Vlaanderen: rijk aan muziek en podiumerfgoed

1 maart 2022

In 2021 gingen CEMPER en Werkplaats immaterieel erfgoed samen op zoek naar muziek en podiumerfgoed. Heel wat mensen beantwoordden onze oproep en registreerden hun tradities op immaterieelerfgoed.be. Dankzij de begeleiding en kennis van de erfgoedcellen, kwamen we tot mooie beschrijvingen van erfgoed dat leeft en beweegt. Lees hier waarom muziek en podiumerfgoed de extra aandacht kon gebruiken.

We maakten een lijstje op van de maar liefst 32 erfgoedgemeenschappen die het afgelopen jaar hun immaterieel-erfgoedpraktijk registreerden. De volgorde is willekeurig.

Instrumentenbouw, poppentheater, gothic subcultuur, Cubaanse Son, rolstoeldansen, bağlama spelen,...
Ontdek wie de erfgoedgemeenschappen zijn en wat ze doen!

Voeg je ook nog graag jouw erfgoed toe? Dat kan nog steeds! Registreren doe je via dit formulier. Met vragen hierover kun je terecht bij sarah@werkplaatsimmaterieelerfgoed.be.

 


1. Griekse dansen met dansgroep Melisses
Elke streek en elk dorp in Griekenland heeft een dans met eigen karakter, stijl, bewegingen én bijhorende kledij. In Ponthos (aan de Zwarte Zee) vind je vooral oorlogsdansen met een marscadans. Bij de eilanden gaat het er levendiger, speelser en zwieriger aan toe. De dansers vormen nooit een gesloten cirkel zodat iedereen vlot kan aansluiten. 

20 enthousiaste leden van de dansgroep Melisses uit Merelbeke komen wekelijks samen om de Griekse dans te leren. Wat hen bindt, is de liefde voor de Griekse cultuur en dans.


2. Gnawacultuur, hun muziek, zang en dans in Brussel

De muziek, zang en dans van de Gnawa’s behoort tot de Marokkaanse volkscultuur. Oorspronkelijk waren hun muzikale performances religieus geïnspireerd en werden ze uitgevoerd in besloten kring. Brussel kent de grootste Europese Gnawa gemeenschap buiten Marokko.

Mohammed Saïd Akasri en Driss Filali werken samen in Karkaba, een project i.s.m. MetX Moving Music, om gnawamuziek bekendheid te geven en over te dragen op een jongere generatie. Ze willen interculturele uitwisseling promoten en een fusie met andere muziekstijlen aanmoedigen.

 

3. Zingen in een gemengd koor
Een gemengd koor bestaat uit vier stemgroepen: sopranen, alten, tenoren en bassen. De sopranen en alten worden doorgaans bezet door het vrouwelijke deel van het koor, terwijl de tenoren en bassen het mannelijke deel vormen. Het repertoire van een koor kan bestaan uit religieuze, maar ook profane werken: liederen uit het Vlaamse repertoire, popmuziek, musical, etc. 

De leden van het Zilverbergkoor in Roeselare voelen zich thuis bij het koor dat naast het zingen, ook een aantal extra activiteiten aanbiedt, zoals de jaarlijkse daguitstap, bedrijfsbezoeken en een barbecue.

 

4. Blaasorkesten
Maximum een dertigtal blaasinstrumenten telt een blaasorkest. Er spelen zowel houtblaasinstrumenten (zoals klarinet en dwarsfluit), als koperblazers (zoals bastuba, trombone, bastrombone, hoorn, tenorhoorn, bariton, trompet en bugel). Naast de blaasinstrumenten, hoor je ook slagwerk (zoals een drumstel) en maximaal vier zangers. Een dirigent leidt de repetities en de voorstellingen. 

Alpenroos, het Koninklijk Blaasorkest uit Ingelmunster, werd opgericht in 1961 in de schoot van de toenmalige studentenvereniging ‘Hoger Op’. Hun repertoire bestaat uit Böhmische en Mährische muziek, afgewisseld met tal van andere genres.

 

 

5. Argentijnse Tango dansen. Van Buenos Aires naar Brussel
De Tango is een partnerdans waarbij de connectie en nabijheid tussen de partners essentieel is. Het koppel omhelst elkaar in een ‘Abrazo’. De muziek brengt hen in een stroom van dansers die, als een passionele wervelwind, tegenwijzerszin circuleren in de ruimte. De bovenlichamen blijven daarbij bijna onbeweeglijk, terwijl de benen een ballet uitvoeren.

