Vlaamse beiaardcultuur

De beiaardkunst, het musiceren op torenklokken d.m.v. stokkenklavieren, is een muzikale traditie die haar wortels heeft in het Vlaanderen van de 16de eeuw. De beiaardcultuur, dat is meer dan enkel het musiceren. Het gaat ook om de kennis en kunde van de beiaardiers, het wijzigende repertoire, de traditie van marktbespelingen en zomeravondconcerten, de formele en informele opleidingen. En ook: de rol van de beiaard als tolk van maatschappelijke gevoelens en evoluties, de plaats van de beiaard in de literatuur en in nationale ideologieën, de perceptie van het publiek ...

Regelmatig weerkerende beiaardmuziek vormt een structureel element in de stad, hoorbaar voor iedereen in de omgeving. Op die manier is de beiaard een verbindend element in de samenleving van vandaag, en versterkt ze andere collectieve tradities of belevingen: een klokkenspel hangt vaak in een historisch gebouw aan een plein waar mensen elkaar ontmoeten. Veel bespelingen vinden bovendien plaats tijdens de wekelijkse markt en op feestdagen.


Klokkenmuziek is een typisch en opvallend kenmerk van de steden in de Lage Landen, ze draagt dan ook bij tot een identiteit van een stad en vormt een dynamische verbinding met haar verleden. Iedere keer wanneer de beiaardier speelt, actualiseert deze vorm van muzikaal erfgoed zich.


De beiaardcultuur gaat terug tot het einde van de 15de eeuw. In de 16de eeuw verspreidde het instrument zich over het volledige grondgebied van de Nederlanden. Vanaf de 17de eeuw ontstond er een intense en hoogstaande beiaardcultuur. Veel steden hadden 5 tot 10 beiaarden, die meerdere malen per week werden bespeeld. Daarnaast ritmeerden complexe automatische speelwerken de tijd dag en nacht. Het instrument raakte echter nauwelijks bekend buiten zijn historische kerngebied, zodat klokkenmuziek een typisch en opvallend kenmerk werd van de steden in de Lage Landen.


Na een periode van verval in de 19de eeuw, bloeide de beiaardcultuur vanuit Mechelen weer op in het begin van de 20ste eeuw en raakte deze muzikale traditie internationaal verspreid, met de Verenigde Staten van Amerika als belangrijkste groeigebied. Toch zien we vandaag nog steeds een verregaande concentratie van instrumenten in Vlaanderen en Nederland. Intussen is de beiaard als muzikaal massamedium opgevolgd door compactere elektronische media. Toch hebben de meeste Vlaamse steden nog een beiaardier in dienst die door zijn wekelijkse bespelingen en zomeravondconcerten aan dit Vlaams erfgoed een eigentijdse invulling geeft.


De Beiaardcultuur werd in 2014 door UNESCO erkend als Voorbeeldpraktijk het borgen van immaterieel erfgoed.