Putvegen in Kessenich
In Kessenich wordt op kermismaandag een oud volksgebruik in ere gehouden: het putvegen.
Tot de 13de eeuw werden alle kinderen gedoopt in een vijver dicht bij de pastorie van de parochie Kessenich. Later werd hier de Sint-Maartensput gebouwd. Deze vijver werd tijdens het ancien régime eigendom van de schutterij met als gevolg dat de put op het grondgebied van de schutterij lag en zij zich ook verantwoordelijk voelde om de put te onderhouden.
Het jaarlijkse reinigen van deze dooppoel wordt symbolisch in ere gehouden en is een unieke traditie in Vlaanderen. Er werd hiervoor in 1991 een klein cementen putje aangelegd kort bij de oude doopput. Het putje kreeg de naam Sint-Martinus Putje.
De ceremonie begint met een optocht van 500 meter door het dorp. Onder begeleiding van de fanfare stappen de schutters met schop en borstel naar de put. Twee schutters maken de put zuiver. Na het schoonmaken draait de vendelier de Belgische vlag, een groet voor de pastoor die ook proost is van de schutterij. Vervolgens houdt de voorzitter van de schutterij een toespraak met eerbetoon en de pastoor trakteert als tegenprestatie met een ton bier. Daarna trekken de schutters naar de sjöttekamer (de lokale bivakplaats) of naar de kermis alwaar ze samen hun dorst gaan lessen.
Deze traditie is uniek in Vlaanderen.
*Gebaseerd op een interview door Gil Geron met Firmin Snijkers.
*Deze inzending kadert binnen het project Beleving 100. levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.