Eugenia Ramírez Miori richtte haar eigen school, Nosotros, op. Ze ontwikkelde haar eigen lesmethode, gebaseerd op de essentie van de tango. Met een diverse ploeg krijgt de school iedereen aan het dansen. 

 

6. Popcorn oldies
Popcorn Oldies, of gewoon ‘popcorn’, is verzamelnaam voor muziek uit eind jaren ‘50 en begin jaren ‘60 met een herkenbaar midtempo-ritme dat het midden houdt tussen soul, chachacha, mambo en jive. Daarop wordt stijlvol gedanst door koppels: mannen/vrouwen – vrouwen/vrouwen – mannen/mannen.

De naam ‘Popcorn’ vindt zijn oorsprong in de gelijknamige dancing, 'Dancing Popcorn', in het Wase Vrasene vanaf 1969. De popcorncultuur is nog springlevend! 

 

7. Amateurtoneel in Puurs dialect
Wie kan aan de charmes van het Puurs dialect weerstaan? In Puurs, zeg maar Puus, klinkt ‘‘k zie’n aa geire’ toch liefelijker dan ‘ik hou van jou’? En als ze er nog een overtuigende komische slag aan willen geven, zeggen ze gewoon: “‘k zen zo zot as een achterdeur van aa!” 

Door toneelvoorstellingen in het Puurs dialect te brengen, wil De Scharnier bijdragen tot het in stand houden van de rijke plaatselijke taalcultuur.

 

 



8. Rolstoeldansen
Bij deze danssport maken de dansers gebruik van een rolstoel. Bij een ‘duo’ vormen twee rolstoelgebruikers een paar en bij een ‘combi’ één rolstoelgebruiker en één valide danser. ‘Solo’ is een rolstoeldanser die individueel de dansvloer verovert. Verschillende stijlen worden gedanst, waaronder ballroom en latin, en freestyle. 

Rolstoeldanser Sofie Cox begon op 9-jarige leeftijd met rolstoeldansen. Ze had meteen de smaak te pakken, leerde ‘duo’ en ‘solo’ dansen, en mag zich sinds 2018 Vice-Europees kampioen noemen. 

9. Kora spelen
Kora is een traditioneel West-Afrikaans instrument, uit Gambia en Guinee bij het Afrikaanse Mandinka-volk. De kora is gemaakt uit ebbenhout, een halve kalebas en koeienvel. De 21 (of 24) snaren bestonden vroeger uit darmen, maar vandaag uit nylon. In West-Afrika klinkt het instrument vooral tijdens doopsels en huwelijken. Volgens sommigen is het de voorloper van de Europese harp. 

Kora hielp inzender Lamine Sambou Diabang om nieuwe mensen te leren kennen toen hij in België aankwam. Het is een manier om met mensen in contact te komen en te blijven.

10. Poesjenellentheater
De Poesje is een marionettentheater met stangpoppen. De houten pop wordt van bovenaf bewogen met een metalen stang die aan de kop bevestigd is. Met een tweede stang bedient de speler de arm van de pop. Verwacht je niet aan kinderpoppentheater! De stukken bevatten sketches die de bezoeker op een komische manier betrekken.

De Poesje van de Lange Wapper in Antwerpen maakt stukken op maat voor vrijgezellenfeesten, verjaardagen of iemand die op pensioen gaat. 

 

11. Cantussen
"Io vivat!” zingen de studenten in koor alvorens ze de bodem van hun glas zien. Een cantus is een zangavond, georganiseerd door een studentenkring, -club of gewoon een groep vrienden. De (oud-)studenten maken samen plezier door te zingen en bier te drinken. De oude volksliederen worden mondeling doorgegeven. 

 


12. Batucada bateria. Famba brengt haar boodschap met percussie
Percussiegroepen, zoals de Braziliaanse batucada baterias, gaan overal in de wereld de straat op om mensen aan het dansen te zetten. Zij brengen sfeer en ambiance tijdens een manifestatie, optocht, feest of evenement. De batucada is een Braziliaanse percussiestijl die nauw aansluit bij de samba. Bateria verwijst naar de groep muzikanten.

