Het maken van mergel-, zagemeel- en zandtapijten
Sacramentszondag (de zondag na Pinksteren) is traditiegetrouw een dag waarop in vele parochies de processie met het Sacrament uittrekt: misdienaars met een processiekruis voorop, één of meer heiligenbeelden op dragers, communicanten, vaandels, zingende koren, de fanfare of harmonie en de priester met de monstrans onder het baldakijn, gevolgd door enkele plaatselijke notabelen.
In Riemst gaat dit religieuze gebruik gepaard met kleurrijke mergel-, zand- of zagemeeltapijten. Dit zijn tijdelijke en fragiele tapijten die bestaan uit neergelegd en gekleurd zagemeel, zand of mergel(poeder), een krijtgesteente. Ze worden vaak gemaakt bij de plaatselijke rustaltaren, op de route van de processie. Een rustaltaar is een (vaak tijdelijk) klein altaar dat in de buitenlucht opgesteld wordt. Hier wordt tijdens een processie stilgehouden om de monstrans met het heilige Sacrament even neer te zetten en het te aanbidden.
Zagemeel- en zandtapijten in Kanne
Vroeger was de processie in Kanne, die door de velden tot op het plateau van Caestert ging, een lange en inspannende tocht. Vandaag zijn er drie kortere processieroutes die elkaar afwisselen. Op elk parcours doet de processie een rustaltaar aan, telkens in een andere buurt, in een driejaarlijkse beurtrol. Zo is het ene jaar het Avergat aan de beurt en een ander jaar de Bovenstraat, waar het rustaltaar gebouwd wordt op het pleintje naast de kerk.
Kannenaar Jean-Pierre Duplessis toont de liefde voor zijn dorp Kanne (onder meer) door het zagemeeltapijt voor zijn wijk te ontwerpen.
Aan het zagemeeltapijt bij het rustaltaar aan de Oudeweg of de Steenstraat werkt Jean-Pierre al zowat vijftig jaar mee. Hij maakt met veel zorg het ontwerp, zoekt voorbeelden, brengt afbeeldingen en symbolen bij elkaar en maakt een compositie rond een zelfgekozen thema. Elk jaar ziet het tapijt er anders uit. Het ontwerp maakt hij over op een groot stuk plastic van 5 bij 6 meter op het terras in zijn tuin.
Op Sacramentszondag zelf gaat hij al om 6u met acht à tien vrijwilligers aan de slag om de tekening met gekleurd zagemeel op te vullen en het rustaltaar op te bouwen. Het zagemeel wordt ter plaatse gemengd met de kleuren en water. Dat geeft intense kleuren. Het zagemeel wordt in verschillende diktes en volgens de lijnen van de tekening op het plastic gelegd. Zo worden de kasseien niet vuil. Het wordt aangeduwd zodat het mooi dicht opeen ligt. Rond het tapijt worden bloemen gezet. Het tapijt kan ook gemaakt worden van zand. In dat geval wordt het besprenkeld met water zodat de kleuren mooi zijn. Om 9u moet alles klaar zijn. Ook nadat de processie is langs geweest, blijft het tapijt nog liggen, zodat passanten, mensen van andere buurten en regelmatig ook toeristen het kunnen komen bewonderen. Om 17u breken ze alles weer af.
“Ik doe het graag. Het houdt mijn band met en mijn liefde voor Kanne levend. Als het tapijt af is, is dat telkens weer een mooi moment. Ik voel me dan fier, ervaar een gevoel van eer… en de complimenten nadien doen ook altijd weer deugd! Ook voor de buurtbewoners is de opbouw van het rustaltaar met het zagemeeltapijt telkens weer een moment van verbondenheid en fierheid. Mensen doen uit geloofsovertuiging mee, maar ook vanuit de wil om de traditie verder te zetten” (Jean-Pierre)
Wanneer de processie bij de rustaltaren aankomt, is dat een ingetogen en feestelijk moment. En vooral erg kleurrijk door de stralende zagemeel- en zandtapijten…
Tegenwoordig is de processie eerder klein. De kinderen van de lagere school gaan niet meer verplicht mee en je ziet vooral grijze haren. De jonge mensen hebben er niet veel belangstelling voor en het mag ook niet meer zoveel kosten. Waar vroeger bloemen voor wel 700 euro werden gekocht, bracht de tombola dit jaar nog 200 euro op, goed voor wat bloemen bij het tapijt. Die worden aan de vrijwilligers nadien uitgedeeld.
