Even stilstaan bij woorden: immaterieel erfgoed en borgen
Hoewel je misschien meer immaterieel erfgoed rondom je vindt dan je eerst zou denken, is erover praten soms ingewikkeld. Veel woorden lijken eerst eenvoudig, maar blijken iets specifieks te betekenen. Jargon dus. Zo bestaan er ook verschillen in het woordgebruik bij immaterieel erfgoed en niet-materieel erfgoed. De omschrijving van een immaterieel-erfgoedpraktijk is nog net iets anders dan de beschrijving van borgingsmaatregel. Als erfgoedorganisaties willen samenwerken met de beoefenaars van immaterieel erfgoed, dan loont het de moeite om samen een gemeenschappelijke taal te zoeken. Je kan daarvoor al een klein lexicon vinden in het Kompas immaterieel erfgoed. In dit ‘Kennisdossier: borgen via erfgoedfuncties’ staan we alvast even stil bij wat we precies verstaan onder immaterieel erfgoed en borgen.
Immaterieel erfgoed
Immaterieel erfgoed zijn gewoontes, kennis, vakmanschap en praktijken van vandaag, die mensen van vroeger of van elkaar hebben gekregen en willen doorgeven aan toekomstige generaties. En naarmate tijden veranderen, verandert immaterieel erfgoed mee.
Immaterieel erfgoed leeft bij iedereen en in alle tijden. Denk maar aan hoe we spelen en verhalen vertellen, in onze eetcultuur of muziek, in feesten, rituelen, in vakmanschap en landbouwtechnieken en nog veel meer. Het is zo gevarieerd en divers als onze samenleving. Oud, jong, van hier en ginder, van stad of landelijk gebied, in alle mengvormen die erbij horen.
Immaterieel erfgoed is niet tastbaar. Het leeft in de hoofden, harten en handen van mensen. Je groeit er vanzelf mee op of je kiest er op een gegeven moment bewust voor. Soms vergt het een portie oefening, soms moet je je erin verdiepen. En alle erfgoed leeft verder door het (veel) te doen en blijven doen.
Immaterieel erfgoed staat maar zelden op zich: het is bijvoorbeeld verbonden met plekken en voorwerpen. Zo gaat een zeewijding door aan de zee. Een vioolspeler heeft een viool nodig, een reuzenstoet reuzen, een imker bijenkorven of -kasten. Zonder deze objecten en dieren is er geen immaterieel erfgoed. Sommige vormen van vakmanschap worden gedeeld via handleidingen en vakliteratuur. Een aantal danstradities worden overgedragen via filmfragmenten op social media (bv. op YouTube of TikTok). Met behulp van deze digitale of materiële dragers kan men het immaterieel erfgoed dus delen en aanleren. Organisatoren communiceren over hun activiteiten (bv. affiches en Facebook-posts) en deelnemers leggen hun beleving van praktijken vast (bv. met smartphone foto’s maken tijdens een evenement). Die communicatie en herinneringen kunnen (later) de status krijgen van documentatie; ze worden dan materiële of digitale bronnen over immaterieel erfgoed.
Immaterieel erfgoed is er in allerlei soorten en maten. Daarom wordt het vaak in een of meerdere deelverzamelingen ingedeeld: de zogenaamde domeinen. Het kunnen praktijken zijn die met vertellen en taalgebruik te maken hebben, thuishoren in muziek- en podiumkunsten, rituelen, feesten of gebruiken zijn, onder sport en spel vallen, bij natuur en landbouw horen, iets te maken hebben met eten en drinken, of een ambacht, vakmanschap of techniek zijn. Of een combinatie.
Bij immaterieel erfgoed is samenwerken erg belangrijk. Zelfs als je op je eentje werkt, leeft immaterieel erfgoed in een groep of een gemeenschap. Denk maar aan het zingen van een slaapliedje of het koken van harira-soep. Wie immaterieel erfgoed koestert, deelt het graag met anderen en/of geeft het door voor de toekomst.
Borgen
Als immaterieel erfgoed niet wordt gekoesterd en gedeeld, dan bestaat de kans dat het zal verdwijnen. Of dat het enkel in bronnen bewaard blijft als ‘iets uit het verleden’. Alleen door het actief te blijven beoefenen, te delen en door te geven, blijft het in leven. Het kan dan verder groeien en evolueren.
Borgen betekent dat men bewust zorg draagt voor erfgoed zodat het een duurzame toekomst kan krijgen. Wanneer men erfgoed gaat borgen, onderneemt men actie om ervoor te zorgen dat ook andere mensen het erfgoed leren kennen en/of leren beoefenen. Men betrekt dus steeds anderen zodat het erfgoed ook dankzij hen kan voortleven. Zo zorgt men er samen voor dat het erfgoed een blijvende rol kan spelen in de samenleving.
Borgen is eerst en vooral iets wat de beoefenaars en andere directe betrokkenen zelf doen om hun erfgoed te doen leven. Meestal doen ze dat spontaan en zonder erbij stil te staan. Soms maken erfgoedorganisaties deel uit van die nauwe kring. Maar in vele gevallen staan ze er net iets verder van af. Dat wil helemaal niet zeggen dat erfgoedorganisaties niets kunnen doen. Ze kunnen erfgoedbeoefenaars op heel veel manieren helpen bij het borgen. Immaterieel erfgoed biedt zo veel mooie kansen om een band op te bouwen met erfgoedbeoefenaars en -gemeenschappen in de samenleving en om participatief te werken.
Die bewuste acties om immaterieel erfgoed toekomst te geven, noemt men ook wel borgingsmaatregelen.