Decorbouw bij theatergroep Ik Dien
Het decor is vaak de eerste verteller van een theatervoorstelling. Nog voor een speler het podium betreedt, toont het het publiek in één blik waar het verhaal zich kan afspelen en welke sfeer er hangt. In het vrijetijdstheater is decors bouwen daarom een belangrijk onderdeel van het geheel.
Decorbouw start wanneer een regisseur beslist welke ruimtes het verhaal nodig heeft: een woonkamer, een marktplein, een boomhut of net een sobere speelvloer. Op basis daarvan wordt een eerste plan gemaakt. Decorbouwers vertalen dit naar iets tastbaars: panelen, deuren, zichtlijnen, looproutes en veilige overgangen. “Een regisseur vertrekt meestal van een basisplan,” vertelt Geert, “maar wij moeten nadenken: kan dit technisch, past dit in de zaal, kunnen spelers hier veilig door?”
Soms vraagt een regisseur om een volledig uitgewerkt decor met veel detail, soms net om een lege blackbox. Dat laatste bleek voor Geert verrassend boeiend: “Ik ben van de traditie van sfeer en details, maar met minder kun je soms evengoed meer vertellen.”
Een decor kan uit heel uiteenlopende materialen bestaan: houten panelen, kartonnen wanden, metalen frames of stoffen achterdoeken. De keuze hangt af van wat technisch haalbaar en veilig is, en wat binnen het budget past. Creativiteit speelt daarbij een grote rol. Voor een winterlandschap gebruikte Geert witte tuinvliesdoeken — normaal om planten tegen vorst te beschermen — omdat ze prachtig licht weerkaatsen. Een blauwe spot erop, en het decor voelde meteen winters aan.
Details dragen veel bij aan geloofwaardigheid. Voor een Spaans landhuis verouderde de ploeg de hoeken met koffiegruis, waardoor het leek alsof er al generaties lang werd geleefd. Grote objecten ontstaan vaak uit eenvoudige materialen: de imposante klimboom in de productie Sunjata bestond uit een metalen frame, karton, kraftpapier en PU-schuim. “Mensen wilden die boom zelfs kopen,” lacht Geert, “maar één regenbui en hij zou verdwenen zijn.”
Veiligheid blijft altijd een belangrijk aandachtspunt. Waar vroeger een blokhut volledig uit onbehandeld hout op scène kon staan, zijn de normen vandaag veel strenger.
Zodra het plan duidelijk is, begint het echte werk. Voor toneelgroep Ik Dien kan het decor in de theaterzaal zelf opgebouwd worden, waardoor wekenlang getest en bijgestuurd kan worden. Tijdens repetities vraagt de regisseur soms om een deur te verplaatsen of een trap anders te zetten. “Wat op papier klopt, voelt op scène soms anders,” zegt Geert.
Decorbouwers moeten ook denken vanuit het perspectief van de acteur op scène. Een constructie moet gedragen worden door hun beweging: Valt die deur goed dicht in timing? Kunnen spelers vlot in of op een constructie klimmen? Zijn er geen scherpe randen of losse onderdelen?
Sommige theaterstukken vragen om bijzondere effecten. In Spotgeesten moest een tafel bewegen alsof er geesten in het spel waren. De oplossing was verrassend eenvoudig: twee kleine ruitenwissermotoren onder een verhoogde vloer, verbonden met stangen naar het tafelblad. “In het begin denken mensen dat iemand de tafel duwt,” zegt Geert, “maar als iedereen rechtstaat en die tafel blijft bewegen, dan heb je ze mee.”
Dergelijke ideeën ontstaan nooit alleen. “Je zit daar met twee of drie mensen over te brainstormen. De ene kent iets van elektriciteit, de andere van automechanica — zo geraak je vooruit.” Ook kleine trucs werken: een zwevend kader via een magneet, een vallend gordijn via een nylonkoord of een verschijnende geest met licht en projectie.
Decorbouw is altijd teamwork. Spelers bouwen mee wanneer ze niet op scène staan, en vrijwilligers sluiten aan omdat ze graag klussen. Iedereen brengt uiteenlopende vaardigheden mee: hout- en metaalbewerking, elektriciteit, schildertechnieken of een goed oog voor detail.
Sommige ideeën komen ook van het internet of van andere gezelschappen. Niet om te kopiëren, maar om te ontdekken hoe iets technisch kan worden opgelost. Zo combineerde Geert voor de boomconstructie inzichten van zijn vrouw — die sterk is in vorm en volume — met zijn eigen technische kennis.
Het grootste deel van een decor wordt na afloop van een productie weer afgebroken. Wat wel wordt bewaard zijn de onderdelen die te waardevol of te arbeidsintensief waren in creatie om weg te gooien.
Voor Geert is decors bouwen in vrijetijdstheater daarom een proces van creativiteit en teamwork waar zowel acteurs als vrijwilligers de handen uit de mouwen steken. “Het is altijd opnieuw zoeken,” zegt Geert, “maar net dat maakt het zo plezant: je bouwt samen aan een wereld die maar één keer bestaat. En zolang ik het kan, blijf ik het doen.”
*Deze inzending kwam tot stand met hulp van CEMPER, Centrum voor Muziek-en Podiumerfgoed, op basis van een gesprek met Geert Van de Walle, acteur en decorbouwer bij toneelgroep Ik Dien.