Afghaans borduren
Afghaans borduren kan je omschrijven als tekenen met draad op stof. Afghaanse vrouwen werken rechtstreeks op het doek waarbij de tekening ontstaat door intuïtief het ritme van een steek of een motief te volgen. Deze werkwijze laat toe om in creatieve vrijheid met draad over een stuk stof te bewegen.
De kunst van borduren zit diep geworteld in de Afghaanse culturele geschiedenis. Toch bestaat er niet één stijl of techniek die het ‘Afghaans’ borduren kenmerkt. De diversiteit aan culturele gemeenschappen in Afghanistan bracht een rijke waaier aan technieken, motieven en toepassingen voort. Deze rijkdom laat zich niet in enkele zinnen omschrijven, maar hieronder lichten we kort enkele voorbeelden uit.
- De Kandahar doesi of Khamak doesi is het hele fijne unikleurige borduurwerk op mannenkledij of boerka’s. Het is een platsteektechniek waarbij de vezels van de stof zelf bepalen waar er borduurdraad wordt aangebracht. Dit borduurwerk is vaak zo fijn dat het geweven lijkt of machinaal gemaakt.
- De kleurrijke jurken van de Kuchi nomaden vrouwen zijn versierd met fleurige geborduurde banden aan de mouwen, een vierkant voor- en rugpand en een boord onderaan de zoom. De motieven en patronen in het borduurwerk ontstaan door het gebruik van de kettingsteek en de kruissteek. De patronen die we zien bij Kuchi illustreren de manier waarop borduurwerk grenzen overstijgt: zo vertonen ze sterke gelijkenissen met o.a. het borduurwerk van de Maya’s, maar ook dat op de jurken van Frida Kahlo.
- Tot slot heb je de meer figuratieve Indisch-geïnspireerde motieven met kettingsteek en spiegeltjes.
Deze verschillende stijlen en technieken zijn vaak niet net afgelijnd: ambachten reizen, net als mensen, en in Afghanistan is er gretig uitgewisseld tussen verschillende gemeenschappen, met een belangrijke rol voor de nomaden die door het land trekken en zo ook andere groepen met elkaar in aanraking laten komen.
Borduren is verweven met het Afghaanse dagelijkse leven. Alle vrouwen, van jong tot oud, borduren er. Met hun fijne handwerk versieren ze gebruiksvoorwerpen en kledij. Traditioneel werd er voor Khamak doesi gewerkt met pure zijden draden, die vandaag zijn vervangen door synthetische varianten. Ook wollen en katoenen draden werden én worden gebruikt.
Jonge meisjes leren borduren van hun oma, tante of moeder door naast hen te zitten tijdens het borduren en door op lapjes stof steken en patronen uit te proberen – overdracht gebeurt er door observatie. Erbij zitten, kijken en zelf doen. Zodra meisjes de technieken beheersen, rond de leeftijd van twaalf jaar, starten ze met het borduren van een bruidsschat, die o.a. bestaat uit zakdoekjes met een figuurtje in khamak voor de hele familie en de bezoekers, tafelkleden, kussens, beddengoed en doeken om kisten af te dekken. De kwaliteit van het borduurwerk geeft status aan de man, hij toont daarmee buitenshuis wat een getalenteerde vrouw hij heeft.
In oorlogstijden of onder het Talibanbewind, wanneer werken of naar school gaan vaak niet toegelaten is voor meisjes en vrouwen, krijgt borduren een economische functie. Het werd de enige manier voor vrouwen om inkomsten te verwerven. Vrouwen werkten vaak met twee à drie samen om een bestelling tijdig klaar te krijgen. Dit type handwerk is heel intensief en vergt veel tijd – er kan maximum 3 à 4 uur per dag gewerkt worden, omdat de ogen anders te zeer belast worden. Aan het borduren van een jurk ben je algauw één tot twee maanden bezig.
Nadia Mohmand verliet 12 jaar geleden Afghanistan. Ze moest er veel achterlaten, maar haar liefde voor borduren reisde mee. Ze ontmoette Lies Van Assche, oprichtster van textielplatform DOEK, tijdens een taalstage. De twee vrouwen verenigden zich meteen rond hun liefde voor het ambacht én voor de manier waarop het mensen samen kan brengen om niet enkel technieken, maar ook verhalen te delen. In Afghanistan is borduren meer dan een verzameling technieken, het maakt een wezenlijk deel uit van het leven.
Bij DOEK brengen we mensen samen rond textiel. We spreken daarbij niet graag over een ‘workshop’ omdat dit een statisch gegeven is waar iedereen hetzelfde leert en met hetzelfde handwerk naar huis gaat. Lies spreekt, vanuit haar artistieke praktijk, liever over ontmoetingen waarin omstandigheden worden gecreëerd om op eigen kracht te leren. Zoals Nadia leerde borduren door naast vrouwen te zitten die haar begeleidden, zo zorgen wij ervoor dat er mensen aanwezig zijn die de techniek beheersen, dat er materiaal voorhanden is en dat er voorbeelden zijn van de verschillende steken en voorbeeldmotieven. Elke deelnemer maakt haar of zijn eigen keuzes. Deze intuïtieve manier van werken verwart de mensen soms. In Vlaanderen en Brussel zijn we het gewoon om te vertrekken van een tekening die we met borduursteken overbrengen op de stof. We krijgen dan ook vaak de vraag: ‘Hoe begin ik hieraan?’ ’Wel,’ antwoorden we dan, ‘kies al eens een kleur, en vervolgens een lap stof en een steek. En dan ben je vertrokken.’
DOEK vertrekt vanuit het idee dat textiel een rol speelt in ieders leven, dat het een verbindend weefsel is dat een venster naar anderen vormt. Wij geven immaterieel erfgoed door, en dat is meer dan de techniek alleen, dat is ook de hele sfeer, de cultuur en het idee achter het erfgoed. We installeren een belevingsruimte waarin ontmoetingen kunnen plaatsvinden tussen mensen die elkaar anders niet zomaar tegenkomen. Het is samenzijn, (levens)verhalen delen, leren van elkaar én bovenal, vrijheid om te creëren.
*Nadia Mohmand deelde haar passie voor Afghaans borduren met Lies Van Assche via een beurs van de Vlaamse overheid voor het doorgeven van vakmanschap in een meester-leerling-traject.
*De werking van DOEK vzw is in 2021 toegevoegd aan het Register van inspirerende voorbeelden rond het borgen van immaterieel erfgoed.