Het lila-ritueel van de Gnawa
De lila is een spiritueel genezingsritueel dat al sinds de middeleeuwen wordt beoefend. Het wordt beoefend in de beslotenheid van de familie of in de ontmoetingsplaatsen (zaouïa) van populaire soefibroederschappen, waarvan er ongeveer dertig zijn in Marokko. De bekendste en meest talrijke is die van de Gnawa, een soefi-orde die afstamt van de slaven uit West-Afrika.
Een lila verloopt volgens een voorouderlijk ritueel met muziek, zang en dans, waarbij de maâlem, een muzikale meester, en zijn muzikanten een therapeutische trance opwekken bij de deelnemers, die in het contact met de mlouk genezing zoeken voor hun psychische en lichamelijke klachten.
De mlouk zijn goede geesten die je niet uitdrijft maar waar je mee samenleeft. Ze zijn verwant aan heiligen uit de Islam, het Soefisme en het Afrikaanse animisme en worden aangesproken met eerbiedwaardige titels als Sidi en Lalla. De term melk (mlouk in het meervoud) betekent ‘eigenaar, bezitter’, en plaatst dit soort ritueel in de brede context van aardse culturen, de cultussen van bezetenheid, waarin de mens niet tegenover de natuur staat, maar erin opgaat. In het denkbeeld van de Maghrebijnse cultuur zijn mlouk krachten die gerelateerd zijn aan de natuur, zoals de wind, de aarde of de zee, en die doorheen mensen gaan of hen bewonen.
Mlouk zijn goed van inborst maar ze zijn ook lichtgeraakt. Wanneer ze zich gekwetst voelen, verslechtert de relatie met de bezetene, waarop deze gezondheidsklachten ontwikkelt. De bezetene richt zich voor genezing tot een ziener, een moquadm, vaak een vrouw, en tot een traditionele genezer, een maâlem, om met de geest te bemiddelen en de relatie te herstellen. Het ritueel van het lila is erop gericht om de mlouk tot bedaren en verzoening te brengen.
De moquadma vormt als zieneres de schakel tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld. Zij leidt de ceremonie in goede banen. De maâlem leidt de dans op de guembri, een tokkelinstrument met drie lage snaren. Hij is een meester in de Gnawa muziek en wijdde zowat zijn hele leven aan het leren van de muziek, de liederen, de dansen, en het bespelen van de instrumenten die tot het lila-ritueel behoren.
Zodra de duisternis van de nacht invalt, zet de maâlem de treq in, de muzikale sequentie waarmee hij de mlouk oproept. Het ritueel volgt zeven kleuren (wit, groen, zwart, blauw, paars, geel en rood) en bij elke kleur hoort een bepaalde muzieksuite, een wierrookgeur, kleine offerandes en een groep geesten die elk binnen de suite een eigen lied hebben. De maâlem kent al die liederen en roept de geesten één voor één aan. De mlouk van de kleur wit verschijnen als eersten en openen de poorten van het rijk der geesten, waarna een lang ritueel zich voltrekt doorheen de nacht. Lila betekent ‘nacht’ in het Arabisch.
De bezwerende klank van de guembri, het monotone geluid van ‘vraag & antwoord’ in de gezangen en het ratelende ritme van de krakebs, een soort metalen castagnetten, betoveren de atmosfeer en leiden de bezetene in trance naar de dansvloer, in de staat van jadba, waarna de geesten die hem bewonen zich vol overgave presenteren, zichtbaar geworden via het lichtaam van de bezetene (door het ritme van de muziek, de kleur van de sluier waarmee ze hun hoofd bedekken,…).
De mlouk tonen zich via het lichaam van de bezetene door bijvoorbeeld met de ogen te rollen, zich uit te leven in grimassen en wilde bewegingen te maken met de armen en het hoofd, door verrassend spectaculaire dansen uit te voeren en bovennatuurlijke krachten te demonstreren, waarbij het er soms spectaculair aan toe gaat. De moquadma zorgt voor de bezeten dansers en beschermt hen tegen kwetsuren, zonder daarbij te interfereren in de trance zelf. Ook de maâlem volgt mee wat er op de dansvloer gebeurt en bij te heftige uitspattingen zal hij zijn muziek temperen, het ritme vertragen en zo de rust laten weerkeren.
Het is in deze fase van trance dat de bezetene en de geest hun relatie onderhandelen. Op die manier ontstaat er een band, waarbij de bezetene weer meester wordt over de situatie. De trance heeft een zichtbaar therapeutisch effect. Waar je zou verwachten dat de deelnemers na het ritueel uitgeput huiswaarts keren, blijkt het tegendeel waar. Het lila ritueel is een catharsis, de deelnemers voelen zich na afloop fit. Een verklaring voor deze vaststelling ligt mogelijk in het thema ‘aanvaarding’, het erkennen dat er een geest in jou leeft. Door de geest gunstig te stemmen, kan je rekenen op zijn bescherming.
In vroegere tijdens was het lila ritueel een expressievorm om de trauma’s te verwerken uit de tijd dat de Gnawa slaven waren, het bezit van een meester. Tijdens de lila nacht is voorafgaand aan de treq, een sequentie ingebouwd, waarin de maâlem en zijn muzikanten het slavenverleden herdenken met liederen die deinen op weemoed. De krakebs roepen het rammelen van de ketens op en de dansers maken gekke acrobatische sprongen om de slavenketens van zich af te werpen.
In Brussel, waar de grootste Gnawa-gemeenschap van Europa woont, organiseert het broederschap lila nachten voor een ruimer publiek aan de vooravond van de Ramadan of op privévraag van families.
*De muziek, dans en therapeutische rituelen van de Gnawa staan sinds 2019 ook ingeschreven op de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van UNESCO.
*Olivier Ralet is oprichter en bestuurder van Agenc'MondeS ASBL. Hij is wetenschapsfilosoof, kenner van en gepassioneerd door Maghrebijnse genezingsrituelen en ethnopsychiatrie, een discipline die zich richt op het onderzoeken en het behandelen van existentiële klachten binnen diverse culturele gemeenschappen.