Chahar shanbe soori (Het vuurfeest)
Elk jaar op de laatste dinsdagavond voor het begin van de lente (20-21 maart), vlak voor zonsondergang, werden in onze lange straat kleine en grote vuurtjes aangestoken. Om die te maken, verzamelden mensen in de dorpen één of twee dagen voordien brandhout, struiken, onkruid, dadelblaadtjes of rijststengels. In de grote steden, waar minder materiaal voorhanden is, gebruikte men houtkacheltjes, tonnen of barbecues om vuur te maken in de achtertuin, op straat of op het stadsplein.
Zowel in de stad als in het dorp maakt men steeds één, drie, vijf of zeven vuurtjes. Altijd een oneven aantal, want oneven aantallen verwijzen naar de zeven Amesha Spentas, de heilige onsterfelijken in het Zoroastrianisme.
Toen we kind waren, openden die magische vuurvlammen de poorten van onze fantasiewereld.
Samen met onze ouders sprongen we over de vuurtjes, een keer, twee keer, drie keer... We zongen, 'Zardiye to az man, soorkhiye man az to!', 'Jouw gele kleur voor mij, mijn rode kleur voor jou!'
Je geeft jouw goede energie aan de andere en je neemt de slechte energie van hem of haar terug.
Grappig toch!
Je werd een deel van een groter geheel en voelde een grote verbondenheid! Dat springen en zingen, het geven van goede energie en het wegnemen van slechte energie, ging door tot de vlammen doofden.
Tijdens deze feestelijke avond werd ook 'Ashe reshteh' geserveerde, een Iraanse soep van noedels, groenten en bonen.
Jaren later, ver van ons huis in Iran, vieren we het vuurfeest op ongeveer dezelfde manier als vroeger in het Brusselse Sint-Katelijne begijnhof, op het stadsplein van Leuven, in de Gentse Sint-Baafsabdij, in Antwerpen, in onze buurten, samen met iedereen die zin in heeft om een deel te worden van dit feest.
Deze laatste dinsdagavond voor het begin van de lente, is de eerste viering van een reeks Perzische Norouz-feesten. Die zijn verspreid over een viertal weken, met als hoogtepunt Norouzdag op 20-21 maart, het begin van het lenteseizoen. Dertien dagen later eindigen de feestelijkheden met Sizdeh-be-dar. Op die dag trekken Iraniërs met de familie naar de natuur, om het Norouzfeest samen en in verbinding met de natuur, af te sluiten.