Pagschieten in Alken
Verscholen achter een oude villa langs de Grootstraat in Alken, naast de weide voor de hondenschool, ligt een grasveld. Dat is de plaats waar wekelijks de Alkense pagschieters samenkomen. Zondagavond is het vaste pagmoment, vanaf 17u komen de spelers er samen. Hun spel kan duren tot in de kleine uurtjes. Het moet al heel slecht weer zijn, voordat het paggen een keertje overgeslagen wordt. Ja, zelfs in de sneeuw kan je nog paggen.
Paggen
Paggen wordt gespeeld met een ‘pag’: een dikke ‘knuppel’ van ongeveer 70 à 80 cm lang, smaller onderaan en met een iets dikkere ronde kop bovenaan. De pag is gemaakt van een sterke, compacte houtsoort zoals acacia, es of eik en weegt tussen twee en tweeënhalve kilo. Een pag uit beukenhout is wat lichter. Het goede hout is niet makkelijk te vinden, sinds er een verbod is op het kappen van inlandse bomen. Elke speler heeft zijn eigen, unieke pag. Voor gelegenheidspaggers heeft de club een aantal paggen in voorraad. Vrouwelijke spelers spelen met een kleinere en lichtere pag en mogen op een kortere afstand van het doel staan. Maar vrouwelijke spelers zijn er zelden.
Twee ploegen spelen tegen elkaar, zwart tegen rood. Vóór een spel paggen van start gaat, trekken de spelers een speelkaart (zwart of rood), zo zijn de ploegen bij elk spel anders samengesteld. Rood begint. De puntentelling gebeurt op een staaf met rode en zwarte schijven.
Aan beide zijden van het terrein staan drie stokken of palen van ongeveer twee meter hoog. Ze zijn in het midden aan elkaar vastgemaakt en steken onderaan in de grond, met een opening van ongeveer tien cm uit elkaar. Bovenaan houdt een lap jute de stokken op hun plaats. De stokken zijn gemaakt van het hout van een hazelaar en krijgen het stevig te verduren tijdens het spel. Ze worden dan ook twee à drie keer per seizoen vervangen.
Om beurten werpen (‘schieten’) de spelers hun grote houten knuppel of pag van op ongeveer zestien meter naar het doel. Wie de pag op minder dan twingtig centimeter van de middelste paal werpt, wint één punt. Wie de pag tussen de stokken werpt, scoort een pag of dubbeltreffer, goed voor twee punten. De tegenspelers proberen dan deze pag af te werpen door te overpaggen. De ploeg die als eerste twintig punten haalt, wint het spelletje. Eén spel duurt ongeveer twintig tot dertig minuten. Op een avond worden verschillende spelletjes gespeeld.
Een ‘mooie’ worp doe je onderhands; de pag beschrijft een lus in de lucht voor hij landt. Het spel is echt genietbaar als je kan spelen met behendigheid, trefzekerheid en werpkracht. En zeker als er een pint gedronken kan worden tussendoor.
Koningschieten
Eén keer per jaar, op de laatste zondag van juli, vindt het Koningschieten plaats. Iedere speler mag dan tweemaal tien worpen doen, voor zoveel mogelijk punten. Meestal dagen er zo’n twintig spelers op die naar de koningstitel dingen. Een groep toeschouwers maakt het feestje compleet. Koning zijn is een hele eer.
Ontstaansgeschiedenis
Over de vraag hoe het spel ontstaan is, verwijzen de pagschieters naar het bieten rooien van vroeger. De eigenaar van het bietenveld plantte stokken (paggen) in de grond op verschillende plaatsen in het veld, waar nadien met een kar de oogst werd opgehaald. De knechten op het veld wierpen hun bieten zo dicht mogelijk naar de paggen. Vroeger noemde men de stok in de grond de pag, vandaag is dat de naam voor de werpkegel of -knuppel.
De context van het bieten rooien zou ook de verklaring zijn voor de vorm van de pag: een dikke ‘knuppel’ van ongeveer 70 à 80 centimeter lang, smaller onderaan en met een iets dikkere ronde kop bovenaan.
Paggen is niet uniek voor Alken, al komt het in Limburg nergens anders meer voor. In Turnhout wordt het spel ook nog beoefend, zij het met een variant van de Alkense spelregels. Of het ooit een meer verspreide volkssport was, weet men niet. Dat paggen een oude sport is, dat is zeker. Maar hóe oud weet niemand nog. Het spel werd in ieder geval reeds vele decennia vóór WO II in Alken, en ook in Sint-Truiden en in Kortenbos gespeeld. Het was een mannenspel dat langs de straat of op een pleintje werd gespeeld en waar hevig werd gediscussieerd over de scores, omdat de puntentelling soms nogal vaag was. Na WO II verdween het paggen. Rond 1980 pikten enkele liefhebbers in Alken de draad weer op. Ze richtten een club op die eind 20e eeuw, begin 21e eeuw heel wat succes kende.
Toekomst
Vandaag is er geen vzw meer maar speelt men in informeel verband, zonder toeschouwers, met een kleine groep spelers. Om een nieuwe vzw op te richten is er geen animo, de spelers willen gewoon paggen – en niet bezig zijn met de papiermolen of de verantwoordelijkheid voor een formele organisatie. Onze club in Alken ondervond ook moeilijkheden toen het clublokaal verdween en de steun van de gemeente voor het paggen wegviel. De kosten voor een nieuw lokaal zijn te hoog en sponsors vinden is geen evidentie. Ook het rookverbod speelde tenslotte een rol. Voor veel sympathisanten en spelers maakte het roken van een sigaretje tussendoor, integraal deel uit van de pag-beleving. Dat alles zorgt ervoor dat het pagspel een onzekere toekomst lijkt te wachten.
Toch leeft het besef dat paggen een waardevolle traditie is. Verjonging kan ervoor zorgen dat paggen doorgegeven wordt en behouden blijft. Af en toe gaan de paggers dan ook op zoek naar de mogelijkheid om een demonstratiespel te spelen voor een groep jongeren.
*Gebaseerd op de originele tekst van Karen Van Looken.
*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.