Een nieuwe Antwerpse viool: herwaardering en borging van historisch vakmanschap
Wat & Hoe
Museum Vleeshuis liet vioolbouwer Maarten De Keukeleire een Antwerpse viool bouwen, geïnspireerd op een historische Stiennonviool. Die viool werd in 1792 gemaakt door de Antwerpse muziekinstrumentenbouwer Amandus Amatus Stiennon (1755-1835) en maakt deel uit van de collectie van het museum.
De Gentse vioolbouwer gaf een hedendaagse interpretatie aan Stiennons creatie. Hij liet zich inspireren door het historische instrument en bouwde een nieuwe viool die zowel zijn eigen stijl als die van Stiennon weerspiegelt.
Dit project benadrukte de dialoog tussen erfgoed en hedendaags vakmanschap, waarbij eeuwenoude vioolbouwtradities nieuw leven kregen. De Keukeleire gebruikte authentieke technieken en materialen, wat bijdroeg aan het behoud van de Vlaamse vioolbouwkennis. Het documenteren van het bouwproces ondersteunde kennisdeling en onderzoek.
Het project paste binnen het beleid van het museum om jong vakmanschap te ondersteunen en immaterieel erfgoed te borgen voor de toekomst.

Waarin zit volgens u de kracht van uw initiatieven?
De kracht van onze initiatieven ligt in het samenbrengen van hedendaagse vakmensen met erfgoed – vaak immaterieel – dat voor hen nieuw is. We stimuleren jonge makers om dat erfgoed te bestuderen, ermee aan de slag te gaan en verder door te geven. Tegelijk verbinden we verschillende disciplines: bouwers, muzikanten, componisten en erfgoedinstellingen werken samen. Zo ontstaan er connecties die ook op lange termijn waardevol blijven.
Voor ons is het proces van de vakmanschapsprojecten even belangrijk als het resultaat. Dankzij de expertise van de makers leren wij onze collectiestukken beter kennen. De nieuwe viool verrijkt de museumcollectie, maar belangrijker is dat het project het vioolbouwerfgoed nieuw leven inblies. Daarnaast sloeg het bruggen tussen de erfgoed- en kunstensector.

Wat is uw gouden raad voor anderen?
Onze gouden raad: gewoon proberen. Het loont om niet alles tot in detail vast te leggen voor de start, maar het proces organisch te laten verlopen. Elke erfgoedgemeenschap heeft zo haar eigen werkwijze. Ruimte geven om die werkwijze uit te leggen en verder te zetten is cruciaal. Wanneer makers de vrijheid krijgen om hun eigen interpretatie te geven aan het erfgoed en het project, ontstaat een échte verbinding tussen oud en nieuw vakmanschap, met meer creativiteit en kwaliteit als resultaat.

Onderneemt u nog andere acties waar u trots op bent? Of heeft u plannen voor andere acties waar u naar uit kijkt?
De kracht van onze initiatieven ligt in het samenbrengen van hedendaagse vakmensen met erfgoed – vaak immaterieel – dat voor hen nieuw is. We stimuleren jonge makers om dat erfgoed te bestuderen, ermee aan de slag te gaan en verder door te geven. Tegelijk verbinden we verschillende disciplines: bouwers, muzikanten, componisten en erfgoedinstellingen werken samen. Zo ontstaan er connecties die ook op lange termijn waardevol blijven.
Voor ons is het proces van de vakmanschapsprojecten even belangrijk als het resultaat. Dankzij de expertise van de makers leren wij onze collectiestukken beter kennen. De nieuwe viool verrijkt de museumcollectie, maar belangrijker is dat het project het vioolbouwerfgoed nieuw leven inblies. Daarnaast sloeg het bruggen tussen de erfgoed- en kunstensector.
Timothy De Paepe, Maurane Baert en Mirte Maes (Museum Vleeshuis)