Famba is een kleurrijke percussiegroep opgericht door een groep vriendinnen. Tijdens een betoging maakten ze kennis met de kracht van percussie om ambiance te brengen en aandacht te vragen voor een boodschap. Dit doen ze nu zelf ook, vertrekkende vanuit een lesbische-feministische invalshoek.

 

13. Draai- en dansorgels bewonderen en herstellen
Een dansorgel is een draaiorgel, de voorloper van de jukebox. Deze orgels vormden steevast het pronkstuk van danszalen en cafés, of op de kermis. Oorspronkelijk bediende men ze manueel (‘draaien’), later met gas en elektriciteit. Het houten instrument ‘leest’ de partituren, een dun karton met gaatjes. De toetsen worden pneumatisch aangestuurd.

Eddy Goderis van ‘De zoeten orgel’ in Leffinge (Middelkerke) houdt de traditie van de dansorgelcultuur in stand. Hij hielp op zijn beurt al mensen die een orgel willen bouwen.

 

14. Musette bouwen
De musette is een doedelzaktype dat in de barokperiode geroemd werd om zijn zachte en warme klankkleur. Er zijn maar een 6-tal professionele spelers en ruwweg 20 verdienstelijke amateurs.  

Het proces om een musette te bouwen is arbeidsintensief. Bouwer Bart Van Troyen maakt enkel gebruik van ruwe grondstoffen: hout, leer, zilverplaat, koper voor de tubes en riet, voor het instrument én de werktuigen. Als hij heel hard doorwerkt en geen fouten maakt, kan hij in 3 maanden een musette maken.

 

15. Vioolbouw, lutherie
De ambacht van het maken van strijkinstrumenten is een traditie die vandaag nog heel nauw samenvalt met de technieken en kennis van 350 jaar geleden. Iedere vioolbouwer start zijn of haar carrière in een vioolbouwschool. Elke vioolbouwer construeert min of meer zes instrumenten per jaar. Geen twee violen zijn identiek. 

Maarten De Keukeleire is vioolbouwer. Het is een droom die hij altijd had: zijn eigen instrumenten kunnen bouwen en zijn eigen stijl en interpretatie ontdekken.

 


16. Contrabasbouw

Contrabas bouwen is een arbeidsintensief proces. Het begint bij het verzamelen van het hout, om na jarenlange rijping deze te bewerken. Het werk van de bouwer stopt niet bij het vervaardigen van het strijkinstrument. De muzikant koopt de bouwer eigenlijk bij zijn instrument want nadien moet die het nog restaureren, afstellen en aanpassen naar de wensen van de muzikant.

Voor Bram De Man is contrabasbouwen een leren zonder einde: overdag instrumenten bouwen en in de nachten studeren in oude Italiaanse manuscripten, Duits drukwerk en Nederlandstalige fragmenten.

 

17. Bespelen van traditionele instrumenten: doedelzak, draailier, trekzak
Traditionele volksinstrumenten zoals draailier, doedelzak, hommel en trekzak kennen we van schilderijen van Bruegel, Teniers en Jordaens. Deze instrumenten zijn eeuwen verbonden met feesten, dansen en zingen in onze gewesten. 

In de Academie voor Muziek en Woord van Blankenberge bestaat sinds 2006 de richting ‘traditionele volksmuziek’. Twee leerkrachten geven de speeltechnieken van draailier, Vlaamse doedelzak, trekzak en hommel door aan hun leerlingen. Daarnaast hebben ze ook aandacht voor het bewaren (en het evolueren) van voornamelijk West-Europese volksmuziek.

 

18. Burlesque
De sensuele dansstijl kenmerkt zich door een vleugje show, striptease en humor. Burlesque viert sensualiteit, los van gender, leeftijd of gewicht. Zelfexpressie en plezier staan centraal. “Burlesque is not about seducing men. It is about embracing womanhood, ” zegt Dita Von Teese, wereldberoemd danseres.

Eliza Kama is gepassioneerd burlesque danseres en lerares. Ze verspreidt de magie van burlesque via workshops, cursussen en shows. Het is haar missie om de taboes rond sensualiteit te doorbreken en om vrouwelijkheid te vieren.

