Tapschieten | Paapgooien
De naam tapschieten of paapgooien, zegt letterlijk waar het om gaat: men gooit om de 'paap/tap' omver te 'schieten/gooien'. Het is een oud volksspel dat vroeger vooral in de Antwerpse Kempen werd gespeeld.
Of acht individuele deelnemers, of twee ploegen van vier spelers, gooien vanop acht meter met 800 gram zware loden schijven naar een acht cm hoog houten tapje, met daarop acht munten. Bedoeling is om het tapje omver te gooien en te zorgen dat de munten zo dicht mogelijk bij de eigen schijf - of bij deze van de ploegmaten - liggen. Een wedstrijd bestaat uit acht ronden waarbij in totaal dus 64 munten/punten te verdienen zijn.
In de zomer wordt - vooral in de Noorderkempen - het spel nog op wekelijkse basis gespeeld in tornooivorm. Daar komen veel ploegen op af.
Herentaldum - Herentalse Kring voor Geschiedenis en Heemkunde, zorgt ervoor dat het oude volksspel ook in Herentals terug ingang vindt, met onder andere een Kampioenschap en voorafgaand een viertal initiatiesessies. Hier nemen zowel mannen, vrouwen, als kinderen aan deel.