Mergeltapijten in Zussen
In vogelvlucht, amper vier kilometer verder, vertrekt er in de Riemstse deelgemeente Zussen ook jaarlijks een Sacramentsprocessie. Hier geen zagemeel- of zandtapijt, maar mergeltapijten. Bij het rustaltaar aan de kapel van het Heilig Hart van Jezus in de Kleuzenstraat liggen er soms wel tot vier tapijten bij de kapel, versierd met motieven en tekst. Verder zijn er ook vlaggen in de kleuren van de kapel, een rode loper, een gelegenheidsfontein, een tapijt van buxusgebladerte en één van sierschors, overal verse bloemen in potten, een grot met een kerkmaquette en heiligenafbeeldingen… De buren nemen op het moment van de zegening van hun rustaltaar plaats op een zelfgemaakte ‘tribune’ op de stoep.
“We werken met onze buurt twee volle dagen aan de aankleding van ons rustaltaar. Iedereen heeft één of meer taken, we zijn met meer dan dertig mensen. Het is een uniek moment van sterke saamhorigheid. Voor mij is dit een hoogtepunt in het jaar. Op andere dagen lopen we elkaar meestal voorbij, leeft ieder achter zijn gesloten deur, maar voor de processie vormen we weer een buurt. Dat is een heel fijn gevoel” (Tuur, buurtbewoner Zussen).
Mergeltapijten maken vraagt flink wat voorbereiding. Eerst wordt het mergel aangestampt in een houten frame. Voor de tapijten van twee rustaltaren samen wordt één kubieke meter mergel aangevoerd! De tekening wordt niet ín de mergel gelegd, maar er bovenop. Dat gebeurt op de dag van de processie zelf, ’s ochtends vroeg. De tekeningen worden gemaakt met gekleurd mergelpoeder dat in sjablonen wordt gestrooid. Die worden telkens voorzichtig verwijderd, zodat de tekening niet dooreen geveegd wordt. Dat zijn elk jaar dezelfde sjablonen, ‘sinds mensenheugenis’, alleen de kleuren van bijvoorbeeld de bloemen in de tekeningen kunnen weleens verschillen. Kort voor de processie worden de kaders verwijderd. En duimen dat er niemand doorheen loopt…
Er heerst wel wat ludieke concurrentie tussen de verschillende buurten en de bewoners in Zussen houden graag geheim hoe ze het mergelpoeder kleuren. Maar heel ernstig is die concurrentie niet.
De processie trekt van de Kleuzenstraat naar het plein aan de Reggersstraat. De aankleding is er zo nodig nóg indrukwekkender, met een blauwwitte Mariakapel, een grot, een fontein, een grote achterwand achter het altaar, met bloemen, keien, sierschors, een enorm passiekruis. En met twee mergeltapijten. De processie houdt halt, de harmonieën verstommen, het koor zingt het Panis Angelicus, iedereen wordt stil. Kippenvel! Een beroepsfotograaf vertelde eens opgetogen dat dit iets unieks is, zoiets had hij nog niet gezien in Spanje of op Malta of Sicilië… Aan het laatste rustaltaar ligt geen mergeltapijt, geen zand- of zagemeeltapijt, maar een Perzisch tapijt.
Wanneer de processie eindigt aan de kerk, lonkt café ’t Zuske al voor de after-processie.
*Gebaseerd op de originele tekst en interview met Jean-Pierre Duplessis uit Kanne en met buurtbewoner Tuur uit Zussen door Karen Van Looken.
*Deze inzending kadert binnen het project Beleving. 100 levende gebruiken en tradities in Limburg. Een initiatief van het Limburgs Volkskundig Genootschap, in samenwerking met ECRU Erfgoed en Erfgoed Haspengouw, Werkplaats immaterieel erfgoed, Openluchtmuseum Bokrijk, Heemkring Vaart, Haspengouw. TV vzw, Academie voor Streekgebonden Gastronomie en AVANSA-Limburg.