Verantwoordelijkheidszin
Immaterieel erfgoed leeft onder mensen. Wie immaterieel erfgoed koestert, deelt het graag met anderen en/of geeft het door voor de toekomst. Zo ontstaat er een netwerk van betrokken mensen en organisaties rond dat immaterieel erfgoed. Ook erfgoedorganisaties maken deel uit van dat netwerk. Soms staan ze er wat dichter bij, soms wat verder vanaf.
Maar wat je als erfgoedmedewerker ook doet, het heeft invloed op dat netwerk. Erfgoedorganisaties maken bijvoorbeeld keuzes in wat ze wel of niet bewaren, waar onderzoek over gebeurt, wat ze delen met hun publiek, op welke manier hun gebouwen gebruikt kunnen worden, enzovoort. Bewust of onbewust hebben die beslissingen en acties van erfgoedorganisaties zo een impact op immaterieel-erfgoedpraktijken en de manier waarop mensen in de samenleving naar dat erfgoed kijken. Soms kiezen erfgoedorganisaties er ook bewust voor om engagementen aan te gaan en (tijdelijk) een actieve rol op te nemen in het netwerk. Dit heeft invloed op het immaterieel erfgoed en het netwerk errond. De keuzes en beslissingen die men dus maakt in de erfgoedwerking en -beleid openen en sluiten dus deuren. Ze brengen dan ook verantwoordelijkheden met zich mee.
Dus hoe kan je daarbij dan goed de erfgoedbeoefenaars ondersteunen om hun erfgoed levend te houden?
UNESCO formuleerde daarvoor een reeks ethische principes bij het borgen van immaterieel cultureel erfgoed. Die zijn belangrijk als uitgangspunt om in gesprek te gaan met de erfgoedbeoefenaars die de spil zijn van hun immaterieel erfgoed.
- 1. Gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individu’s moeten de hoofdrol hebben bij het borgen van hun eigen immaterieel erfgoed.
- 2. Het recht van gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individu’s om continuïteit te bieden aan praktijken, representaties, uitdrukkingen, kennis en vaardigheden die nodig zijn om de leefbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed te verzekeren, moet erkend en gerespecteerd te worden.
- 3. Wederzijds respect, evenals respect en wederzijdse appreciatie voor elkaars immaterieel cultureel erfgoed zouden de bovenhand moeten hebben bij interacties tussen staten en gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individu’s.
- 4. Alle interacties met de gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individu’s die immaterieel cultureel erfgoed creëren, borgen, onderhouden en overdragen, zouden gekenmerkt moeten zijn door transparante samenwerking, dialoog, onderhandeling en consultatie. Ze zouden moeten berusten op hun vrijwillige toestemming op basis van het voorafgaand en continu geïnformeerd zijn.
- 5. De toegang van de gemeenschappen, groepen en individu’s tot de instrumenten, objecten, artefacten, culturele en natuurlijke ruimtes en geheugenplekken waarvan het bestaan nodig is om het immaterieel cultureel erfgoed uit te drukken, zou altijd verzekerd moeten zijn, zelfs in situaties van gewapend conflict. Binnen de gemeenschap gangbare praktijken die de toegang tot immaterieel cultureel erfgoed regelen, moeten ten volle gerespecteerd worden, zelfs waar ze bredere publieke toegang kunnen beperken.
- 6. Elke gemeenschap, groep of individu zou de waarde van hun eigen immaterieel cultureel erfgoed moeten inschatten en dit immaterieel cultureel erfgoed zou verder aan geen externe oordelen over waarde of vermogen mogen worden onderworpen.
- 7. De gemeenschappen, groepen en individu’s die immaterieel cultureel erfgoed creëren, zouden baat moeten hebben bij de bescherming van de morele en materiële voordelen die resulteren uit zo’n erfgoed, en in het bijzonder bij het gebruik, het onderzoek, de documentatie, de promotie of de aanpassing ervan door de leden van de gemeenschappen of anderen.
- 8. De dynamische en levende aard van immaterieel cultureel erfgoed zou voortdurend moeten worden gerespecteerd. Authenticiteit en exclusiviteit zouden geen problemen en obstakels mogen vormen voor het borgen van immaterieel cultureel erfgoed.
- 9. Gemeenschappen, groepen, lokale, nationale en transnationale organisaties en individu’s zouden zorgvuldig de directe en indirecte, potentiële of permanente impact moeten inschatten, zowel op korte als op lange termijn, van elke actie die invloed uitoefent op de leefbaarheid van immaterieel cultureel erfgoed of van de gemeenschappen die het belichamen.
- 10. Gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individu’s zouden een significante rol moeten spelen bij het bepalen van wat bedreigend is voor hun immaterieel cultureel erfgoed, met inbegrip van decontextualisering, commodificatie en verkeerde representatie ervan, en bij de besluitvorming rond strategieën om dergelijke bedreigingen te voorkomen of te verzachten.
- 11. De culturele diversiteit en de identiteiten van gemeenschappen, groepen en individu’s zouden ten volle moeten worden gerespecteerd. Met respect voor waarden die erkend worden door gemeenschappen, groepen en individu’s, en gevoeligheden voor culturele normen, moet bij het ontwerpen en implementeren van borgingsmaatregelen aandacht geschonken worden aan gelijkheid in relatie tot gender, aan het betrekken van jongeren en aan respect voor etnische identiteiten.
- 12. Het borgen van immaterieel cultureel erfgoed is van algemeen belang voor de mensheid en zou daarom ondernomen moeten worden via samenwerking tussen bilaterale, subregionale, regionale en internationale partijen; desalniettemin mogen gemeenschappen, groepen en, indien van toepassing, individu’s nooit worden vervreemd van hun eigen immaterieel cultureel erfgoed.
Meer lezen?
Ethische principes van UNESCO
Webpagina van UNESCO met het overzicht van de ethische principes bij het Borgen van immaterieel cultureel erfgoed.
Immaterieel cultureel erfgoed borgen: twaalf principes en een gereedschapskist met ethische instrumenten. De geest van de UNESCO-Conventie (2003) met andere woorden.
Artikel over de totstandkoming van de ethische principes voor immaterieel erfgoed.
Welke soort participatie kiest u?
Overzicht op de FARO-website van diverse participatievormen en -modellen en hun vertrekpunten.