Diepenbeek, Hoeselt, Vlijtingen...

Het spel wordt gedurende het hele jaar beoefend. In de zomer zijn er soms minder spelers omdat de hanenzetters eveneens duivenmelkers en/of sportvissers zijn. Fervente spelers gaan ook elders spelen met hun hanen: in Jeuk, Borlo, Rummen (binnen), Rutten (dinsdag), Donk (zaterdag, zondag en maandag), Kleine Spouwen en sommigen rijden zelfs over de taalgrens naar Lantremagne, Oreye, Hermée en Stockay. Toch is ook dit volkse spel met uitsterven bedreigd.

Hoe verloopt een wedstrijd 'hanenzingen' in Kortessem?
Fons Berden gaat al 64 jaar hanenzingen, dan vertrekt hij en komt hij thuis met twee handkistjes, waar uit elk kistje achteraan een hanenstaart uitsteekt. Ook zoon Serge is al 20 jaar bezeten van deze microbe.  

Dit doen ze bijvoorbeeld op zondagochtend in Café Welkom bij Ludo en Chris. Het bestuur van de vereniging ‘Hanenzingen Wintershoven’ arriveert als eerste. De deelnemers melden zich vanaf 8u30. Ludo America, de cafébaas en zijn dochter bedienen de klanten, maar Ludo zal later zelf ook meespelen. Er wordt wat gepraat, iets gedronken terwijl de inschrijvingen lopen. In een aangrenzend lokaaltje zitten vijf mannen van het bestuur achter een lange rij tafeltjes. Elk heeft een welbepaalde taak: inschrijven van de spelers, toekennen van de nummers, noteren van de gok, ontvangen van het deelnemersgeld, invoeren van gegevens in de computer, geven van het startsein …

Iedereen die wil spelen mag, op voorwaarde dat de hanen ingeënt, geringd en tam zijn. Elke deelnemer mag één of meer hanen inzetten. De spelers krijgen voor elke haan een formulier waarop het nummer van het hok staat waarin de haan geplaatst moet worden. De spelers hebben gegokt op het aantal keren dat zij verwachten dat hun haan zal ‘zingen’ tijdens het spel. Soms zetten zij ook in op onderslag of bovenslag. Dit staat eveneens op hun blad genoteerd. 

Alle spelers, blijkbaar zijn het enkel heren, zorgen ervoor dat zij en hun hanen tijdig ingeschreven zijn. Omstreeks tien voor negen  is het tijd om de zanghanen te halen. Zij staan nog afwachtend in hun kastjes in de koffers van de wagens omdat het buiten erg koud is. Zo’n kastje, ‘bot’ genaamd, werd vaak door henzelf of door een plaatselijke ‘handige Harrie’ vervaardigd. Er zijn zelfs enkele echte kunstwerkjes bij.  

De deelnemers verplaatsen zich naar het ‘wedstrijdterrein’ via het pad achter de rij hanenhokken. Elk hok draagt een nummer. Iedereen zoekt zijn nummer(s) op en plaatst zijn hanenkastje (bot) op de grond bij het hok met het toegekende nummer. Elk hok kan aan de achterzijde geopend worden door de houten achterwand naar boven te schuiven. Wanneer er op de kleine hoorn geblazen wordt door één van de bestuursleden, moet iedereen vlot zijn haan in het hok plaatsen en de achterwand sluiten door deze weer naar beneden te schuiven

De spelers haasten zich naar de voorzijde. Op enkele meters afstand van de hanen is een overdekte ‘tribune’. Op deze banken gaan de ‘aantekenaars’ zitten op de voor hen bestemde, genummerde plaatsen. Van hieruit kijken ze naar hun hanen en naar de hanen die hen toevertrouwd werden. Alle hanen staan netjes naast elkaar, elk in hun hok. Door het kippengaas aan de voorzijde van hun hok zijn de hanen goed zichtbaar; het is een prachtig zicht, al die magere en vette, grote en kleinere hanen met een verenpracht in wit, zwart, bruin … 

Vóór de aantekenaars is een schuine houten plank bevestigd, waarop per haan een briefje wordt gelegd. Hierop noteren ze een cijfertje telkens wanneer de betreffende haan kraait: 1, 2, 3, 4…tot 10, en dan herbeginnen ze van 1 op de volgende regel. De deelnemers houden de score bij van maximaal vier hanen: de eigen hanen en hanen van collega’s. 