19. Vlaamse volksdansen
Volksdansen in Vlaanderen zijn gegroeid vanuit het dagelijkse leven in de dorpen, gemeenten of steden. Bij feesten en plezier maken, zoals tijdens kermissen, speciale gebruiken rond oudejaar, het meigebeuren of het binnenhalen van de oogst, konden dansen niet ontbreken.

Begin 2020 sloegen enkele volkskunstliefhebbers de handen in elkaar om Vlaamse volksdansen te noteren. De resultaten lees je in de dansgazet.  https://www.dedansgazet.be/over 

 


20. Bağlama spelen 
Dit snaarinstrument behoort tot de familie van de langsteelluiten. De bağlama is de onbetwiste koningin van de muziekcultuur in Turkije. Het instrument werd lange tijd gebruikt door troubadours en stadsvertellers als begeleiding bij hun gedichten en verhalen. Vandaag vormt ze de kern van volksmuziekensembles en -orkesten.

Serdar Demirbas is leraar bağlama aan de Academie van Berchem, een gemeente met een grote Turkse gemeenschap. Hij vindt het belangrijk dat de jongeren hier trots kunnen zijn op hun eigen erfgoed.

 

21. Gregoriaans zingen
Deze religieuze muziek werd geschreven in en voor kerken en kloosters. Het is éénstemmige muziek op een Latijnse tekst. De laatste vijftig jaar wordt  het gregoriaans in de liturgie steeds meer verdrongen door gezangen in de volkstaal (in onze streken het Nederlands). Er is geen metrum, maar wel een ritme. 

Schola Gregoriana Cantabo is een mannenkoor dat gregoriaanse muziek op een laagdrempelige manier wil voorstellen en doorgeven aan elke muziekliefhebber, los van geloofsovertuiging.

 

22. Hakkebord ontwerpen en bouwen
Het trapeziumvormige snaarinstrument dat met hamertjes bespeeld wordt, komt oorspronkelijk uit Azië. Nu vind je ze over de hele wereld. Het hakkebord dat Peter Blondelle bouwt is een eigen ontwerp ontstaan uit de vergelijking van bestaande instrumenten van Engelse en Amerikaanse bouwers, en instrumenten uit onze musea. Zo wil hij nieuw leven geven aan een traditioneel instrument.

23. Hakkebord bespelen
Het snaarinstrument hakkebord bespeel je met houten hamertjes. Soms creëer je de klanken ook door met de vingers aan de snaren te plukken. Het instrument heeft een typisch mooie, zachte klank. Je leert het niet bespelen in conservatoria of muziekacademies, maar via stages, privélessen en/of zelfstudie.

 

24. El Gabinete: Antwerpse ambassadeurs van Cubaanse son  
Voor Cubanen is Cubaanse son de soundtrack van hun jeugd. De muziek geeft een dubbel gevoel: ze geeft uitdrukking aan zowel uitbundige vreugde, als diep verdriet, en wordt daarom de Cubaanse blues genoemd. 

Traditionele son wordt gespeeld op de tres (gitaar met 3 dubbele snaren), een marimbula (houten box met metalen platen die de baslijnen speelt) of contrabas, een bongo (2 kleine trommeltjes), claves (twee korte houten stokken die het ritme aangeven), een guiro (raspinstrument) en trompet of saxofoon.

Het kwintet ‘El Gabinete’ brengt oorspronkelijke ‘son’.  


25. Izran zingen

Izran is een vorm van gezongen poëzie uit Noord-Marokko, al dan niet begeleid door 'adjoun' (bendir) of een ander traditioneel percussie-instrument. Het gebruik brengt vrouwen samen in de publieke ruimte om zich vrij uit te drukken. In een soort van 'battle', of dialoog, nemen ze het tegen elkaar op en creëren ze ruimte voor expressie, waar taboes omzeild kunnen worden en ‘le non-dit’ -hetgeen dat niet gezegd mag worden- veilig kan bestaan.

In Brussel begeleidt zangeres Fatoum een oefenruimte voor Izran in Brussel/Molenbeek in kader van het project 'Izran Revisited'.

 

26. Applaus bij muziek en podiumkunsten
Applaudisseren is een communicatiemiddel om waardering uit te drukken. Klappen met de handen kan ook andere doelen hebben. Als een ‘parodie’ op het gewone applaus, is een langzame klap vaak een vorm van spot en minachting. En soms wordt iets niet goed bevonden, maar klapt men toch mee uit beleefdheid. Daarnaast kan het gebruik gepaard gaan met andere geluiden (zoals fluiten, stampen of roepen) of met non-verbale communicatie (zoals rechtstaan). Wat gepast is in welke situatie wordt bepaald door ongeschreven regels.


