Wervikse tabaksteelt

De tabaksteelt werd in Vlaanderen geïntroduceerd omstreeks 1640. Ook in en rond Wervik vond de tabaksnijverheid rond die periode zijn ingang en was daar eeuwenlang van groot economisch belang. De teelt bestaat er vandaag nog steeds, al is dit in steeds beperktere omvang.

De tabaksteelt loopt over een periode van ruim een jaar. Het werk van de teler begint in maart met het uitzaaien en eindigt in april van het volgende jaar met het uitleveren aan tabaksverwerkende bedrijven. Uiteraard zitten hier heel wat stappen tussen:
● Het uitzaaien van het fijne tabakszaad in zaadbedden gebeurt in maart. Na zo’n 7-9 weken zijn de tabaksplantjes voldoende gegroeid en worden zij op het veld uitgeplant.
● Begin juli volgt het ‘toppen’ van de tabaksplant. De teler knijpt het bovenste gedeelte van de plant af zodat de bloei stopt en de bladeren maximaal kunnen ontwikkelen.
● De oogstperiode loopt in het Wervikse van half juli tot eind augustus. Men werkt hier voornamelijk volgens de ‘bladoogstmethode’ waarbij de tabaksbladeren in drie fasen worden geplukt. Midden juli wordt het onderste zandblad geoogst, eind juli/begin augustus volgt het klein middenblad en ten slotte eind augustus het groot middenblad en topblad. Dit gebeurt nog steeds volledig manueel.
● De bladeren worden vervolgens aan elkaar genaaid op een rank van ongeveer 1,5m. Aanvankelijk gebeurde dit handmatig, vandaag nemen half-mechanische naaimachines het werk over.
● Het droogproces kan nu van start gaan. De ranken tabaksbladeren worden eerst een drietal weken gedroogd in serres, en daarna ongeveer 4 dagen nagedroogd in droogasten. Dit is een gesloten stenen schuur zonder directe lichtinval die verwarmd wordt tot 60°C. Vóór de introductie van de droogast in de jaren 1930 gebeurde het drogen volledig aan de lucht.
● Wanneer de tabaksbladeren voldoende gedroogd zijn, worden ze op zolder geborgen. Hier moeten de bladeren terug soepelheid verkrijgen zodat ze minder makkelijk breken tijdens het latere vervoer. Dit gebeurt door ten gepaste tijde buitenlucht te laten binnenstromen.
● Het sorteren, bundelen en verpakken van de tabaksbladeren gebeurt gedurende de wintermaanden. De bundels of ‘manokken’ worden per bladsoort gesorteerd en voorzien van een etiket (teler, productnummer, variëteit, teeltjaar, gewicht).
● De kwaliteit van de tabak wordt elk jaar rond eind januari/begin februari gecontroleerd door een keuringscommissie in Wervik. Deze keuring is essentieel voor de prijsbepaling van de tabak.
● Tussen midden februari en midden april levert de teler de tabak ten slotte uit aan de tabaksverwerkende bedrijven. Hier eindigt het teeltproces en kan de verwerking tot rookwaren en tabaksproducten van start gaan.

In Wervik bestaat er ook heel wat folklore rond de tabaksnijverheid. Zo vindt elk jaar op Hemelvaartsdag een tabaksstoet plaats die afwisselend start aan de Steenakker en het Nationaal Tabaksmuseum. Sinds 1970 werden jaarlijkse Oogstfeesten georganiseerd in de maand september, maar deze zijn in 2016 definitief afgeschaft. De bijhorende tabaksfeeverkiezing vindt wel nog elk jaar plaats. Jonge dames strijden hier voor de titel van tabaksfee. Onder andere theoretische kennis en kunde van het tabaksnaaien worden op de proef gesteld.

Bibliografie:
- Adriaen M., J. en L. Tabaksnijverheid in de Westhoek. Poperinge, 2010.
- Becuwe, Frank. 't Bruyne kruyd: het erfgoed van de tabaksnijverheid in Vlaanderen (ca. 1850-1970). Brussel: Agentschap Onroerend Erfgoed, 2017.
- Brodeoux, Els. "De opmars van een zachte drug, tabak in de Oostenrijkse Nederlanden." Licentiaatsverhandeling, Univeristeit Gent, 1989.
- D'Hallewin, Ghislain, Oscar Wullepit en Gilbert Ampe. De Belgische tabaksteelt. Wervik: Publi Almar, 1992.
- Verbrugge, Vincent. Wervikse tabak: vakmanschap en traditie. Tielt: Lannoo, 2009.

Tabaksteelt Wervik | © David Samyn - Nationaal Tabaksmuseum