Afscheid nemen van een overledene volgens het Zenboeddhisme

Mettameditatie en Futatsu
Wanneer een zenboeddhist sterft, zijn enkele rituelen mogelijk, op vraag en zonder verplichting. De mettameditatie (metta betekent ‘liefdevolle vriendelijkheid’) helpt om schuldgevoelens te verwerken en innerlijke rust te scheppen. Een Fusatsu of Volle Maan Ceremonie is een ritueel dat het effect van negatief gedrag zuivert. De aanwezigen kunnen ook wierook (= zuiverend) en een kaars (= licht) branden en zingen indien gewenst sutra’s (oude leerteksten).

De uitvaart
Voor een boeddhistische uitvaart bestaat er geen geijkte procedure. Zenboeddhisten respecteren de wensen van de overledene, maar geloven niet dat bepaalde zaken ‘moeten’ gebeuren. De overledene wordt traditioneel gekleed in een kimono, het onderkleed zoals van de monnik of non. Het lichaam wordt in Parinirvana gelegd, de houding waarin Boeddha stierf en die symbool staat voor totale onthechting aan deze wereld. In die houding ligt de overledene op zijn/haar rechterzijde met de rechterhand onder het hoofd en de linkerhand op de linkerzijde. Doden worden meestal gecremeerd, het liefst voor de uitvaart. Het afscheid verloopt sereen, ingetogen en mediatief. Tijdens de uitvaart liggen persoonlijke attributen van de overledene op de kist of bij de urne. Nabestaanden offeren wierook en zingen de sutra’s mee.

Herdenking
Na de uitvaart neemt de familie de urne of een deel van de as mee naar huis en plaatst die met een klein naamplaatje bij het huisaltaar. Tot zeven dagen na het overlijden vindt elke dag een dienst voor de overledene plaats. Daarna houden familie en vrienden zeven weken lang elke zevende dag een ceremonie. Na die periode wordt de sterfdag gedurende een periode van 33 jaar jaarlijks ceremonieel herdacht.

*Het zenboeddhisme is één van de boeddhistische scholen die zich vorige eeuw in het Westen verspreidde. Beïnvloed door het Westerse denken, sluit zen aan bij de traditie van het mediteren. De zenboeddhist ontwikkelt intuïtief een diepgaand inzicht in het menselijk bestaan. Binnen het zenboeddhisme spreekt men over reïncarnatie of wedergeboorte. Dit wordt niet letterlijk opgevat, maar is eerder beeldspraak. De dood van het lichaam maakt een einde aan de ‘geconditioneerde geest’ of het ‘ik’ in een beperkte visie. Zodra je loskomt van de identificatie met het lichaam, besef je dat je niet sterft bij je dood en niet geboren wordt bij je geboorte. Op het absolute niveau is er geen geboorte en geen dood.

*Deze tekst kwam tot stand met dank aan het project 'Tijd voor afscheid' | Een project van Dienst Diversiteit en de Erfgoedcel van de Stad Brugge, FMDO, Vormingplus regio Brugge, Stedelijke Academie Brugge en huisvandeMens.

Huisaltaar | © Ivo Libbrecht