Het aantal hanen varieert, tegenwoordig kunnen er een 100-tal hanen kraaien van ruim 30 verschillende deelnemers. Vroeger waren er soms 165 hanen aanwezig. Op de banken hebben zowat 25 aantekenaars plaatsgenomen. Achter de zitplaatsen is er nog een meter open ruimte. Hier staan een aantal ‘controleurs’, verspreid over de hele lengte. Men voorziet één controleur per drie aantekenaars. Zij moeten de goede gang van zaken opvolgen. Ook zij hebben hanen in het spel gezet.

Het geluid van een kleine hoorn luidt de start van het spel in. De hanen kraaien dat het een lieve lust is. De aandacht van de aantekenaars is gericht op de kraaiende vogels voor hen. Zij noteren elke ‘slag’. Achter hen houden de ‘controleurs’ de aantekenaars in het oog. Iedereen moet rustig blijven zitten en de absolute stilte bewaren. Achter de controleurs bevindt zich een wand. Op ooghoogte is er een met kippengaas gedichte strook van ca. 10 cm hoogte over de hele lengte (ca 70 meter) van deze wand. Toeschouwers mogen vanaf daar het spel gadeslaan.

Overal in de streek verloopt het spel zoals hier beschreven. Maar, in Wintershoven beïnvloedt een buurman, die zich ergert aan al dat gekraai op zondagmorgen, sinds 2015 de resultaten van de wedstrijden. Daardoor zijn er zelfs hanenspelers die in Wintershoven niet meer willen deelnemen omwille van de lawaaierige buurman.

De mannen die binnen in het café zitten te kaarten, krijgen om het kwartier een tussenstand. Drie kwartier na de aanvang van het spel druppelen andere spelers binnen. Het laatste kwartier mogen enkel de aantekenaars en controleurs aanwezig zijn. De deur naar het speelterrein wordt dan op slot gedaan.

Een kwartier later, om tien uur, geeft het hoornsignaal het einde van het spel aan. De hanen worden terug in hun kastjes geplaatst en tijdelijk in de schuur of stal ondergebracht. De mannen zoeken weer de warmte van het café op waar heerlijke, warme tomatensoep met balletjes klaar staat.

De formuliertjes met de resultaten worden verzameld en alles wordt in de computer ingegeven. Tegen een wand van het café hangt een A4’tje met de startgegevens van het gespeelde spel: de namen van de deelnemers, de nummers van de hanen, de gok die geplaatst werd met de bijbehorende inzet. Na verloop van tijd komt iemand de uitslag, die met stift op een bord genoteerd werd, ophangen. Iedereen kan de resultaten nu raadplegen. Om een prijs af te halen dient men zich weer aan te melden in het bestuurslokaal. 

Een half uurtje later, om 10u30, vindt er een tweede wedstrijd plaats. Tijdens de onderbreking kan men weer hanen inschrijven en een gokje wagen. Deze wedstrijd duurt slechts een half uur. Je kan dat spelen met dezelfde hanen of met andere hanen. Het spel verloopt identiek, maar duurt dus maar half zo lang. De afhandeling van het spel gebeurt net zoals bij het eerste. De uitslagen worden weer opgehangen en de winnaars kunnen hun winst opstrijken. Rijk zullen ze hier niet van worden en als ze aan het eind van het seizoen een analyse maken, hebben ze meer verloren dan gewonnen, maar dat is de prijs voor hun spelplezier, een aangenaam tijdverdrijf!                                           

*Gebaseerd op een interview met Alfons Berden door Marleen Oris (januari 2023).

*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.

 

De hanen en de aantekenaars in actie | © Marleen Oris