Vioolbouw | Lutherie

In het verleden en ook vandaag nog kiezen wereldberoemde topviolisten, altviolisten en cellisten voor de oude instrumenten van de Italiaanse meesters. Omdat deze instrumenten de afgelopen jaren zeer sterk in waarde gestegen zijn, worden ze zo goed als onbetaalbaar voor de huidige muzikant en al zeker voor de muzikant van de toekomst. De nood aan het bouwen van kwalitatieve nieuwe instrumenten is daarom dus hoog. Veel Vlaamse muzikanten reizen gans Europa af op zoek naar hun ideale instrument. België telt een handvol degelijke bouwers die deel uit maken van deze kwalitatieve markt, maar meestal wordt nog steeds gekozen voor Italiaanse, Franse en Duitse instrumenten.

De ambacht van het maken van strijkinstrumenten is een eeuwenoude traditie die vandaag nog heel nauw samenvalt met technieken en kennis die 350 jaar geleden reeds gebruikt werden door de Italiaanse grootmeesters (Amati, Stradivari, Guarneri …). Het is een vrij conservatieve wereld waar een groot aandeel van onze huidige muziekcultuur nog steeds op steunt. Elke vioolbouwer construeert min of meer zes instrumenten per jaar. Meer dan 70 handgemaakte onderdelen worden rond een handgemaakte mal geplaatst. Elk onderdeel wordt geconstrueerd, rekening houdend met de akoestische eigenschappen van het materiaal. Geen twee violen zijn identiek. Elk onderdeel van de viool is met een specifieke houtsoort gemaakt, zorgvuldig geselecteerd en natuurlijk geoogst en gedroogd. Alle materialen zijn van natuurlijke basis. Het vakmanschap vergt een hoog level van creativiteit en vakkennis: de vioolbouwer moet algemene kennis combineren met eigen bevindingen en eigen stijl. Deze niet-tastbare kennis wordt succesvol overgedragen door een intieme samenwerking tussen de meester en zijn leerling(en).

Iedere vioolbouwer start zijn of haar carrière in een vioolbouwschool. In Vlaanderen situeren zich enkele vioolbouwscholen. Het beroepsleven instappen, vertrekkend van de school uit, kan voldoende zijn om succesvol aan de slag te gaan als jonge vioolbouwer. Het kan genoeg zijn om te voldoen aan de eisen van de middenklasse muzikanten, amateurs en hobbyisten. Maar als we spreken over vioolbouw als een meesterschap, dan is er nog een hele weg af te leggen. De kunst van de vioolbouw mag niet onderschat worden.

Vioolbouwers zijn de ingenieurs van de muzikantenwereld. Het spreekt voor zich dat zonder de vioolbouwwereld de muziekwereld niet zou kunnen bestaan zoals we die vandaag kennen. Preservatie van eeuwenoude kennis is van groot belang, dit als fundament van onze cultuur, van onze samenleving. De vioolbouw kan onderverdeeld worden in diverse vakgebieden: Restauratie – Nieuwbouw – Exact kopiëren van historische instrumenten – Onderzoek en wetenschap – Expertise omtrent geschiedenis en waarde van instrumenten en/of strijkstokken – Vernieuwende experimentele bouw – Bogenbouw – Bogen restaureren – Vioolbouw handelaar – etc. Na een academische opleiding van vijf jaar is het onmogelijk om zichzelf als specialist te profileren in één van bovengenoemde vakgebieden. Een opleiding in de vioolbouwschool biedt een gefundeerde basis en helpt bovendien te bepalen in welke specialisatie(s) de student zich wil verdiepen. De weg tot meesterschap is op dit punt echter nog maar begonnen.

Een professioneel meester-atelier is vaak slechts gespecialiseerd binnen één vakgebied of bestaat uit een nauwe samenwerking tussen verschillende luthiers met elk hun eigen niche als specialisatie.

Doen en kijken zijn de beste manieren om te leren. Het is de oudste en meest traditionele manier van leren. De moderne methode van ons opleidingssysteem is een ontoereikend systeem in deze ambacht van kennisoverdracht. Om dezelfde kwaliteit van vroeger te verkrijgen, moet deze ambacht op dezelfde manier als toen worden overgedragen naar de toekomstige generaties. De focus op het handwerk is van bijzonder groot belang bij deze manier van lesgeven. Als we de vergelijking maken met Stradivarius, die 30 jaar in dienst was in het atelier van zijn meester Amati vooraleer hij zijn eigen atelier begon, dan is een vijfjarige opleiding in de huidige vioolbouwscholen slechts een eerste kennismaking te noemen in de carrière van de vioolbouwer van vandaag.

Welvingen gutsen van een viool | © Atelier Maarten De Keukeleire