Krabben vangen
De kunst van het krabben vangen vindt plaats aan de Belgische kust, meer bepaald op golfbrekers - in de volksmond 'pieren' genoemd. Aan het uiteinde van zo'n pier liggen de stenen vaak schots en scheef op en naast elkaar, waardoor er bij eb kleine spelonken ontstaan met stilstaand zeewater. Krabben blijven bij het wegtrekken van het water vaak in die spelonkjes zitten, verscholen in het zand of onder een steen, op de loer voor voedsel. Dat is precies waar je ze hebben wil. Maar om de dieren uit hun schuilplaats te lokken, heb je aas nodig.
Dat vind je op een pier gelukkig overal rondom je in de vorm van mossels, die een ware delicatesse zijn voor de krab. Je plukt een ongeopende mossel en breekt die met een mesje open (of gooit hem kapot op de pier), zodat het 'snot' van de mossel goed zichtbaar is, want daar komt de krab natuurlijk op af. Je bindt de mossel aan een stukje touw, vis- of nylondraad dat je hebt meegenomen en laat hem in een spelonk zakken. Je beweegt er wat mee, best zo dicht mogelijk bij de 'donkere' randen van de spelonk waar potentieel krabben verscholen kunnen zitten, en laat de dieren erop afkomen.
Om er echt eentje boven te halen, zijn er een paar technieken, die te maken hebben met hoe toegewijd de krab ten aanzien van zijn voedsel is: ofwel blijft hij echt aan de mossel of het touw hangen en trek je hem naar boven, ofwel laat hij los en lok je hem naar een ondieper stuk waar je hem aan zijn achterlijf kan vastnemen en hem rustig uit het water kan tillen. Zo vang je een krab. Uiteraard let je erop dat een meeuw de krab niet komt wegpikken, en zet je het diertje altijd netjes terug op de plek waar je hem uit het water hebt gehaald.
Ik leerde krabben vangen door mijn grootvader, die een meester in het vak was. Jaarlijks trokken we naar de Belgische kust en dan trokken we haast dagelijks naar de pier, als het weer en de getijden het toelieten. Ik spreek dan van een jaar of vijftien geleden, midden jaren 2000, en herinner me dat de pieren toen volliepen met jongens en meisjes die samen met hun ouders krabben probeerden te vangen. Sommigen hadden een emmertje vol. Ik weet niet in welke mate dat de praktijk nu nog leeft, al mag ik hopen van wel.
Vermoedelijk zullen niet in elke badplaats even fervent krabben gevangen worden. Het zal ook afhangen van de samenstelling van de pieren. Sommigen zijn meer 'dichtgemetseld' dan anderen, waardoor het aantal spelonken en dus het aantal vangopportuniteiten verschilt. In mijn herinneringen lagen er in Knokke-Heist erg goeie pieren om krabben te vangen, want ze hadden al vanaf het begin scheve stenen. Ook in Wenduine is het goed krabben vangen, ook al liggen de scheve stenen daar vooral echt op het uiteinde van de pier.