Vlaamse volksdansen
Volksdansen in Vlaanderen zijn gegroeid vanuit het dagelijkse leven in de dorpen, gemeenten of steden. Bij feesten en plezier maken, zoals tijdens kermissen, speciale gebruiken rond oudejaar, het meigebeuren of het binnenhalen van de oogst, konden dansen niet ontbreken. Zelfs bij speciale gelegenheden als een bruiloft had men de typische bruiloftsdans en Rozenwals. Bij een verhuis werden de Polka Saluwee, Klapschottisch en andere feestdansen gedanst op weg naar de nieuwe woonst. Bij het vieren van de oogst werd de Molenmazurka en Oogstkoekenkermis gedanst vooraleer men aan het eetfestijn begon. Kortom, vele feesten hadden hun eigen specifieke dansen.
Wals, polka, mazurka, schottisch en quadrille (kadril) konden van oorsprong uit het buitenland komen, de lokale Vlaamse bevolking namen ze vlot op in hun eigen cultuurgoed. Deze dansen waren door iedereen gekend en werden voor eigen plezier gedanst. Speelmannen stonden borg voor de passende muziek.
Weinig volksdansen zijn bewaard van vroegere eeuwen. De kennis werd mondeling overgeleverd van de ene generatie op de andere. In de grotere steden maakten ‘dansmeesters’ soms wel beschrijvingen van hun dansen, die meestal met de heersende trends meegingen.
Pas vanaf eind 19e eeuw en begin 20e eeuw is men stilaan begonnen om de dansen in beschrijvingen vast te leggen. Een aantal hiervan zijn verschenen in bundelvorm, uitgegeven door verschillende volksdansverenigingen, maar veel beschrijvingen wachten nog in archieven en verzamelingen om gedanst te worden. Hoe langer men wacht om die info te bestuderen hoe minder kans er is dat de dansen in de toekomst zullen gedanst worden. Probleem enerzijds is de toegankelijkheid van archieven en bereidheid van personen om hun eigen archieven ter beschikking te stellen. Anderzijds is het moeilijk om ervaringsdeskundige vrijwilligers te vinden om dit uit te pluizen, te verwerken én samen te verwerken.
Over heel Vlaanderen zijn volksdansgroepen actief die dansen aanleren en naar buiten brengen bij evenementen en optredens in binnen- en buitenland. De rijkdom aan passen en figuren wordt overal erkend. In Vlaanderen danst men vlot door van cirkel tot rij, tot molenwieken en tot ketting. Als je weet dat bij dansbeschrijvingen tot meer dan 60 verschillende soorten passen en meer dan 30 verschillende soorten bewegingen of figuren beschreven zijn, dan krijg je een klein beeld van hoe rijk onze volksdansschat is. In de regio Kempen zijn typische passen de avekatsprong, de meiboompas en de heiluizerpas. Daarnaast zijn er de talloze lokale varianten. De Kadrils zijn typische dorpsgebonden dansen zoals Kadril van Essen, Kadril van Putte, van Achtel, van Boortmeerbeek, ...
Ook in heel wat Vlaamse schuttersgilden ontstonden dansgroepen die zich toelegden op de eigen, unieke gildedansen. Zo houden zij hun volksdanserfgoed verder in stand.
Er is evenwel geen vereiste om te kunnen meedoen aan Vlaamse volksdans: van jong tot oud, met of zonder danservaring, iedereen kan eraan beginnen. Het geeft een grote voldoening om deel uit te maken van een groep die uitdrukking geeft aan zijn eigen cultuur. Want een volk zonder eigen cultuur heeft geen wortels om van daaruit sterker te kunnen groeien.
Begin 2020 sloegen enkele personen de handen in elkaar om als onafhankelijke entiteit opzoekingen te doen rond Vlaamse tradities en rond het noteren van Vlaamse volksdansen. Tradities en dansen die in de vergetelheid zouden belanden door gebrek aan notering, inventarisatie en het doorgeven aan een volgende generatie. Ook nieuw gecreëerde dansen met een Vlaamse eigenheid krijgen de nodige aandacht en worden verspreid.
Daarom worden, met behulp van een heel aantal mensen uit de volksdans- en volksmuziekwereld – over de provinciegrenzen heen – deze dansen in hedendaagse danstermen genoteerd en voorzien van danstekeningen, partituur, geluid en beeld. De gebruikte richtlijnen tot noteren van volksdans zijn de danstermen van o.a. het Instituut voor Vlaamse Volkskunst vzw (IVV), Vlaamse VolksKunstBeweging (VVKB) en Danskant die vrijwel gelijklopend zijn. Er zou een tendens ingezet zijn om deze te centraliseren.
Uitgebreid onderzoek naar achtergrond en herkomst brengen ons ook op het spoor van interessante informatie en leuke weetjes. Het verhaal van het ‘hanen pakken’, hoe een maker van turntoestellen zijn Schreefdans in 1937 publiceerde en wij die vandaag kunnen uitvoeren. Hoe een paar dansen via een uitgave in Engeland terug bij ons zijn geraakt (Dances of Belgium). En dan uiteraard de hamvraag: was de La Bamba een Vlaamse volksdans?
Het resultaat van dit werk wordt naar buiten gebracht via deze blog.
Hebt u vragen over Vlaamse volksdansen of creaties die hier verschijnen, Vlaamse volksdansen in het algemeen?
Neem gerust contact met ons op en dan helpen we je voort.
Beeld links: St Sebastiaansgilde, Essen, 1936
Beeld rechts: Koninklijke Dansgroep Zonne, Turnhout 2020 | © Marc Willems