27. Gothic subcultuur in Vlaanderen
Gothic is een levensstijl. Het is een zachte, kunstzinnige rebellie met een grote nadruk op introspectie van de eigen gevoelens, artistieke zelfexpressie, openheid en creativiteit. Goths voelen zich aangetrokken tot de donkere kant van het leven, in die zin dat zij de dood zien als een deel van het leven en dit vieren met muziek en mode. Zij dwepen met dieprode en gitzwarte romantiek, met de tragiek van de liefde en diens onvermijdelijke schaduwzijde.

Kurt Ingels is al jarenlang in de gothic scene actief als journalist. Hij is ook auteur van het boek ‘De dag dat het zonlicht niet meer scheen’, over de Belgische new wave.

 

28. Soefi-dansen in Brussel
Bij Sema, het Soefi-dansen (spinnen, wervelen), draaien beoefenaars rond de eigen as, traditioneel van rechts naar links in de richting van het eeuwige. Één hand reikt naar de hemel en de ander is naar de aarde gericht. De Sema komt van de ‘Mevlevi/mevlana orde’, een ascetische groepering bestaande uit volgelingen van filosoof, dichter en mysticus Rumi, die in 1273 ontstond in Konya, Turkije.

Wat Nil Görkem beleeft en via zijn/haar spinning workshops wil delen, overstijgt religie. De vorm van trance, van spinnen, ziet hij/zij meer en meer als therapeutisch en groeit richting kunsttherapie.

 


29. Carnavalsmuziek maken, een lokale traditie
Vlak voor de vastenperiode begint, gaat iedereen een laatste keer uit de bol op het Christelijke feest Carnaval. En daarbij hoort muziek! Een goed carnavalsliedje heeft een stevig tempo en is een meezinger. Doordat de muziek lokaal gebonden is, wordt er vaak in het dialect gezongen. In de ludieke teksten hoor je vooral lokale thema’s terugkomen: een nieuwe burgemeester, de lokale prinscarnaval, het invoeren van één-richtingsverkeer in de dorpskern,…

Beluister carnavalsmuziek op de database van Federatie Europese Narren Vlaanderen.

 

30. Doedelzak spelen
Doedelzak is een verzamelnaam voor een zeer gevarieerd instrument. Van de gaida in Bulgarije tot de Uilleann pipes in Ierland, de säckpipa in Zweden tot de gaita in Spanje. Van zeer eenvoudig tot gecompliceerd en technisch vernuft. Er zijn maar weinig instrumenten die zoveel variaties hebben. Soms klinken ze ingetogen en zacht, soms uitbundig en luid. 

Bart Praet speelt met volle goesting op zijn gaita.

31. Draailier spelen
Een draailier is een snaarinstrument waarbij de snaren aangestreken worden door middel van een wiel in plaats van een strijkstok. Je hebt meestal vier verschillende snarenbundels: bourdonsnaren als begeleidende ondertoon, melodiesnaren, ritmesnaren en resonantiesnaren. De klank van een draailier zit ergens tussen een doedelzak en een viool. 

Volgens Thomas Hoste is de muzikale plek van de draailier in een ensemble best bijzonder; het is geen leidend melodisch, zeker geen harmonisch, maar ook geen uitsluitend begeleidend of ritmisch instrument. Men zou het kunnen omschrijven als ‘de groove in de band’: de drijvende, stuwende kracht. 

 

32. Volksdans en volksdansmuziek uit Vlaanderen
Waarschijnlijk vinden volksdansen hun oorsprong bij krijgsdansen. Deze dansen werden dan later doorgegeven via gilden, of zelfs schuttersverenigingen. Zo bleven de dansen bestaan over de generaties heen. Naast de traditioneel overgeleverde dansen worden er ook regelmatig nieuwe dansen gemaakt. De oudst bekende dans uit Vlaanderen is vermoedelijk de trawantel. 

Canteclaer is een volksdansgroep die traditionele Vlaamse volksdansen danst en optreedt op allerlei feesten en folkloristische evenementen, zoals de meiboomplanting, de zonnewende en oogstfeesten in binnen- en buitenland.